Het is of de agenda van 2020 met al die mooie witte pagina’s die zich als een verwelkomende accordeon dit jaar aanboden dichtgevouwen blijft. De afspraken die we met anderen maakten, de beloften die aan ons gedaan werden zijn grotendeels niet meer doorgaan. Totdat er uiteindelijk niets meer in die agenda genoteerd hoefde te worden, behalve de dagen waarop de groene, grijze, blauwe container of het plastic vuil opgehaald wordt. Ongerust vragen we aan elkaar of als de grote accordeonspeler zijn instrument weer joyeus opentrekt er nog iets van wat ons beloofd leek toch nog doorgaat. Een beetje maar. Dertig mensen per concertzaal en telkens uitrekenen met hoeveel van de familie je samen mag eten. Tellen twee kleinkinderen uit het ene en één uit een ander gezin, samen met hun ouders als een of als vijf en mogen opa en oma dan meedoen? Valt er te onderhandelen met de onverbiddelijke natuur?

Het voorjaar was mooi, maar de zomer veranderde in een in mineur gespeelde elegie. Te warm om volledig van te genieten. En voor ik aan de hittegolven gewend was geraakt kwam de herfst.

Een week geleden zag ik nog een hazelworm. Was ze dezelfde die deze zomer met de bewegingen van een dansende koningin van Sheba zich snel aan mijn blik wilde onttrekken tussen het hoge gras? Nu blijft ze doodstil liggen. Met de steel van mijn leesbril til ik haar kop omhoog. Er gebeurt niets, ze zal wel zijn heengegaan. En deze week komen van de ene op de andere dag de boleten, zwammen, de vliegenzwam met haar opvallend gekleurde uitdossing, haar lange benen en hoge tutu, het stevige Eekhoorntjesbrood en de steeds zeldzamer wordende cantharellen snel uit de grond. Een beetje zand en wat dennennaalden op hun hoofd.

Ik kijk waar ik in deze tijd van het jaar in 2019 over schreef. Ah, het meisje met de gele regenjas, Greta, die zoveel mensen op de been kreeg voor een snelle en radicale aanpak van de klimaatsverandering. Ze is uit het geheugen verdwenen en zit weer netjes op school. Met monddoekje? Behoorlijke ventilatie? Met een leerkracht die niet aan het herstellen is van de burnout van de afgelopen rondedans met het virus, dat zich vermenigvuldigt als we bij elkaar kruipen.

Veel mensen op een kluitje, lachend, zingend, schreeuwend, huilend, maar dat kan niet meer omdat afstand houden de sleutel voor de controle op de verspreiding van het klotonavirus is.

Zou iemand beseffen dat coronacrisis en klimaatsverandering samenhangen? Er is natuurlijk geen oorzakelijk verband maar correlatie: beide hangen samen met de zelfde factoren: overbevolking, de menselijke leef-, eet- en drinkstijl, van de overconsumptie die nodig is om een hebberige economie draaiende te houden, en de rotzooi die mensen van het behoorlijk onderhoud van onze planeet hebben gemaakt.

Zou ook iemand snappen dat het niet zo snel voorbij zal zijn omdat wezende levens de zon nodig hebben, maar voor de mens gaat het niet uitsluitend om de zon, maar om een kus, een warme omhelzing. Hoe lang kun je zonder?

En begrijpen we wel dat als het virus eenmaal in het lichaam zit zich nestelt in het RNA van onze celkernen en dat als die celkernen zich snel moeten delen als verweer bij een vermindering van weerstand om andere redenen, de stukjes RNA van het coronavirus zich dan automatisch mee vermenigvuldigen en dat COVID-19 op een of andere manier weer opspeelt. Het is zoals het herpes labialis virus in de cellen van het slijmvlies in de liprand dat bij verminderde weerstand weer opvlamt.

De winter zal moeilijk worden door de schaduwen van de vele vragen die we moeten stellen. Marion zegt af en toe tegen me dat ik er over moet schrijven, omdat ik jaren lang  ’s lands zelfbenoemde uitlegger van medische problemen ben geweest. Ik heb echter het gevoel dat iedereen er al stukjes over schrijft. Een groot netwerk van woorden waarin kennis en mening met elkaar verward worden, waarin elkaar napratende deskundigen en verontruste niet-begrijpende burgers met elkaar op de vuist gaan. Wat zouden mijn woorden kunnen toevoegen? Niets. Ik houd het bij mijzelf.

Voorlopig heb ik de kanker die dit voorjaar weer op de deur klopte, nog aardig onder controle. Ik geloof niet dat ik al aan de chemo toe ben. Ik loop en fiets. Volgens mijn stappenteller leg ik dit jaar gemiddeld  per dag 7,5 kilometer lopend af. Dus veel meert tijd om iets uit te leggen wat al door anderen goed verklaard is zit er sowieso niet in mijn dagen. Ik houd het klein en richt me op de berkenzwam, het bosnetje, het broos vuurzwammetje en mijn ogen glijden tussen de kaler wordende bomen op zoek naar het silhouet van een ree. Een dier dat troost brengt.