Nu dit weer: mannen die op het moment van het stellen van de diagnose prostaatkanker lekker dik waren hebben grotere kans daar wat sneller aan te overlijden. Nou ja, het is een verband, maar er is geen bewijs voor een oorzakelijke relatie. Dik zijn en prostaatkanker kunnen wel een gezamenlijke oorzaak hebben. Iets hormonaals bijvoorbeeld.

Wat moet je als je kanker hebt met zulke informatie? Je kunt de tijd niet terug draaien, ook al eet je verder alleen nog maar spinazie, zonnebloempitten en linksdraaiende organische magere yoghurt uit Griekenland.

Omdat ik op de doktersmulo heb gezeten en dus geleerd heb om ook oog te hebben voor de mensen die nog niet aan kanker lijden vraag ik me af of zo´n onderzoek ons verder helpt in het begrijpen wat de bijdragende factoren zijn voor het ontstaan van kanker.  Weten we welke factoren invloed hebben? Het zou leuk zijn als ik vrijdagavond samen met mijn zoon eet ik aan hem kan vertellen hoe hij zijn kans om hetzelfde mee te maken als ik wat kan verkleinen. Kanker, het is nu eenmaal 40 procent pech en 60 procent leefstijlfactoren waar we nog zo verdraaide weinig greep op hebben. Laten we het dus maar over zijn dochters – mijn kleinkinderen – hebben. Veel leuker.

Zelf heb ik altijd matig geleefd en toen ik hoorde dat ik kanker had was ik geen dikkerdje. Bovendien had ik in mijn hele leven misschien 353 sigaretten gerookt en 125 keer een pijpje gestopt. Toen ik op mijn 22ste ontdekte dat ik het eigenlijk helemaal niet lekker vond ben ik er abrupt mee gestopt. En heeft het geholpen? Misschien bij het voorkomen van longkanker, maar verder blijkbaar niet en het is vreselijk vervelend om na te moeten denken over wat ik dan wel heb mis gedaan. Hierover nadenken is als het zoeken naar de heilige graal, waar je zelf als je hem vindt niets meer aan hebt. Het lijkt ook allemaal vanzelf te zijn gegaan: van het moment dat ik het hoorde, via dat het nog een beetje onder controle houden van het gezwel tot het moment dat ik mijn laatste adem uit zal blazen. Heb ik aan zo´n onderzoek dan echt niets om het kwaad een paar maanden uit te stellen?

Vanaf het moment dat ik weer met de buikprik begon is er denk ik een kilo of vijf bij gekomen. Het overzicht van de bijwerkingen blijkt jammer genoeg telkens weer te kloppen. De gewichtstoename wordt niet veroorzaakt doordat ik meer spiercellen heb gekregen. Het is spek en dat vet is een heerlijke omgeving voor de hormonen die zich zo stout gedragen in mijn lichaam, maar daar staat dan weer tegenover dat ik die hormonen door het zelfde aan mij voorgeschreven gif nauwelijks nog heb. Piekerdepiekerdepiekerdepiek en nooit een simpel antwoord.

Wat is goed of slecht voor je? Was er maar voor ons stervelingen een duidelijke indeling te maken.

Met Helena en Katelijne zitten we in de auto en staan stil bij een stoplicht. Een hond blaft boos naar het verkeer. Mijn jongste kleindochter schrikt. “Stoute hond,” zegt Katelijne. “Stoute kat,” zegt Helena die van woordspelletjes houdt en lacht. “Stoute tijger,” zegt Katelijne en zo beginnen we samen aan een hele reeks: stoute mol, stoute eekhoorn, stoute strontvlieg, stoute schelp. Hoe kan een schelp nou stout zijn? Hoe kunnen dieren trouwens überhaupt slecht zijn als ze alleen maar hun natuur volgen? En als we nou de mens in dat rijtje zetten? Is die wel slecht? Was er een tijd, toen de mens nog maar net rechtop liep, dat hij wel in het rijtje dieren paste die alleen maar hun impulsen om te overleven volgen zodat hun gedrag geen moreel oordeel verdient? Waar in de geschiedenis is wat we stout noemen begonnen? Toen Eva Adam overhaalde een appel te eten? Dat zal toch niet: tegenwoordig zijn er massale campagnes om ons appels op te dringen. Of toen Jezus zei ´Het is volbracht´? Toen Mohamed Mekka verliet? Toen de filosofen van de Verlichting hun ideeën over de ratio papier zetten? Toen in 1945 de Internationale Verklaring voor de Rechten van de Mens werd geformuleerd? Zijn mensen stout of vinden we ze stout? Of hebben animisten gelijk en is het zo dat soms een stoute geest en soms een goede geest in ons woont?

En waar zitten die stoute geesten bij mij dan? Mijn hart is goed, mijn hersenen soms slecht, de mond waarmee ik soms iets te snel iets zeg slecht, maar de lippen waarmee ik kus zijn dan misschien weer goed? Mijn vuist slecht, maar de vingers waarmee ik streel lief? En mijn prostaat? Was die goed tot 2002 en is die zich sindsdien stout gaan gedragen? Wat heeft hem zo stout gemaakt waardoor hij zich tegen me heeft gekeerd?

Het zijn woordspelletjes, maar al die onderzoeken brengen onmiddellijk net zo goed een morel oordeel met zich mee omdat de woorden die we gebruiken besmet zijn met een geschiedenis van het veelvuldig gebruik. Geen woord is nog neutraal en er is geen enkel mens die zich zo ver boven de anderen kan verheffen dat de woorden van al die associaties worden ontdaan. We mogen ze vervangen door a´s, b´s of cijfers, maar als we nadat de computer alles voor ons heeft uitgerekend en de symbolen van de wetenschap weer om moeten worden gezet in echte-mensentaal dan duiken weer de vertrouwde woorden met hun bijbehorende spoken op: dik, vet, kanker, dood. Stoute woorden.