Eindelijk was het zo ver. Ik zag het al een tijd aankomen, maar probeerde het te negeren. Bij elke check waren er meer problemen, maar alles werd weer voor even hersteld en zo kwam mijn Citroen elk jaar toch weer door de APK-keuring. Nu ging het echt niet meer. 1600 euro aan reparatiekosten voor de goedkeuring om nog een jaar met mijn 15-jarige auto rond te rijden, dat is te veel. In vorige jaren vond ik vierhonderd net nog kunnen. Nog één keer dacht ik dan, want hoe lang zou ik er zelf nog zijn, en als het dan twee keer zoveel bleek te gaan kosten ging ik toch maar weer voor een keertje door de knieën. Ik wist wat ik aan hem had: doorgezakte stoelen, de rechter achterdeur die niet op slot kon maar dat wist toch niemand, de achterramen die beter niet geopend konden worden want ze sluiten was vrijwel onmogelijk omdat je er minstens drie handen bij nodig hebt, een niet-werkende airconditioning die je bijna een hekel deed krijgen aan de zomer en een kapotte versnellingsbak die af en toe bij het optrekken met een knal naar een ander versnelling viel, alle passagiers een hartverzakking bezorgde, behalve mezelf, want wat kon er nu nog echt gebeuren? Maar van de veiligheidspunten zonder welke ik de weg niet meer op mocht waar de man van de garage het via de telefoon over had en me duizendzeshonderd euro moesten gaan kosten, schrok ik wel. Dat komt echt niet meer goed dacht ik. Geen chemo die daar nog helpt en ik moet streng zijn, zoals de Nederlandse samenleving 80.000 euro aan behandelkosten voor haar ingezetenen ook het maximum vindt.

Het kwam in die vijftien jaar nooit in me op om een nieuwe auto aan te schaffen, want aanvankelijk was ik ervan overtuigd dat ik vanwege mijn prostaatkanker nooit meer een andere auto nodig zou hebben. Naarmate de tijd vorderde begon ik me af te vragen wie er eerder heen zou gaan, mijn vervoermiddel of ik. Om eerlijk te zijn, ik onderhield hem niet goed. Het was of ik in een rijdende mostuin rondreed. Het dak van de zwarte auto was groen geworden. Het rechter spatbord zat los, maar ik liet het nooit repareren want het bleef op een of andere manier toch zitten en de onderplaat van de auto was bij het te snel nemen van een verkeersdrempel losgekomen, in de garage gezet en nooit meer teruggeplaatst. Waar heb je die uiteindelijk ook nog voor nodig?

Ik was mijn auto carrière ooit begonnen met een witte lelijke eend, en die leek uiteindelijk met een lelijke zwarte zwaan ten einde te komen. Toch hield ik het van hem, hoeveel pijn het me soms ook deed om met mijn versleten heup in te stappen of er na een wat langere rit weer uit te komen. Marion vond wel dat ik een andere auto moest kopen, maar ik was tevreden, net als ik mijn ouder wordende lichaam niet kan veranderen.

Vrijdag bracht ik Katelijne na onze gezamenlijke lunch terug naar school en zei “Dit is de laatste keer dat je in deze auto zit”. Ik wilde toch iets plechtigs zeggen, om het einde officieel te maken, maar zij vroeg opgewekt “Ga je een andere auto kopen?” Voor haar telt vooral de toekomst. Daarna reed ik naar de garage bij wie ik een andere auto uit koos. Een gebruikte met goede airconditioning en een hoge instap.

Ik haalde mijn vertrouwde auto leeg. In de vakken bij de deuren vond ik parkeervergunningen voor bijeenkomsten waar we de afgelopen jaren uitgenodigd waren, landkaarten van landen waarvoor je tegenwoordig meer aan googlemaps hebt. In het handschoenenkastje lagen donkere brillen voor 3D films. Handig om daar te bewaren want anders moesten we misschien bij een volgende film waar we met de kinderen naartoe gingen opnieuw voor zo’n stuk plastic betalen, maar uiteindelijk vergaten we ze steeds weer. Een flesje met gezonde lucht die lekker rook voor als Helena autoziek dreigde te worden. Wat lievelings-CDs – Johnny Cash, Van Morisson, Coldplay, Steely Dan – die ik te vaak beluisterd had omdat ik ze nooit wisselde en uiteindelijk gaf de CD-speler het op, maar dat gaf niet want ze zaten in mijn hoofd, klaar om vergeten te worden met al het andere. Tennispasjes van de club om de hoek, voor elk jaar een nieuwe, maar vanaf het moment dat mijn gewrichtsklachten me lieten bewegen als een hoogbejaarde waren ze niet meer nodig. En op de vloer wel vijf paraplu’s, kindertekeningen en speelgoed dat je gratis ergens krijgt, maar eigenlijk liever niet wilt hebben. Wat ik ervan nog wilde bewaren haalde ik eruit en stapte in een nieuwe andere auto, die ook een gebrek bleek te hebben, de linker voordeur wilde niet van het slot.