Wat leer je in hemelsnaam van kanker, van onhandige hulpverleners, van
bestralingen, van hormonale therapie, van chemotherapie? En waarom is het – als
je alles een beetje begrijpt – afgelopen en doe je examen voor niets? Achteraf,
ja dan weten we het maar dan is die kennis overbodig geworden. Wie echt slim is
stoot zijn hoofd niet twee maal aan de zelfde steen, maar hoe vaak proberen we
een deur door te gaan die gesloten is?
Ik verkeer in de luxe omstandigheid
dat ik voor de tweede keer in mijn leven met die vermaledijde buikprik behandeld
word en dus van mijn eerdere ervaringen profijt kan hebben. Voor de mensen die
het niet weten: ik word behandeld met een medicijn dat de aanmaak van
testosteron drie maanden lang plat legt. Ik laat het aan de fantasie over wat
dat voor gevolgen heeft.
Wat waren dan die eerdere ervaringen? Nou, precies
alles wat mijn fantasie daarover me influisterde. Ik zat te wachten op wat in de
bijsluiter was opgesomd en het kwam vanzelf. De huilbuien, het verdwijnen van de
haargroei op wangen, benen en borst, de opvliegers en natuurlijk – dat waar ik
het meest voor vreesde – de potentieproblemen. Het opvallendste was echter dat
een deel van die bijwerkingen al begon voordat ik ooit de buikprik kreeg, alsof
de medicatie een schaduw vooruit wierp. In de twee weken voor de prik me zou
worden toegediend zat ik erg in de put en kon seks me in eens niets meer
schelen.
In het jaar dat de gosereline – het middel dat in die buikprik zit –
in mijn lichaam zat en mijn testosteron laf wegsloop, me in de steek liet en me
alleen mijn problemen op liet lossen werd het er niet beter op. Ik was mezelf
niet meer, werd depressief en een zeurpiet. Zo had ik mezelf nooit meegemaakt.
Misschien anderen wel, maar dan heeft het testosteron in ieder geval het
prettige effect dat het je ego opkrikt zodat je het niet doorhebt.
Wat een
feest was het dan ook toen ik na de bestraling en een door de uroloog
goedgekeurde PSA met die buikprikken kon stoppen. Ik werd weer de Ivan die ik
kende. Zo leek het allemaal tenminste. Ik ben nu bijna een maand geleden weer
met die buikprik begonnen en wacht geduldig op de beloofde en mij vertrouwde
bijverschijnselen, maar er komt maar niets. Terugkijkend begrijp ik eindelijk
dat alles wat ik aan de gosereline weet misschien wel meer te maken had met de
gevolgen van de woorden van mijn uroloog. “Waarom komt u zo laat?” Ik zag het
als een doodvonnis. Mezelf heb ik echter tien jaar geleden wijs gemaakt dat ik
het na twee weken verwerkt had, besloot er elke week over te schrijven om te
bewijzen dat ik me niet zou laten leven door de prostaatkanker en dat
uiteindelijk alleen ik de baas was. Luid verkondigde ik dat ik niet bang voor de
dood was en daagde het gezwel uit door minachtend te verkondigen dat het ´maar
kanker´ was.
Een vriend zei ooit nadat hij ontdekt had dat zijn vrouw een
affaire had met een ander dat je wel kunt beweren dat het moet kunnen , maar dat
als je de kamer binnen komt en haar met een andere man bezig ziet het toch heel
anders wordt. Hij vertelde dat er een verschil is tussen wat je bedenkt en wat
je voelt.
Ik had gewoon last van diagnositis en leed aan de pijn van de
woorden ´je hebt kanker´. Daar hielp geen bestraling tegen. Het zorgde voor een
soort post traumatic stress disorder en de verschijnselen daarvan kon ik niet
goed onderscheiden van die van de prik in mijn buik.
De depressie van toen
kwam niet door gosereline, maar was de somberheid van een toekomstperspectief
waaraan ik niet kon wennen. Het verdwijnen van de baardgroei kwam er echter weer
wel door. De huilbuien? Ik was bedroefd en ik verwerkte op die manier de pijn
veroorzaakt door het besef dat het leven tijdelijk is en dat ik nergens meer
controle over had. En de potentie? Ik dacht dat ik mijn best moest doen en was
niet wijs genoeg om te beseffen dat verlangen niet alleen in het testosteron
zit. Het geheugen aan wie ik was en hoe mijn geliefde me altijd had weten op te
winden door te zijn wie ze is heb ik toen onderschat. Nu besef ik dat ik altijd
naar haar verlang omdat mijn handen nog weten hoe haar zachte huid voelt en de
weg kennen langs de zachte glooiingen van haar landschap. Daar is geen hormoon
voor nodig. Het is alsof het leven diep in de oceaan gewoon doorgaat, maar of de
testosterongolven die op het strand ongeduldig kapot slaan zijn gaan liggen. De
buikprik komt, de liefde blijft.