Gretig pakten onze kleindochters de cadeautjes die ze op verjaardagen en feestdagen kregen uit, er al zeker van wat erin zou zitten. Hun ogen glinsterden. Het was een rage: meisjeslego. Luxe huizen met zwembaden en felgekleurde jeeps waarin poppetjes met lang blond of zwart haar overleefden. Het waren driedimensionale puzzels die niet op te lossen waren zonder de bouwtekeningen er goed naast te houden en ik was diep onder de indruk van de inventiviteit van mijn kleindochters het allemaal op de juiste plaats te zetten. Als ze klaar waren en hun ogen eraan gewend waren verhuisden ze naar een grote tafel op onze zolder. Sun City. Opeens waren de meisjes er echter te oud voor en als ik af en toe boven kwam zag ik hun droomstad langzaam maar zeker uiteen vallen.

Sinds Yuki van bijna drie het heeft ontdekt speelt ze met de violette en roze ruïnes en telkens zit er minder structuur in, wordt het een stapel stukjes plastic en is de helikopter onherkenbaar geworden, de uitkijktoren gesloopt. De bouwtekeningen zijn al lang verdwenen.

Die lego meisjes en jongens met telefoons aan hun oor lijken erg op mensen en ik vraag me af wat ze zouden doen als bij hen COVID-19 uit zou breken. De mens behoort tot een slimme diersoort die door zijn inzicht hoe je alles kunt gebruiken voor eigen overleving en eigen gerief zich maximaal kan aanpassen aan de omstandigheden. Daartoe leven mensen in groepen want door samenwerking verveelvoudigt zich de kans om te overleven. Helemaal in zijn eentje redt de mens het niet erg lang. Hij zou van eenzaamheid sterven. Ik vermoed dat het ook het geval is bij het legospel.

Zijn hele zenuwstelsel is succesvol afgestemd op het leven met anderen en dat succes heeft geleid tot een geleidelijke uitbreiding van zijn leefgebied en de vermindering van wat er verder op aarde loopt, vliegt, graast, groeit. In Bijbelse termen zou je kunnen spreken van de elfde plaag die god aan de wereld zond. De sprinkhanen en de dood van de eerstgeborenen in het land van de Farao waren een onvoldoende waarschuwing. Het is nu na een paar plaagstootjes – hiv, de sarsuitbraak van 2013 – menens en we begrijpen er maar niets van. Nog steeds zijn we verbaasd over de grote veranderingen in maart van dit jaar en begrijpen we niet waarom de schuilkelders van het moderne leven – de horeca – in oktober opnieuw gesloten moeten worden.

Ver vanuit de ruimte kun je als de aarde donker is het licht waarnemen waar de mensen wonen en met een heel goede verrekijker kun je vanaf een satelliet zien hoe mensen in hun betonnen mierenhopen wriemelen, met elkaar werken, bij elkaar in de trein zitten, hoe ze gelukkig worden als ze bijeen zijn, lachend bij elkaar op schoot zitten, elkaar juichend in de armen vallen als hun club gescoord heeft.

De menselijke samenlevingen vrijwel overal ter wereld vormen een bereidwillige basis voor de stukken erfelijk materiaal van virussen die door het verdwijnen van hun natuurlijke gastheren in de eindeloze wouden en toendra’s  ineens geconfronteerd werden met andere levende wezens en ze hopten over naar deze mensenmassa’s, bleken ook bij hen te kunnen overleven. Het woord ‘hoppen’ klopt overigens niet. Het legt de verantwoordelijkheid bij een virus dat zich net als al wat leeft aanpast aan de omstandigheden. Dat is alles.

Mensen die de bossen kapten voor het hout dat nodig was maakten in hun bouwdrift de weg voor hen vrij. Zij die de aarde doorwoelden op zoek naar goedkope energie openden Pandora’s doos. Mensen die de wereld ordenden in gebieden waar het vee mocht grazen voor de vleesproductie, de maïs mocht groeien voor de maissiroop die in het fastfood gebruikt werd, verjaagden de wilde dieren uit dat gebied die voorheen welkome gastheren waren voor het virus.  Mensen die de eentonige palmboomplantages voor de kosmetische industrie gebruikten zorgden voor de uitroeiing van tijgers en mensapen. En de vliegtuigen, treinen en bussen waarin de mensen zaten die overal tegelijkertijd wilden zijn zorgden voor het gratis vervoer van dat lullige stukje virus RNA. Waar mensen bijeen zijn worden de kansen dat het virus wordt verspreid steeds groter. Let goed op: ik schrijf niet ‘zich verspreidt’ maar ‘verspreid wordt’. Een groot verschil. Wij creëren de mogelijkheden ervoor.

Kunnen we de puzzel weer behoorlijk in elkaar zetten en daarbij rekening houden met de zwakke kanten? We zijn in staat tot leren immers. Maar een vaccin laat nog op zich wachten, er zijn nog geen effectieve medicijnen en wat er gebruikt wordt kan vervelende bijwerkingen geven. De enige juiste aanpak is om die wriemelende mensenmassa’s uit elkaar te halen en te voorkomen dat ze tijdens hun huilpartijen, hun dronken lachuitbarstingen en gewone tederheid bij familiebezoek een risico voor anderen vormen.

Misschien een app ontwikkelen die naar de globe helpt kijken om te zien waar het licht onnodig lang brandt en stuk voor stuk daar de gordijnen half dichtschuiven? Ik hoop het toch niet. Ik ben een optimist en denk dat als mensen voldoende zelfbeheersing hebben om samen de omstandigheden waaronder het virus gedijt te onderdrukken, we wonderen kunnen verrichten. Samen en zonder de bouwtekeningen van vroeger want die helpen niet meer.