Stel dat je onafhankelijk journalist bent en je doet onderzoek naar de opsporing van prostaatkanker en de behandeling ervan. Dan zal het je allereerst opvallen dat de vroege herkenning van deze kankervorm gebeurt via een methode die zo onzeker is als maar kan. We hebben helaas nog steeds niets beters dan de PSA test die we desondanks gebruiken. Prostaat specifiek antigeen (PSA) is een eiwit dat met name aangemaakt wordt door prostaatkankercellen en in 1986 werd daarmee een test ontwikkeld die bruikbaar was bij het volgen van mannen met al vastgestelde prostaatkanker. Door die test kun je zien hoe actief de tumor is. Snelle stijgingen betekenen meer kankeractiviteit.

De slimste van de doktersklas bedacht vervolgens dat je met de test misschien ook nog niet ontdekte gevallen van porstaatkankergevallen kunt opsporen en voor er goed over was nagedacht was de hele medische wereld ermee op de loop gegaan. De PSA is echter ook verhoogd bij een ontsteking van de prostaat en hij is ook wat hoger als je last van een oude mannenkwaal hebt. Hoe hoog mag die PSA bovendien wezen? Er is ooit maar iets arbitrair vastgesteld: vier nanogram per milliliter. Dus alle mensen bij wie een hogere waarde wordt vastgesteld kregen ineens te horen dat ze mogelijk prostaatkanker hebben. Natuurlijk moet je dat dan nog verifiëren: nog een keer testen, nog een keer testen en een biopsie doen. Ook al doe je vervolgens die biopsie om de aard van de prostaatkanker vast te stellen, toch zal 90 procent van de mensen met die hoge PSA behandeld worden zonder dat duidelijk is geworden of het toch niet om een onschuldige slapende vorm van de kanker gaat.

Wat is er door deze test aangericht? Zodra eenmaal het woord kanker gevallen is zit je thuis bij te komen van de schok. Gisteren was er niets en maakte je nog plannen om als je 55 wordt samen met je gezin op vakantie te gaan, maar ineens heb je kanker met een hoofdletter. Die moet gewoon weg. Als het nog in de kapsel van de prostaat zit wil je het liefste dat het ding er zo snel mogelijk uitgehaald wordt. Weg, weg, weg. Je zou hem eruit willen rukken, desnoods met een keukenmesje eruit willen peuteren. Kankerrrrr. De mannen en vrouwen in hun witte jassen staan klaar met hun Da Vinci machine om je te opereren. Voor alle zekerheid. We gaan toch zeker geen risico´s lopen en als de patiënt het wil…

De onafhankelijke journalist die zijn research doet moet wel denken: dit is eigenlijk idioot. Duizenden mensen per jaar wordt ten onrechte de stuipen op het lijf gejaagd. Volgens Nederlands onderzoek is bij een op de vijf mannen behandeling echter helemaal niet nodig. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan om te zien hoeveel mannen uiteindelijk het leven gered wordt, want daarmee zou je het allemaal nog kunnen rechtvaardigen. De cijfers variëren van een op de vijf tot een op de vijftig, afhankelijk van het land waar het onderzoek verricht werd. Zelfs dat zou nog aanvaardbaar zijn als de methoden om die kanker aan te pakken onschuldig zijn, maar incontinentie van plas en ontlasting kijken om de hoek naar je en de potentie kan er erg onder lijden. Na vijf jaar heeft 80 procent van de mensen die behandeld worden daar problemen mee. Geen man die er echter over klaagt, want die denkt dat bij hem gelukkig op tijd de kanker ontdekt is en dat hij blij moet zijn dat hij nog leeft. Voordelen en nadelen van de screening zijn niet in balans, maar toch raast het circus door.

The Great Prostate Hoax: How Big Medicine Hijacked the PSA Test and Caused a Public Health Disaster, zo heeft journalist Richard Ablin zijn boek genoemd. Er staan grote (great) woorden in die boektitel: hoax, hijacked, disaster. Overdrijft die Ablin niet een beetje? Jazeker en dat doet hij omdat hij wil dat iedereen het boek leest en er over nadenkt. Want het is echt bizar dat een zo onbetrouwbare test zo´n grote rol heeft gekregen in een kankerscreeningsprogramma. Omdat de patiënten bang zijn, de meeste journalisten er onvoldoende vanaf weten, beleidsmakers gegijzeld zijn in hun verantwoordelijkheid mensen met kanker zo snel en effectief mogelijk te behandelen en artsen gevangen zitten in een pakket van onvoldoende kritische onderzoeken die uitsluitend benadrukken dat de kanker altijd overwonnen moet worden ten koste van wat ook, verandert er bijna niets.

“Laten we even een PSAtje prikken” en voor je er erg in hebt kom je de spreekkamer uit omdat je kanker zou hebben. Ablin kan zijn longen uit zijn lijf schreeuwen, maar hij zal niet gehoord worden. Er zijn te weinig mensen die aan de PSA durven te twijfelen, hoewel er gelukkig wel steeds meer discussie over is

Die PSA test moet de prullenbak in en er zou zo snel mogelijk een betrouwbare test moeten komen die de poes van de tijger kan onderscheiden. Het argument dat zolang je die goede test nog niet tot je beschikking hebt, je een ondeugdelijke moet blijven gebruiken is onzinnig. Ook al maak je nog zulke mooie protocollen om de foutjes eruit te halen, het is niet genoeg om zulke screeningsprogramma´s te rechtvaardigen. De fanatieke jacht op prostaatkanker heeft niet meer levens gered dan het schade aan heeft gericht en je zou wensen dat in Europa het voorbeeld van Amerika wordt gevolgd: weg met die PSA-test in screeningsprogramma´s.

Mannen verdienen iets beters. En Ablin mag van mij wat overdrijven in zijn woordkeus om daar aandacht voor te krijgen.