Marion filmt Katelijne van vier terwijl ze op een paard zit. Mijn kleindochter zegt eerst een paar keer hortsjik, een woord dat kinderen al generaties lang gebruiken als ze spelen dat ze paardrijden, en merkt vervolgens op: “Stel je voor dat ik op een echt paard zit”.

Stel je voor!

Het is de ontdekking van de verbeelding. Stel je voor dat je rijk was, stel je voor dat je gezond was, stel je voor dat je Batman was, stel je voor dat je de vrouw die je in stilte aanbidt uit de klauwen van een monster moet redden, stel je voor dat je naar een land in oorlog ging om daar vrede te brengen, stel je voor dat je in een andere tijd geboren was en op het Place de la Revolution stond waar de guillotine zijn werk deed, stel je voor dat er op een andere planeet levende wezens woonden, stel je voor dat er een god is die alles wat we doen bestuurt, stel je voor dat ik geen kanker had.

Dat heb ik elf jaar lang gedaan: stel je voor dat je geen kanker had. O ja, ik wist dat het er zat, maar ik stelde me voor hoe het leven was geweest als ik geen kanker had gekregen. Aanvankelijk was er natuurlijk ook niets, maar ik kwam bij een dokter en toen was er een psa, daarna was er een biopsie, vervolgens was er een gewone scan, waarna er een PETcholine-scan volgde en uiteindelijk was er een uitzaaiing. Maar met mijn verbeelding zweefde ik er boven en schreef er grappige stukjes over alsof het mij allemaal niet aanging. Bijna elf jaar heb ik geschreven om het zo ver mogelijk te kunnen houden.

Ik zie het omdat ik nu al een paar weken bezig ben om de weekblogs van de afgelopen zes jaar te selecteren voor een bundeling. Het gaat om meer dan 250.000 woorden. Dat komt neer op een boek van meer dan 800 pagina´s dik.

Als ik schrijf dan vlieg ik, maar als ik het allemaal moet lezen kom ik hard neer op aarde en is de pijn terug die ik probeerde te ontlopen. Na alles gelezen te hebben was ik verdoofd en kwamen de tranen die ik vergeten had te laten lopen bij elke keer dat ik hoorde dat er weer een uitzaaiing bij was gekomen, dat ik me vermand had als de psa niet omlaag was gegaan, dat ik onverschilligheid veinsde toen de behandeling mijn potentie ondermijnde. Ik zag mezelf na een slechte uitslag weer zitten, alleen in de auto, kijkend naar niets, zoekend naar woorden waarmee ik het licht kon maken om er over te kunnen praten als ik naar huis ging of een tekstberichtje naar Marion te sturen dat klonk als een weerbericht.

Hoe maak ik een oprecht boek van al die woorden? Allereerst bevrijdde ik de tekst van alle opgeklopte vrolijkheid over de vrouwen-psa, het kleine-penis-syndroom of prostaatpijn met de anusmassage zodat uitsluitend wat echt gebeurde overblijft. Ik werkte van woord naar woord, van zin naar zin om te vertellen over de grootste crisis in mijn leven. Wel met een lach, maar vooral ook met het schrijnende gevoel dat een kind heeft als het op zijn knie is gevallen. Het gaat over het verdriet van het verdwijnen van de tijd en hoe een gezwel de liefde in mijn leven besmeurde. Het gaat over de spijt dat ik in mijn verwerking alles meetrok wat me lief was en hoe ik nog droeviger werd, dacht dat ik al dood was.

Op een dag veranderde wat ik schreef. Ik had eindelijk het onvermijdelijke geaccepteerd en besefte daardoor dat ik zo lang het zo ver nog niet is moet leven. Vanaf dat moment werd het boek steeds gemakkelijker te schrijven en nu ik klaar ben en het aan mijn uitgever heb gestuurd voel ik me van een last bevrijd. Alles is in orde gekomen. De verbeelding vliegt weer en trekt zich niets meer van de zwaartekracht aan. In mijn hoofd zingt het: hortsjik, stel je voor dat ik op een echt paard zit, stel je voor dat het een vliegend paard is, stel je voor dat alle mensen die me lief zijn met me meevliegen en stel je voor dat het leven wel eindig is maar dat elke seconde eeuwig duurt.