De juf van de crèche van onze zestien maanden oude kleindochter Yuki heeft gezegd dat onze peuter al elke beweging van het lied ‘In de maneschijn’ mee kan doen. Ontroerend, want ik vind het zelf prachtig door de rijm die belangrijker is dan de inhoud en toch vanzelfsprekend. Net als het leven. Het is schitterend ondanks alles en je weet eigenlijk nooit waar het naartoe gaat. Zodra je denkt dat je het doorhebt is het al weer drie rijmende regels verder. ‘In de maneschijn, in de maneschijn, klom ik op een trapje naar het maankozijn, en je raadt het niet en je raadt het niet, zo doet de vogel en zo doet de vis, en zo doet de duizendpoot die schoenenpoetser is.’ Met haar kleine handjes maakt Yuki dan de typische beweging van het poetsen van schoenen en ik fantaseer duizend borsteltjes. En verderop gaat het over ‘dikke, dikke, dikke tante Kee’. Het is een van de laatste schuilplaatsen voor de politiekincorrecte kwalificatie ‘dik’ die er nog te vinden is omdat er nog geen poging is ondernomen de term ‘verhoogd BMI’ in het lied een plekje te geven. Uiteindelijk sluipen de regels naar ‘Dat is recht, en dat is krom en dan draaien we het wieltje nog eens om. Rombom’. Dat is wat we doen, elke ochtend weer. We draaien het wieltje nog eens om en leven weer een hele dag en maken er iets moois van. Goeiemorgen, welterusten, goeiemorgen, welterusten.
‘’Ze zal later wel professor worden,’ had de crèchejuf er nog aan toegevoegd. Het is dus een soort paasrapport. Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. Ouders blij, grootouders blij. En Yuki? Die ziet nog wel.
Ik weet wat een professor is, ben het meer dan vijfentwintig jaar geweest. Misschien kan ik Yuki nog wat advies geven, zoals ik ook van mijn grootvader een vanuit Lugano verzonden brief ontving om me te vertellen over hoe verleden en toekomst met elkaar te maken hebben. Ik las hem voor het eerst toen ik het ouderlijk huis verliet en ik hem in handen kreeg om voortaan zelf te bewaren.
Lieve Yuki,
Er is één ding dat ik geleerd heb in het leven: dat het fantastisch is om op aarde rond te lopen, op te groeien, steeds meer te weten, Teddie de hond te aaien, op je hoofd te gaan staan, terug te lachen naar de mensen die je zien stappen en vertederd naar je kijken. En straks ga je nog veel meer leren als je naar school gaat. Leuke dingen en volkomen zinloze, maar dat laatste is niet erg, want je leert er altijd wel iets van. Zo gaat dat. Je begrijpt dingen door de meest onverwachte gebeurtenissen en dat stemt je bescheiden. Dat is het kenmerkende van steeds meer inzicht, het maakt nederig voor de schoonheid van het schijnbaar eenvoudige.
Professor worden. Ik weet het niet. De wereld moet dankbaar zijn voor elke nieuwe vrouwelijke hoogleraar. Weet je waarom ik ‘ja’ zei toen ik ervoor gevraagd werd? Ik had me toen ik mijn boeken, columns en artikelen die ik over het gebruik van medicijnen schreef niet erg populair gemaakt bij de farmaceutische industrie en het merendeel van mijn collega’s. Ik voelde me miskend en deze onverwachte kans om professor te worden leek me een soort erkenning te zijn. Typisch zo’n kinderachtige actie van een dreinend mannetjeskind. ‘Graag’ zei ik en leende een zwarte toga om meer te lijken dan ik was. Hij was lang genoeg om mijn spijkerbroek af te dekken en de pedel gaf me een stropdas die in de professorenkamer vergeten was. Het was echter ook een beetje verraad aan mezelf, want ik wilde zo graag romans schijven en het is moeilijk als je twee van zulke zware beroepen met elkaar probeert te combineren. Eigenlijk had ik moeten kiezen, maar ik was nooit naar een crèche geweest, waar ze me dat hadden kunnen bijbrengen. Het professorschap was leuk omdat ik er zelf zo veel van heb geleerd, van al die jonge mensen