Het nieuws vandaag is dat de oudste mens ter aarde is overleden. Eindelijk. Jerelean Talley werd 116 jaar en 26 dagen. Voor zo ver men weet is er nu nog maar een persoon op de wereld die in de 19de eeuw geboren werd.

Te laat voor mijn afspraak fiets ik zo snel ik kan door de straat met aan twee zijden bomen die zich troostend buigen over de weg waarover we reizen. Links zie ik het grote kindertehuis. Rechts achter een boom verstopt zich een blond meisje van een jaar of dertien om stiekem een sigaret roken. Angstig kijkt ze af en toe om de boom heen om te zien of ze niet betrapt wordt. De behoefte overvalt me te stoppen en tegen haar te zeggen: Is er niemand in je leven die jou zo belangrijk vindt dat hij zegt “Blijf nog lang leven, want ik wil je altijd zien, liefst elke dag en als je niet rookt is de kans daarop veel groter.” Maar ik weet dat ik die persoon niet ben om dat te doen en wil bovendien niet te laat op mijn bestemming komen.

Niemand weet of hij uiteindelijk nu.nl haalt omdat hij de oudste wordt.

De kleine gemeenschap van vergeten en steeds meer vergetende ouderen is ruw verstoord door het overlijden van begeleidster Mo. Eenenvijftig jaar, kanker en het is plotseling afgelopen. Toen ik in oktober iets op de groep van mijn schoonmoeder met Mo moest bespreken vertelde ze me dat het terug was en we keken elkaar aan zoals alleen lotgenoten dat kunnen. Want woorden, ach… Een operatie en dan zou ze weer snel terug zijn dacht ze.

Sinds twee jaar werkte Mo in het dorp van mijn schoonmoeder, waar ze mensen die bang waren voor alles wat er kan gebeuren als je oud wordt of die schuw geworden waren voor andere mensen omdat je niet weet wie je nog kunt vertrouwen overhaalde hun veilige huis te verlaten om de bijeenkomsten te bezoeken.

Mo kon biljarten en klaverjassen als de beste en wond de mannen om haar vinger. Ze kwamen graag naar de leegstaande kerk waar de bijeenkomsten plaats vonden. Tegen mijn schoonmoeder zei Mo als ze geen zin had om te gaan: “We kunnen hier helemaal niet zonder je. Het is gewoon niet zo leuk als jij er niet bij bent.” En dan ging mijn schoonmoeder toch. Wat voor opleiding moet je hebben om deze vaardigheden te ontwikkelen?

Marion en ik weten eigenlijk alleen dat Mo een hartelijke en gemakkelijk communicerende vrouw was, maar waar ze vandaan kwam, hoe ze het op school deed, wat haar gelukkig maakte, met wie ze het liefst haar tijd doorbracht weten we helemaal niet.

Het is fijn dat er tijdens de crematieplechtigheid foto´s van Mo getoond worden, die haar altijd lachend laten zien in de kroegen die ze bezocht en op vakanties, telkens met een sigaret elegant tussen de vingers. Dit was ze, iemand op wie iedereen gek was. Dochter van een kroegbaas die in de dikke tabakswalmen van de jaren zestig en zeventig opgroeide en waarschijnlijk al een pilsje proefde voordat een gezondheidsorganisatie bedacht had om voor te gaan lichten dat alcohol voor je achttiende niet ideaal is.

Op de achtergrond klinkt muziek die we niet kennen. Het zijn de liedjes die mensen samen zingen als ze in hun stamkroeg zijn. Over vriendschap en nooit naar huis gaan. Op de foto´s van de laatste maanden draagt Mo een hagelwit T-shirt met in grote letters daarop KUTZOOI.

Dikke Bert, wiens imposante lijf ik aan een stuk door tijdens de plechtigheid hevig heb zien schokken, komt naar voren. Hij heeft ook iets op papier gezet. Eerlijker kan het nauwelijks als hij zich tot de kist richt en zegt “Mo, ik was niet je grote liefde, maar je noemde me vaak je beste maatje.” Ineens begrijpen we waarom mijn schoonmoeder de laatste tijd nooit meer ´papa´ zei als ze het over haar man had. Het was ´mijn maatje´ geworden. “Weet je nog,” zegt Dikke Bert, “dat we samen naar de Viersprong gingen en tegen de kroegbaas zeiden “We komen kijken of dit onze stamkroeg gaat worden, want de oude bevalt ons niet meer.” Wat hebben we de kroegbaas gepest als hij om twaalf uur wilde sluiten. Steeds bestelden we weer een nieuw rondje en gingen uiteindelijk pas om vijf uur de deur uit. Gek werd hij ervan, maar hij heeft ook erg veel aan ons verdiend.”

Uitvaartverzorger Arie, ooit eigenaar van Café de Cobra´s, die op latere leeftijd een onverwachte carrièreswitch maakte, heeft de bel uit zijn oude kroeg naast de kist gehangen voor het laatste rondje van Mo. Het is toch niet later dan twaalf uur geworden.