De Parijse grootproducent van slimme zinnen en aforismen Nicolas Chamfort (1741-1794) schreef: ‘Bij elk nieuw levensstadium ben je weer een groentje.’

Dat wist ik al omdat ik in mijn arrogantie dacht alles te begrijpen, maar het zo mis bleek te hebben toen de dokter het woord kanker zei. Tot in de details en in de meest onverwachte hoeken van mijn ziel moest  ik op onderzoek uitgaan naar iets dat steun kon brengen en met eigen ogen zien  wat voor mens ik met de gevreesde zieke was. Ik vond mezelf terug op het niveau van het kind dat droomde schrijver te worden en alles wat nieuw was nader wilde bezien. Ik was vergeten wat ik op de doktsersmulo geleerd had en welke inzichten mijn PhD onderzoek me gebracht hadden. Die hielpen me hier niet. Ik was een beginnend student in het vak ‘lijden en zijn vele interpretaties’,  kortom een groentje.  

Het is een groot verschil. De man die zegt ik ben geen kankerpatiënt en de man die vertelt dat hij kanker heeft. En nu weet ik uiteraard dat ze beiden zeker dood zullen gaan, maar dat ik het eerst aan de beurt zal zijn. Zoiets betekent nog al wat en zorgt voor een hele verbouwing in je hersenen, een nieuw laag denkbehang en een wereld van frisse wonderwoorden. Van remissie tot metastase. Met elke term komen er nieuwe inzichten en moeten de hersenen weer aan het werk om het volledig te doorgronden.

Ik heb daarover vanaf 2002 in mijn blogs proberen te schrijven om zo greep te krijgen over de ongewenste processen, ze van alle kanten te bestuderen en letterlijk elke gedachte te onderzoeken, de ziekte zelfs als een gast te begroeten om een conflict ermee te vermijden. Aan zo’n gevecht heb je namelijk weinig en uiteindelijk verlies je. En dat laatste woord overdenk je dan weer en je verandert verlies met je pen in iets dat draagbaar is. Iets in de geest van ‘Ach we gaan nu eenmaal allemaal dood. Ik misschien iets eerder dan een ander. Maar het komt altijd op het verkeerde moment.’

Je leeft echter met het zand dat door de strandwandeling tussen je tenen in je schoenen is terechtgekomen, de ruis van een slecht opgenomen muziekvoorstelling. En daar wen je wel weer aan, maar het wordt nooit meer zoals het was. Schone voeten in nieuwe zomerschoenen.

Toen de behandeling begon, mijn hormonen me werden ontnomen, betekende dat weer een nieuwe ervaring en werd ik opnieuw een groentje en teruggezet naar de eerste klas. Gelukkig leer ik snel en ben ik bereid wat ik ontdek serieus tegemoet te treden. Ik schreef over hoe ik aanvaardde dat een man zonder hormonen anders is en dat de nieuwe fase van mij ook een ander maakte in de ogen van anderen. Ik begreep eindelijk wat impotent was en dat het een aandoening van je geliefde wordt omdat je er niets aan kan doen dat al die normale bedrading voor de alledaagse lust zo maar verdwijnt en je piekert je suf hoe je dat kunt herstellen. Maar het is zo moeilijk. Sommige uitdagingen in het leven zijn groter dan andere.

Het ergste van die periode was mijn optreden in een radioprogramma op de zaterdagochtend waar ik voorheen altijd graag te gast was geweest en nu iets over een nieuw boek mocht komen te vertellen. Een boek dat ging over wat ik leerde en waarin ik het allemaal eerlijk op had geschreven, maar waar ik door de presentator – Jan heette de man en voordien had hij me nooit onvriendelijk bejegend – belachelijk werd gemaakt als een exhibionist die schreef over de reis die andere mannen (nog) niet hoeven te maken. Dat leerde ik daardoor ook: let op met anderen, ze zijn niet altijd te vertrouwen.

Laag op laag legde zich de nieuwe kennis over mijn grijze cellen heen en de wijsheid die ik vergaarde had ik natuurlijk graag geruild voor een simpeler leven met een ander leerplan, maar dit was nu eenmaal mijn route. Bij elke wijziging van de koers werd ik weer de sukkel die moet vragen of hij hier links af moet of juist rechtdoor moet gaan.

Dit jaar ben ik uiteindelijk begonnen met de chemotherapie die altijd vanuit de verre toekomst zijn schaduw vooruit wierp. Ik ben er klaar voor en verlang ernaar om nieuwe dingen te leren. De buitenkant van het verhaal ken ik wel. Ik heb geneeskunde gestudeerd en heb dikke boeken over medicijnen in Nederland geschreven. Dat er forse bijwerkingen op kunnen, nee zullen treden, tja dat hoort er nu eenmaal bij.

Mijn bagage is wel in orde, maar het is een tropenuitrusting voor de Zuidpool. Bovendien heb ik de patiëntvriendelijke informatie over wat ik kan verwachten in me opgenomen. Lijden en pijn, ongerustheid en spanning, de dood of marginaal bestaan, het zijn de onderwerpen waarmee ik geconfronteerd word en die ingevuld moeten worden. Met woorden.

Ik heb nu de eerste chemo vrijwel achter me en beland langzaam maar zeker in de klachtenvrije zone voordat de volgende begint. Voor de meeste reacties van je lichaam hoef je in deze fase nog niet zo bang te zijn. De laatste diarree is opgedroogd en klodders kapotte slijmvliescellen in de longen die door de docetaxel in mijn bloed zijn omgekomen hoesten zich met veel misbaar uit de luchtpijpen. De ochtend begin ik nu als een ervaren roker die luid probeert te laten weten dat hij ondanks zijn slechte gewoonte nog steeds in leven is. Blaffen tegen de maan.

Het is eigenlijk niet anders dan bij alles wat je in het leven meemaakt. Angst brengt je nergens en het aanvaarden van wat er komt – het vervelende maar ook dat wat er nog aan goeds op je wacht – blijkt de sleutel van het overleven.

Die Nicolas Chamfort is overigens met al zijn wijze aforismen helaas niet bestand geweest tegen de tand des tijds en op een wrede manier aan zijn einde gekomen. Tijdens de Franse Revolutie en gedurende de politieke conflicten tussen de Jacobijnen en Girondijnen werd hij gevangen gezet. Maar hij kwam ook weer vrij. Opnieuw dreigde hij het gevang in te draaien. De angst voor de guillotine knaagde aan zijn dagelijkse gemoedsrust en hij besloot zelfmoord te plegen. Dat kan ook in het lesprogramma van het leven horen.