met grote verwachtingen over wat ze wilden worden. Ik liftte graag mee op hun dromen. Het belangrijkste wat ik ontdekte is dat ik mezelf moest blijven en me verweren tegen alle pogingen me aan te passen aan rituelen en hiërarchische dogma’s en dat ik geen professor zonder kleren moest worden. Volgens mij kan je dat wel hoor Yuki. Nu ik er zo bij stil sta, moeten we eigenlijk altijd allemaal en overal professor in zijn. Er volledig voor gaan, alles willen weten, lezen, uitproberen en wat we geleerd hebben weer delen met anderen. Ja, de kraan van het grote reservoir van de kennis die de mensheid in de loop der eeuwen heeft verzameld openzetten en als er bewakers bij staan die zeggen dat we te klein, te jong, te vrouwelijk, te anders zijn om van de kennis te genieten en er gebruik van te maken, dan gaan we er gewoon netjes tegen in. Yuki jij hebt wel het karakter om professor te worden. Jij wijst naar je waterbeker als je wilt drinken, schuift je bord resoluut weg als je genoeg hebt gegeten en als je naar bed moet, huil je een beetje als protest. Gisteren zag ik je een toren van tien blokken hoog bouwen. Geconcentreerd legde je het ene op het andere fel gekleurde blok hout. Soms haalde je er eentje af om die te vervangen door een van een andere kleur. Toen je klaar was leunde je achteruit en klapte blij in je handjes.
Yuki, ik vraag me wel eens af wanneer mijn tijd van rondkijken, leren, woorden vinden en glimlachen voorbij is, maar ik beloof je dat ik zal proberen te zien hoe Helena films of nieuwe mode gaat maken, Katelijne cabaretvoorstellingen geeft en hoe jij eruit ziet in zo’n toga. En als jullie heel andere dingen doen, dan geeft dat helemaal niets. Is het rijmen van peuterversjes misschien anders iets voor jou?
Je opa Ivan.’
Prachtig opa Ivan!
Beautiful letter to a sweet little strong intelligent girl.
Enjoy your granddaughters Ivan!
Ik ben benieuwd naar het antwoord van Yuki, ooit! Met zo’n fijne opa heeft ze een streepje voor om te zijn wie ze is en te worden wie ze wil. Ik hoop dat je dat gast zien.
Wat een heerlijk kind is Yuki toch. En wat prachtig beschrijf jij toch, je liefde voor dit prachtige slimme meisje.
Geweldig mooi.
Je was en bent een echte hoogleraar, onafhankelijke denker en wetenschapper, luis in de pels, dienstbaar aan de gemeenschap en bovendien een lief echt mens. Chapeau.
Wat een weldaad voor Yuki te kunnen beschikken over zo’n wijze opa, Ooit als ze voor een keuze staat en niet weet wat te doen, zal ze dit in haar achterhoofd hebben en meer vrijheid voelen om dat te doen wat haar het meest gelukkig zal maken. Even ‘een Ivannetje’ doen denkt ze dan.
Haha, even een Ivannetje doen 🙂 Ivan, ik ben blij dat het naar omstandigheden nog zo goed met je gaat. Ik heb je ooit nog gemaild, het was heel raar, ik weet nog dat ik in de bib je boek “de Walvis” of zo als boekentip zag staan en meenam, en een dag later vertelde mn pa me dat hij prostaatkanker had. Hij is inmiddels 8 jaar van ons weg, maar we praten nog dagelijks over hem. Mijn kinderen gaan allebei afstuderen, mn dochter wordt bedrijfspsychologe en mn zoon industrieel ingenieur ict, jammer dat mn pa dit niet meer kan meemaken. En dat hij de nieuwe liefde in mijn leven niet meer heeft mogen kennen. Maar ik koester de mooie herinneringen. Bedankt, pa!
raamkozijn moet dat zijn, meneer de professor.
Wat een prachtige brief aan je kleinkind Ivan! Ze zal hem koesteren, meerdere keren in haar leven, dat weet ik zeker! En voor mij… en anderen is het ook een mooie aanleiding om naar je levenspad en keuzes /en die van je dierbaren – te kijken, dank je wel!
Lief…
Door uw boeken over medicijnen bent u in ons gezin bijzonder populair. We kochten alle uitgaven en gaven de oudere boeken weg aan familie en vrienden.