Op 15 september 2022 werd mijn oudste kleindochter zeventien jaar en we vierden dat met taart en veel gezang bij haar moeder thuis. Wat een voorrecht dat we getuige mochten zijn van haar ontwikkeling. Vanaf de dag dat ik vanuit Rome moest vliegen om op tijd voor de bevalling te zijn, maar nerveus een ticket voor een dag later had gekocht hoort ze bij mij, zijn we dikke vrienden. Snel een nieuw ticket besteld, maar de aanbieding die ik gekozen had via het internet was voor Amsterdam naar Rome en niet andersom, dus moest ik een derde ticket kopen maar ik was op tijd. En op haar zesde wilde ze wel eens met haar hoofd in een taart, zoals in lachfilms gebeurt. ‘Gekke meid,’ zei iedereen, maar ik besloot naar de HEMA te gaan en kocht daar een goedkope slagroomtaart. Live your dreams.

Ter gelegenheid van deze verjaardag had haar moeder Elle een geluidsbox aangeschaft om samen te zingen. Dancing Queen van Abba over het meisje dat barely seventeen is en wil dansen en leven. De meisjesstemmen van mijn drie kleindochters weerklonken door het huis en ik mocht solo ‘My life’ van Frank Sinatra zingen. Regrets, I had a few but then again too few to mention. I did what I had to do. Kon het mooier? Nee, want dit is waar het om gaat, om een Amerikaanse smartlap en ‘Life ’s been good to me. Als het stopt is het jammer, maar ik heb genoten van de grandeur der kleinigheden.

Thuisgekomen konden Marion en ik geen genoeg krijgen van de foto’s en filmpjes van de voorstelling van onze kleine wolfjes. Liefde was verborgen achter elke bocht en elke deur. Waar zou je bang voor moeten zijn? Voor de dood? Nee, het leven heeft gezegevierd. Dank jullie Helena, Kattie, Yuki en jullie pappa en mamma’s.

Dit is de eerste keer sinds 12 augustus dat ik weer in mijn dagboek schrijf. Ik moet geïntimideerd zijn geweest door de woorden van de oncoloog die me vertelde dat ik aan het laatste deel van mijn levensreis was aangekomen en daardoor mijn gedachten niet meer ordende in het licht van de langer wordende schaduwen. Waarom nog schrijven? Het is bijna voorbij. Ik mag eten wat ik wil en geef de dagen punten: een goede dag is een zeven, een slechte dag een vijf.

Nee, dat wil ik niet meer. Ik heb alleen nog maar tijd die ik zo goed mogelijk moet benutten en wil schrijven tot het laatst. De creatieve stromen die in slapeloze nachten door mijn hoofd stormen zijn terug. Deel twee van mijn memoires  over de periode 1981 tot 1982 wordt spoedig uitgegeven. Mijn uitgever begrijpt de noodzaak van het tempo, want ik zou het boek nog in mijn handen willen voelen om het gewicht van mijn gedachten te wegen.

Ik begin daarom onmiddellijk met deel drie, de periode tussen 1983 en 1992. Vandaag nog. Of misschien anders aan een boek ‘Het Sulwawesi, Kalimantan en Irian Baru van Bloem’ passend in de reeks ‘Bali van Bloem’.  Foto’s uitzoeken en dagboekfragmenten uit laten tikken. Ik zie het omslag al voor me.

Kom op zeg, laat de dood me maar verrassen, ergens onderweg, als ik er niet meer op reken, maar nu al opgeven is overbodig want ik ben mijn werk, mijn woorden, mijn foto’s, mijn kinderachtigheden en zwakten, mijn teleurstellingen, mijn vreugde en mijn blogs.