Het was ongetwijfeld fake news. Die brand. Onmogelijk! Geleidelijk aan begon ik echter te twijfelen want de laatste paar jaar gebeuren er te vaak dingen die niemand voor mogelijk hield. Na een uur sloeg mijn twijfel om in aanvaarding dat niemand en niets het eeuwige leven heeft, zelfs zij niet. Ik zocht in oude fotoalbums naar mijn eerste foto van de kathedraal. Ik heb mijn leven lang wat me roerde, verbaasde of imponeerde met behulp van mijn camera’s vastgelegd om zeker te weten dat er in ieder geval iets zou overblijven. In dit geval was dat overigens volkomen overbodig, want hoewel ze niet in de top-tien van meest gefotografeerde objecten ter wereld voorkomt, moet ze in de albums van miljoenen mensen terug te vinden zijn. Meestal werd ze gebruikt als achtergrond voor telkens wisselende mensen. Ikzelf maakte me daar ook schuldig aan, want ze was ongevraagd het decor waarin ik Marion, Kaja en later ook mijn kleindochters op verschillende leeftijden en met telkens andere vrienden waarvan ik niet weet of ze nog in leven zijn plaatste. Een bewijs van aanwezigheid. Harde feiten die laten zien dat we in dat tijdvak op aarde rondliepen. Vreemd genoeg kon ik mijn allereerste foto’s van Parijs niet vinden.
Het zal rond mijn zeventiende geweest zijn, dat ik bij de rector moest komen. Even vroeg ik me af wat ik in hemelsnaam gedaan had, maar er schoot me niets te binnen. Hij vroeg of ik naar Paris wilde gaan. Ik was uitgekozen als beste van de school om samen met andere leerlingen uit heel Nederland die de hoogste cijfers haalden een bezoek aan de Franse hoofdstad te brengen.
Dat was mijn eerste bezoek.
Na een lang busrit over nationale wegen kwamen we na tien uur rijden in Parijs aan. Het was al donker en de chauffeur maakte voor we naar ons hotel op de Place de la Republique gingen een soort ereronde langs de hoogtepunten van de stad. Ik had haar in mijn Franse leerboek gezien, maar wat ik die avond zag was veel groter dan het plaatje had doen vermoeden, schitterend verlicht van de buitenzijde en het confronteerde me met de mogelijkheid van oneindigheid. We waren er langs voor ik er erg in had. Het was magisch en raakte op slag verliefd op Parijs en op de kathedraal als icoon daarvan. De rest van die week stond ze helaas niet meer op het programma. We moesten naar het hoofdkwartier van de NAVO om te luisteren naar generaals die me voor echte strijd ongeschikt leken en die ons uitlegden over de strategie tegen de gevreesde Russische beer. Vervolgens bezochten we de OESO, waarvan ik op dat moment nog nooit gehoord had en dat bleef ondanks het bezoek zo. Vier letters meer niet. Nee, dan de stad. ’s Avonds naar de opera en onderweg daar naartoe keek ik rusteloos om me heen of we weer een keer langs haar zouden komen, maar dat viel tegen.
In een wereld waarin als ergens een luide knal klinkt, er brand uitbreekt, mensen wegvluchten voor iets dat nog niet gekend is, vraagt een substantieel deel van de bevolking zich te snel af of Marinus van der Lubbe weer aan het werk geweest is. Heeft iemand de Rijksdag opnieuw in brand gestoken? Was het een burenruzie of een symbolische strijd? Waren het hooligans of kruisvaarders? Was het een nieuwsjaarsvuur of een aanslag? Gelukkig hoorde ik tot mijn opluchting dat het kortsluiting was geweest. Gek dat je met zulk nieuws blij bent.
Maar toen begon het te schrijnen en leek het of het script van mijn eigen achteruitgang vakkundig werd vervlochten met die van bewijzen van de teloorgang van de menselijke creativiteit, de gebouwen die mensen samen hadden weten op te richten, die lang als een vanzelfsprekendheid het zicht op de Seine had gedomineerd, waar de brugleuningen bezweken waren onder de slotjes van verliefden die daar hun vrijheid hadden opgegeven door de sleutels in het water te gooien, waar verliefden hun eerste afspraakje hadden gehad en waar mensen zoals ik voor het eerst bedwelmd werden door de grootsheid van wat mensen samen kunnen.
Aanvankelijk was het nieuws slecht geweest en leek alles te zijn opgegeven, maar na een paar uur werd duidelijk dat misschien toch vitale delen de helse vlammen hadden overleefd. Het woord genezing zoemde al snel weer rond. De structuur bleek intact en het dak en een toren konden er weer opgezet worden. Met een stevige financiële injectie en een langdurige aannemerschemo zal ze het redden.
Geen palliatieve aanpak om de pijn te verzachten en er vervolgens een ondergrondse parkeerplaats te maken met daarop een glazen herdenkingsmonument. Ze moet blijven leven, er moeten nog miljoenen foto’s van gemaakt worden, onze kinderen en kleinkinderen hebben het recht haar van dichtbij te leren kennen.
Jij kiest je dames wel uit! Van grote schoonheid! ;0)
mooie reactie op een mooi verhaal!