Vorige week deed ik aan een televisiequiz mee en ik ben er nu pas een beetje van hersteld. Vrij ontspannen was ik ernaar toe gegaan en in het begin was het allemaal niet zo belangrijk wat er gebeurde, maar naarmate de avond vorderde veranderde er iets. Het begon op het echte leven te lijken. Het ging al lang niet meer om wat ik wist, maar om welk moment je de grote rode knop indrukte om je antwoord te geven. Doe je het te vroeg dan heb je de vraag nog niet helemaal goed gehoord, maar doe je het te laat, dan is iemand anders je voor. Het gaat om het juiste moment , want faal je dan mis je de hoofdprijs.
Terwijl ik meedeed voelde ik dat er iets in mijn leven was geweest dat er erg op leek. In mijn bestaan was altijd alles vanzelfsprekend en of het nu geluk was of kwaliteit kan ik in retrospectie niet zeggen, maar meestal beantwoordde ik de levensvragen goed. Was het niet het geval, dan kon ik het nog herstellen. Dat was tot de dag dat mijn PSA veel te hoog was en de uroloog zei dat ik kanker had. Ik herinner me die eerste bloedtest om mijn PSA te bepalen nog goed.
Na een vakantie besloot ik een arts te bezoeken. Marion had namelijk opgemerkt dat ik zo vaak moest plassen en zelf vond ik dat het altijd zo lang duurde eer ik mijn gereedschap weer in mijn broek op kon opbergen. Ik verspilde mijn tijd met eeuwig uitdruppelen. Er kwam maar geen eind aan. Oude mannen hebben dat wel vaker. Grote prostaat. Dus zorgen maakte ik me niet.
“Laten we ook een PSA bepalen,” stelde de arts voor.
Hij gaf me een geel formulier mee, dat lang op mijn bureau bleef liggen. De vraag was namelijk waar je naar toe gaat om bloed te prikken? Ik wist dat niet, had er nog nooit iets mee te maken gehad. Na twee maanden zocht ik het uit en ging ik, maar vervolgens vergat ik de arts te bellen om te informeren wat de uitslag was. Als er iets is, dan belt hij mij wel, dacht ik. Toen ik hem uiteindelijk twee maanden later opbelde, zei hij dat ze bij het bloedlab vergeten waren om de PSA te bepalen. Ik moest het opnieuw laten doen en hij stuurde me daarvoor nog een keer zo´n geel formulier. Omdat ik in het buitenland moest werken bleef het weer liggen en verdween het al snel onder een stapel nog te beantwoorden brieven en rekeningen. Toch schoot het me een week of vier later weer te binnen en ik ging opnieuw naar het laboratorium. Vervolgens ging ik weer op reis en ongeveer vier weken na het bloed afnemen belde ik tenslotte mijn arts.
“Het is veel te hoog, je moet naar een uroloog Ivan,” zei hij.
Heel wat mogelijkheden om op de rode knop te drukken heb ik in dat halve jaar laten lopen en toen ik uiteindelijk erop sloeg was het te laat want de kanker was al door het kapsel en had mijn prostaat verlaten. Wat was er met me gebeurd als ik wat adequater had gehandeld en wel op tijd geweest? Had een chirurg dan mijn prostaat er in zijn geheel uit kunnen halen en waren mijn vooruitzichten dan nu een stuk beter? Ik denk er liever niet over na, want het is volkomen hypothetisch. Waar ik wel eens over nadenk is waarom mijn arts mij niet belde. Nu was echter het onomkeerbare gebeurd en daar moet ik me bij neerleggen.
Mijn kleindochters weten al wat het onomkeerbare is. Dat is het verschil tussen melktanden en echte tanden. Helena van zeven legt het ook aan haar driejarige zus Katelijne uit als die bezorgd naar het gat in haar glimlach kijkt. Dat zit er omdat ze de tand er zelf uit heeft geforceerd.
“Het geeft niet,” hoor ik Helena zeggen. “Ik krijg weer nieuwe tanden. Bij jou gaan later ook de tandjes eruit, maar zorg dan dat het bij opa en oma gebeurt. Daar krijg je veel meer van de tandenfee dan thuis.”
