Geef mensen met een fotografisch geheugen een willekeurige datum uit het verleden en uit hun hoofd vertellen ze wat ze die ochtend als ontbijt hadden, hoe warm het die dag was en welke muziek ze op de radio hoorden. En ik? Weet ik nog wat ik deed en wie ik was voordat ik prostaatkanker kreeg?

Wat at ik als ontbijt op 24 augustus in 1966? Mij hoef je zoiets niet te vragen, want ik zou het niet kunnen vertellen. Ik was achttien en had dat jaar een knop naast mijn bed gemaakt waarmee ik zodra de wekker ging de radio aan kon zetten. Die stond standaard afgestemd op Radio London, het radiostation waar in die tijd de beste popmuziek te horen was. Ik herinner me zo voor het eerst ´Like a rolling stone´ van Bob Dylan gehoord te hebben en ´We gotta get out of this place´ van The Animals, maar ik kan de datum er niet precies bij geven en ook niet wat er verder die dag gebeurde, zeker niet wat ik gegeten heb. Waar was ik op vakantie dat jaar? Ik zou dat even op moeten zoeken, maar ik denk aan San Rafaël met veel rode wijn en stokbrood zonder beleg of Londen met eindeloos rondlopen in Carnaby Street. Ik heb geen onfeilbaar geheugen.

Herinnering heeft alles te maken met emoties. Gebeurtenissen die gekleurd worden met een emotievlag blijven hangen. Dat zou verklaarbaar zijn met behulp van de evolutietheorie. Als het water uit die put vergiftigd was, dan helpt de herinnering die geassocieerd is met angst omdat je zo ziek geworden bent, je die waterput verder te vermijden. De momenten die met ziekte, pijn, stervensangst te maken hebben zijn zo sterk gekoppeld aan emoties dat ze ook sterke invloed hebben op onze herinnering.

In het boek ´Gezond´ dat in 2011 verscheen heb ik geprobeerd uit te leggen wat ´gezondheid´ is en dat het iets is dat mensen elke dag zelf creëren in een verhaal over zichzelf. “Hallo, hoe gaat het met je?” vraagt iemand en dan geef je een verslag over jezelf waarin biologische, psychische en sociale gegevens van dat moment een plaatsje krijgen. Dat verhaal vormt het houvast over wie je bent en waar je vandaan komt, je identiteit. We zijn uitgerust met hersenen die telkens weer nieuwe gebeurtenissen en emoties een plaatsje in dat verslag over onszelf geven en we zorgen dat het blijft kloppen, want we kunnen niet leven met verwarring en angst. Soms geven we dan een plaatsje aan nieuwe ervaringen en gebeurtenissen in onze autobiografie, maar meestal passen we daarvoor juist wat ons overkomt aan ons verhaal aan. Daarmee vervalsen we onze herinnering.

Nu is er onlangs onderzoek gedaan om er achter te komen of mensen met een onfeilbaar geheugen echt wel alles onthouden en of zij nooit valse herinneringen hebben. Gelukkig, uit het onderzoek blijkt dat ook mensen wier geheugen onfeilbaar lijkt toch menselijke trekjes vertoont. Ze mogen erg veel kunnen onthouden, maar het is niet moeilijker dan bij andere mensen om er in experimenten valse herinneringen in te planten.

Om mezelf te toetsen op de kwaliteit van mijn geheugen probeer ik de 24ste december 2012 te reconstrueren. Wat deed ik? Wat at ik? Ik herinner me als de dag van gisteren dat de uroloog zei dat ik kanker had en na de kerstdagen op moest bellen voor verdere afspraken. In mijn verhaal was nog helemaal geen plek voor een gezwel. Het was nog erg vroeg in de ochtend. Buiten was het donker en koud. Ik zou zweren dat ik op weg naar huis via de autoradio “Sounds of Silence” van Simon and Garfunkel hoorde, maar dat zal wel een gefabuleerde herinnering zijn. De lichten van de tegemoet komende auto´s ergerden me, want er reden mensen in die van een soort waren waar ik niet meer bij hoorde. Ik wilde snel thuis zijn om mijn gewone leven weer op te pakken. Net doen of er niemand iets over prostaatkanker had gezegd: kerstinkopen doen, vast bepaalde gerechten voor het kerstdiner bereiden, de kamer versieren. Ik meen me te herinneren dat ik nog precies weet wat ik dat jaar voor kerst heb gekookt. Tartaar van rauwe tonijn met lente-uitjes. Zeeduivel voor de viseters en lamsbout gevuld met knoflook, tijm en abrikozen voor de carnivoren. En als dessert een toetje dat de toenmalige schoondochter meebracht en Hemelse Liefde heette.

Wat tot de levendigste herinneringen van mijn leven behoort is dat ik van het ziekenhuis naar huis rijdend het liefst een omweg genomen had om het moment dat ik het aan Marion moest vertellen zo lang mogelijk uit te stellen. Mijn darmen deden pijn van de angst omdat ik de woorden uit moest spreken die al haar zekerheden over de gezamenlijke oude dag weg zouden nemen.

“Ik heb geloof ik een beetje een soort kanker,”  zei ik en zij keek me aan of ze me niet geloofde, omdat het niet in ons verhaal paste.