“Je hebt veel meegemaakt zeg,” zegt iemand die ´Als de tijd voor altijd stil zou staan´ gelezen heeft.

Dat gaat niet over mij. Dat kan niet. Ik woon niet in Aleppo. Ik heb mijn familie niet zien verdrinken terwijl we samen probeerden over te steken van Afrika naar Lampedusa. Wat mij betreft valt kanker erg mee.

Het is maar hoe veel ruimte je het in je leven geeft. Natuurlijk, het is een lastpost, maar ik laat hem niet mijn hele leven op zijn kop zetten. Ja, het zuigt, zeurt en zanikt. Dat wel. Het is een huichelachtige golem, een insluiper, maar hij treft me nooit in het hart. Daar heb ik hem nimmer toegelaten. Bovendien, het is een lafbek die zonder mij niet eens zou bestaan. ´s Morgens als ik wakker word is echt niet het eerste wat ik denk: Verdorie zeg, die prostaatkanker, wat jammer nou. In plaats daarvan open ik verheugd mijn ogen en denk ik aan alles wat ik eens zal gaan doen. Nee, je kunt niet zeggen dat ik veel heb meegemaakt. Ja, goede dingen: verre reizen, onverwachte ontmoetingen, vriendschap, respect, succes en bovenal de liefde.

“Maar je weet het toch. Altijd. Je gaat dood en je wordt er elke keer weer mee geconfronteerd. Je kan geen kant op, want het gezwel reist met je mee. Waar je wakker wordt is hij ook.”

Nee, als dat de indruk is die een lezer van mijn boek krijgt, heb ik het niet goed opgeschreven. Wat er werkelijk gebeurde toen ik kanker kreeg, is dat ik verdwaald raakte in het leven van een ander, een patiënt. Met verbazing kijk ik vanuit het hoekje dat voor mij bedoeld is naar wat die man allemaal overkomt. Bang gemaakt met het lelijkste woord dat in de Van Dale te vinden is, daarna bestraald, volgestopt met hormonale medicijnen, geopereerd, en nog een keer, en elke drie maanden op het matje geroepen om me te verantwoorden voor de bloeduitslagen en nieuwe vlekjes op mijn botten die de hoogtepunten op de lifeline van het FB account van mijn gezwel vormen. Maar wat er ook gebeurt, het is niet echt mijn verhaal. De ziekte met de krakende hoofdletter K mag dan altijd aanwezig zijn en een deel van mijn leven donkerblauw kleuren, in mijn hart ben ik gewoon nog ongeschonden. Nou ja, op hier en daar een littekentje overgehouden aan de liefde na.

“Hoe voelt dat dan als je hoort dat je weer meer plaatsen hebt in je lichaam waar het zit?” vraagt hij. “Je zal als dat aan je verteld wordt toch wel bang worden.”

Ja, ik weet dat ik moet schrikken en bang zijn, maar verder dan een gevoel van teleurstelling omdat me weer wat hoop wordt afgenomen kom ik niet. Ik haal mijn schouders op en denk na hoe Marion en ik zullen vieren dat het niet nog veel erger is. Zelfs de nachtmerries die ik tijdens de behandeling had, waarin ik verdwaalde en geen enkele mogelijkheid zag om terug te gaan naar waar ik ooit was, maakten me niet bang. Uit een beetje nachtmerrie hoor je toch zwetend en hijgend wakker te worden, maar ik was eerder verbaasd en licht geamuseerd: wat een wonderlijke dingen droom ik toch.

Ik vind een stevige woordenwisseling met Marion erger dan een bezoek aan mijn oncologisch uroloog. En ik neem het die smeerlap van een kanker alleen maar kwalijk dat hij er voor zorgt dat je af en toe elkaar niet goed begrijpt en dat er dan woorden gezegd worden die onuitgesproken hadden moeten blijven. De veranderingen die door de behandeling van prostaatkanker optreden zorgen ervoor dat de verwachtingen die we van elkaar hebben niet meer kloppen. Als we al tranen laten is het daarom en de pijn waardoor ik onrustig ben in mijn slaap als Marion over me waakt heeft altijd daar mee te maken.

Wij mensen met kanker weten het en alle anderen niet: Aan de buitenkant ziet kanker er veel dreigender en spectaculairder uit dan aan de binnenkant.

“En de dood dan?”

Ik weet niet of ik als het moment gekomen is nog steeds een grote mond heb en kan lachen, maar ik neem aan dat op het moment dat mijn levenseinde concreet wordt, ik er ook in eens niet meer ben. Er zal niet eens tijd zijn om te lijden.

Ik wil er niet zoveel mee bezig zijn. Laat de dood me maar verrassen omdat ik tot het laatste moment door ben gegaan met leven. Ergens tussen een hoofdletter en een punt zal het ineens afgelopen zijn.