Het mooie van jong zijn is dat alles nog omkeerbaar is, maar op een dag wegen je besluiten ineens zwaarder. Ik wilde niet naar de uitzending van de quiz kijken, maar deed het uiteindelijk toch en ja hoor, ik zag het gebeuren. Bij de vraag waarmee ik de hoofdprijs kon winnen zag ik hoe ik het antwoord wist, hoe mijn hand naar de rode knop ging, hoe ik aarzelde en mijn hand terugtrok, toen besloot toch te drukken, maar net te laat was.
Is ons hele leven geen quiz Ivan?
Zeker denk ik hardop tegen mijzelf en volmondig ja zeggen tegen jou weekboek bevindingen van deze week, omdat ik ze namelijk herken en onderschrijf. Het lastige van had ik maar eerder en sneller aktie ondernomen en waarom ik, kleine maar o, zo simpele waarschuwingen zoals het verminderen van mijn spermavolume aan mijzelf heb laten voorbij gaan begrijp ik nog steeds niet. “Stom”dat zeggen we dan altijd achteraf. Maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet, je beschrijft het op uitstekende wijze en zo zit ik er dus ook in. De klok kunnen we niet meer terug draaien daar moeten we het gewoon mee doen. Verloren kans grap ik dan maar. En ja de hoofdprijs? “die hebben we toch altijd met ons “leven” Het is mooi en bijzonder dat jonge kinderen ons daarop onbewust attent maken.
Ik heb steeds meer bewondering voor de manier van omgang en het ploeteren met je prostaatkanker. Het help mij ook met ploeteren.
In het Noord-Hollands Dagblad regio Zaanstreek stond afgelopen woensdag een artikel over een boekje geschreven door Christian Oerlemans “Mannen, je sluipmoordenaar heet testosteron”, ik ga dit boekje kopen en natuurlijk lezen.
Het beste Ivan en nog gefeliciteerd met je verjaardag.
Beste Ivan,
Een weekje ouder dan jij feliciteer ik je met je verjaardag. Als lotgenoot – nog net op tijd geopereerd maar wel volledig urine-incontinent – hoop ik nog lange jaren van je wijsheid te mogen genieten.
Groet,
Berry
Beste Ivan,
Van harte gefeliciteerd met je 65e verjaardag ! Ik hoop dat je nog vele jaren in goede gezondheid ons kunt verblijden met je fantastische columns uit het leven gegrepen en getuigend van veel wijsheid.
Een lotgenoot
BS
Ze had eerst met een andere familie een gesprek en daarna met ons. Ik zag haar op een gegeven moment weg gaan en nooit meer terug komen. De zaalarts kwam ik tegen en zij zei dat we niet vergeten waren. De Oberarts had alles klaar gelegd, maar moest nog even in overleg. Waarop ik dacht; Tsjonge, een hele week de tijd gehad. Moet dat nu nog? En dat duurde…..en duurde….. Ik liep maar te ijsberen en kreeg er pijn in mijn buik van. Toen ik dacht; ik ga het vragen, was de deur dicht! Wel 10x ben ik gaan kijken en eindelijk was de deur open. Zat daar weer alleen de zaalarts. Ik vroeg haar of het vandaag nog ging gebeuren. “Ja, hoor, echt!” Zei ze. Ik vind mezelf best een geduldig persoon, maar ook mijn geduld raakt op een gegeven moment op. Toen ze zei dat de Oberartsen over een IC patiënt aan het overleggen waren slaakte ik een zucht van verlichting. Verdorie!!!!! Wij maar denken dat het over Kay ging. De zaalarts verontschuldigde zich wel tig keer dat dat zo was over gekomen. Dat had ze natuurlijk nooit zo bedoeld! Nee dat snap ik. Taal barrière, dan krijg je dat. Ik verzekerde haar dat het helemaal niet haar schuld was en dat ik al lang blij was dat het niet om Kay ging.