Hij knipte met toewijding mijn haar, dat veel te lang geworden was, waardoor ik steeds meer het cliché werd van de oudere man die verdwaald door een wereld loopt die hij niet meer begrijpt. Intussen probeerde ik hem uit te leggen waar mijn nieuwste boek over gaat.

‘Overleven,’ zei ik. ‘Over wat een wonder het is dat het allereerste leven zich ontwikkelde tot biologische vormen die steeds effectiever om wisten te gaan met de bedreigingen van de leefomgeving op planeet aarde. Over het ontstaan van steeds meer diversiteit omdat dat de beste garantie is dat we ons tegen misschien niet alles, maar wel tegen zoveel mogelijk krachten waar we niet op voorbereid waren kunnen verweren. Over hoe dat gaat zonder dat we het merken, zonder dat we er steeds over na hoeven te denken. Over hoe fantastisch het is dat twee mannen ongeveer tegelijkertijd het principe ontdekten en het de evolutieleer noemden. Darwin en Wallace. Maar ook over hoe het nu gaat, nu de mens de wereld zo radicaal heeft veranderd en de menselijke biologie niet overal snel meer een antwoord op heeft. En over hoe de diversiteit kleiner wordt, en opgeofferd wordt aan zakelijke belangen, ondersteund door de naïviteit van de mensen die nooit het prachtige boek The Origin of Species van Charles Darwin lazen.’

Het geluid van de schaar stopte even en hij zei: ‘Maar Ivan, het ontstaan van de wereld is toch zo bijzonder dat die alleen maar door een god kan zijn geschapen. Ik kan niet geloven dat mensen er iets mee te maken hebben.’

Terwijl de kalmerende zang van de bewegingen van de schaar vlak bij mijn oor weer verder ging dacht ik na. Natuurlijk is de arrogante mens niet in staat leven te scheppen, maar Darwin was een door en door gelovig mens die toch goed in staat was om in ieder geval het mechanisme van het leven te beschrijven. En daar gaat het om. Hij aarzelde zelfs lang met het presenteren van zijn ontdekkingen omdat hij er geen plaats voor zijn god in kon vinden. Dat was een grote stap voor hem. Het vreemde is dat hoe meer mensen begrijpen van de evolutie, des te bescheidener ze worden. Dus het gevoel van bewondering voor het leven is goed in te voelen. Ik snap ook dat in veel culturen de mensen het leven bejubelen omdat er eigenlijk geen woorden zijn die het voldoende recht kunnen doen.

‘In de koran staat dat Allah de wereld heeft geschapen en dan is het voor mij zo. En ja het is een wonder,’ zei hij.

Allah is groot. Allah akbar. Het maakte me droevig dat het gebruik van die woorden tegenwoordig door veel mensen gezien wordt als een strijdkreet. God is groter dan de schoonheid of lelijkheid van de wereld. Nee, ik geloof niet zoals Hamid in een god die dingen vermag te doen, wel geloof ik in het wonder van de natuur en heb respect voor een ieder die dat op zijn eigen wijze uitzingt en schreeuwt.

Hij is mijn vriend en daarom wil ik niet met hem discussiëren, zijn ideeën ongeldig verklaren en hem de woorden ontnemen waarmee hij op zijn manier het mirakel van het leven een menselijke vorm geeft, die een manier biedt om erover te communiceren. Maakt het iets uit dat ik het ontstaan van de oersoep waarin het wonder van het leven kon ontstaan zie als het begin van een lange keten van perfectionering van de overleefstrategieën van levende wezens, en hij dat samenvat in een woord van drie letters, een G, een O en een D? De koers die het leven volgt is verder in beide gevallen het zelfde. Omgeving en aanleg zijn in een voortdurende dans met elkaar waardoor het beste evenwicht ontstaat. Darwin beschreef dat mooi in The Origin of Species en daaruit komt het motto dat ik gebruikte voor mijn eigen boek: ‘Het is niet de sterkste van een soort die overleeft, noch is het de intelligentste. Het is degene die zich het beste aanpast aan de verandering.’

Drie kwartier zat ik in de stoel van de man die op zijn visitekaartje heeft staan dat hij mij er jonger uit zal doen zien. In de spiegel toonde hij me ook nog even hoe mijn hoofd er aan de achterzijde uitziet. Dat verrast me telkens weer omdat uitsluitend bij de kapper ik met het sterk verdunnende haar op mijn hoofd geconfronteerd word. Toch knikte ik dankbaar, want dat is de basis van onze vriendschap: wij willen elkaar op geen enkele manier kwetsen. En kan hij er iets aan doen dat de tijd voortgaat en zijn sporen in mijn biologische verschijningsvorm krast?