In Hotel Grand Italia te Choggria werd ik ‘s nachts wakker om te plassen. De waarschuwingsaandrang functioneert nog goed, zodat ik op deze fietstocht door Verano in Italië niet een spoor van natte bedden in de hotels waar we de nacht doorbrachten achter me heb gelaten. Ik verliet met tegenzin mijn bed waar ik krachten op probeerde te doen om de volgende dag weer een flinke afstand over hobbelige fietspaden af te leggen. Toen ik op mijn horloge keek zag ik dat het vijf uur was. Mijn vaste tijd. Er kwam vrij veel licht van buiten en daarom schoof ik de gordijnen iets opzij. Vanuit onze kamer keek je uit op de haven, die pal onder het raam lag. Een smalle kade en dan direct het water van de lagune. Links was een zeilboot aangemeerd met daarop de naam in grote letters: Liberdade. Vrijheid. Rechts de oude vaalgroene veerboot die buspassagiers en mensen met fietsen van Choggria via een reeks stops langs de eilanden naar Venetië brengt. In de boot brandde het hardste TL-licht dat je je voor kunt stellen. Op de achterste bank zat een man met grijs achterover gekamd haar, wat steviger gebouwd dan ik, met zijn armen gekruist over zijn borst. Ik bleef lang kijken, zag geen andere passagiers. Niets bewoog. Stilte. Het was een Hopper-schilderij. Ik wilde mijn camera pakken, maar liet dat na omdat ik bang was Marion te wekken.
De man wachtte bewegingsloos. Sliep hij of was hij gewoon geduldig? Was hij de eerste passagier voor de veerboot van half zes?
Hoeveel mensen zijn nog geduldig en offeren tijd op aan dromen over iets dat nog komt, intussen denkend aan de herinneringen die het heden draaglijk maken? Meestal moeten we nog even iets anders doen en is multitasking de belangrijkste kwaliteit voor een goede carrière geworden. Zelfs onze fietstocht was een waterval van planning en logistiek. Lekker ontbijten tot je als laatste de ontbijtzaal verlaat was er niet bij, want al vroeg moest de bagage klaar staan die door de ophaalservice van hotel naar hotel werd vervoerd. Vervolgens moesten de lelijke blauwe fietstassen van Giroblue vastgemaakt worden en vooraan het stuur werd een klein tasje met daarop een routebeschrijving bevestigd. Die was zo onduidelijk dat we regelmatig moesten stoppen om te overleggen waarheen de weg voerde. Af en toe keken we daarbij om ons heen om hulp te vragen, maar vooral de Afrikaanse migranten deden daartoe hun best, alleen wisten ze de namen van de straten waarop ze liepen, de kathedralen die ze passeerden en de rivieren die ze kruisten niet. Als slotstuk ging de accu erop, want Marion had erop gestaan dat we e-bikes zouden huren. Ik wist precies waarom. Ze ziet me elke dag. Door de behandeling word ik steeds zwakker, ben sneller moe, raak gemakkelijk gestrest en zie op tegen uitdagingen die vroeger niet in mijn woordenlijst als dusdanig werden benoemd. Maar dat had ze niet als argumenten gebruikt. Ze had het over tegenwind en bergop. Ontspannen aankomen. Het was beter voor haar en onze vrienden. Zij fietsten immers niet zo vaak als wij.
Ik hoef geen verslag uit te brengen over de reis door het Italië van Shakespeare, waar hij zijn toneelstukken in Vicenza, Padua, Verona of Venetië situeerde. Dertien van zijn 38 stukken spelen zich af in Italië en menigeen heeft verondersteld dat hij oorspronkelijk uit dat land kwam. Ik ga ook geen woorden verspillen aan de fantastische maaltijden die we er nuttigden en de Rippasso wijn die uit de streek komt. Lange lunches waardoor we weer laat op onze bestemming arriveerden en nauwelijks tijd hadden voor een wandeling en ik helemaal de gelegenheid niet kreeg in mijn dagboek te schrijven. Zelfs niet hoe goed de vriendschap is en hoe mooi het leven.
In mijn hoofd bleef het beeld van de man in de veerboot hangen en het wachtte op beschrijving tot dit moment. De maandag na de fietstocht, die ons via een ruime rondgang terugbracht waar we begonnen. Waar ging de man naartoe? Deed hij dat elke dag? Of was hij de stuurman en sliep hij in zijn boot? Veerboot nummer elf doet wat kleine eilanden aan en eindigt bij het Lido waar vandaan weer een boot je naar Venetië voert. De zinkende stad, die de locatie was voor de verfilming van Dood in Venetië van Thomas Mann, met de schitterende muziek uit de derde en vijfde symfonie van Mahler. Het verhaal over de ouder wordende man Asschenbach in een stad die in de greep is van de Cholera. Asschenbach verlangt terug naar zijn jeugd en wordt verliefd op een jongen van zeventien. Hij kijkt alleen naar hem, spreekt nooit met de jongen, verft voor hem zijn grijze haar zwart, maar de dood ontloopt hij niet. Door een hartaanval komt er een abrupt einde van zijn leven.
Daar varen, lopen en fietsen we naartoe. De dood. Laten we maar zorgen dat voor we op onze bestemming aankomen, we er iets moois van hebben gemaakt.
Ik droom weg in je mooie verhaal geadstrueerd met de mooiste muziek Mahlers adagietto en de verwijzingen naar Shakespeare… en Tod in Venedig!
Tod in Venedig .. schoen ist es da .. aber bleib noch ein bisschen .. wir lieben dich ja ..
Mooi Ivan. De lezer wordt prachtig in het verhaal meegenomen
Reis op zoek naar het einde van de tijd.