Hoewel ik dokter was, heb ik mijn leven lang mijn bezoekjes aan ziekenhuizen zo kort mogelijk proberen te houden. De wijde wereld is de plaats waar ons welzijn wordt geboren en daar wilde ik mee bezig zijn. Nu ik patiënt ben is het niet veel beter geworden. De kliniek is voor mij nooit de tempel van de gezondheid geweest, maar de fabriek waar de strijd met de dood uiteindelijk toch wordt verloren. Snel rijd ik er naartoe, probeer een plaats in de parkeergarage te vinden, haal de medicijnen op die alleen daar te verkrijgen zijn, laat mijn bloed prikken en ben weer ontsnapt voor de schaduw over mijn zonnige dag kan vallen.
Mijn uroloog mailt me een paar dagen later dat PSA en AF weer zijn gedaald. De nieuwe medicijnen werken. Ik stuur het bericht onmiddellijk door aan mijn lief en mijn zoon om hun dag op te vrolijken. Vreemd genoeg verandert de bloeduitslag voor mij minder dan ik van tevoren gedacht had. Het is een aftelsysteem met een haperend mechanisme. Soms lukt het om het weer wat terug te draaien en krijg ik er wat maanden bij, maar het is onontkoombaar dat het op een dag niet meer lukt.
En waar is dat leven dat ik heb gekregen? Het is te vinden in het nu en nergens anders. Het verleden is voorbij en wie dat nog met alle macht probeert te veranderen, zet zich aan een taak die altijd teleur zal stellen en de toekomst is het lege scherm waarop ik de woorden die nog nooit bedacht zijn moet gaan schrijven.
Nu ik weet dat kankeractiviteit en botafbraak verminderd zijn, word ik niet ineens wakker alsof ik vierenvijftig ben en nog moet horen dat het mis met me is. Nee, soms zit ik een half uur op de rand van het bed af te wachten tot alle vitale functies weer helemaal bij me terug zijn. Ik worstel met mijn rechter sok, bind de strijd aan met mijn linker, moet een parmantige stap maken voor mijn onderbroek, struikel daarbij net niet, wurm met mijn reumatische rechterduim de knopen door de knoopsgaten in mijn overhemd, maak met mijn schoen een slingerbeweging in de lucht om hem over mijn tenen te gooien en strik hem terwijl ik op mijn bed op m’n rug lig. Zo ga ik door tot ik mezelf weer in elkaar heb gezet, kan staan en mijn rug heb gerecht om de dag tegemoet te treden. Daar sta ik weer, voornaam Ivan, achternaam Wolffers en al zeventig jaar op deze wereld. Het nu begint weer, de tijd waarin mijn bewustzijn voortdurend beseft dat ik er ben.
Wat zal ik er eens mee gaan doen? Een beetje somberen over een boek dat me ontglipt omdat ik het te snel wil schrijven uit angst dat ik de laatste punt niet heb kunnen zetten als het nu er voor altijd mee ophoudt? Over de tuin die er prachtig uitziet, maar die je wel moet onderhouden en dat het lichaam het niet meer wil omdat alles daarna pijn doet? Wanneer je dat rondje van minstens 10.000 stappen moet gaan maken terwijl de klok tikt en het moet gebeuren voor zonsondergang, want anders telt het niet voor vandaag? Maar er moet nog zo veel.
Geniet ervan, schrijven mensen in hun mooie wensen op Facebook of verjaardagskaarten. Ik doe mijn best om er een feest van te maken, hoe hoog de PSA ook is. We lopen langs het strand en zien voor de tweeduizenddriehonderdentweeëntwintigste keer de zon ondergaan en zeggen ‘prachtig’ tegen elkaar. Zal ik er weer een foto van maken?
Yuki is op bezoek. Ze logeert een dagje bij ons en lacht voortdurend. De lach van de onschuld, van het kind dat nog niets weet van wat er allemaal gaat komen, zich nog geen zorgen hoeft te maken over klimaatverandering en oorlogen omdat we niet meer naar elkaar luisteren, de ophitsende praatjes van de provocerende mannetjes en de pittige dametjes die de waarheid eens op de radio zullen vertellen. Toneelstukjes van woede. Af en toe slaapt onze jongste kleindochter, maar we zijn blij als ze weer wakker is en met haar stralende glimlach ons nu verlicht. We zingen liedjes voor haar die ze nog niet verstaat. In de maneschijn, in de maneschijn, klom ik op een trapje naar het raamkozijn, en je raadt het niet, en je raadt het niet, zo doet een vogel en zo doet een vis, zo doet een duizendpoot die schoenenpoetser is. En ze lacht nog meer, kijk naar buiten waar ze de vogels in de tuin hoort. Ik probeer tsjilpgeluiden te maken om met haar te communiceren. Ze kijkt verbaasd. Ik kan het misschien niet zo goed. Kiekeboe baaah. Wat lacht ze veel.
En ’s middags ga ik naar Helena mijn oudste kleindochter om haar te helpen bij haar huiswerk. Ze heeft maandag een Engels proefwerk. Zoveel woordjes te leren. Soms vertel ik er verhaaltjes bij zodat de woorden gemakkelijker blijven hangen, woordfamilies worden, geen geheimzinnige formules. En dan praten we even over onze dromen. Ze wil samen met de familie door Amerika reizen, op de set van een film of een televisieserie kijken. Omdat ze alle afleveringen van Friends heeft gezien – is goed voor haar Engels legt ze me uit – wil ze Jennifer Aniston leren kennen.
En dan zegt ze: ‘Opa, heb je het tweede jaar van Thirteen al gekeken?”
“Nee, zo druk geweest,” zeg ik.
“Wel heftig hoor,” vervolgt ze. “Vooral met Tyler gaat het niet goed. Ik weet nu ook wat het Engelse woord voor verkrachter is.”
Alsjeblieft. Laat het nu nog even duren, dan kan ik duidelijk maken dat elk verhaal dat we elkaar vertellen in principe ook goed kan aflopen.
Ja vooral dat, een langer nu.
Prachtig Ivan je schrijft zo mooi over levenslust. Fijn dat wij het mogen meevieren.
Wat je beschrijft, raakt me. Ik leef nu bijna 20 jaar in extra tijd, ik mag 80 worden, ik heb mijn 4 kleinkinderen zien groeien, ben zo blij en trots op hen. Ik heb mijn kanker periode mogen gebruiken om te groeien, ik heb het kunnen handelen. Maar Ivan, toen mijn jongste schoondochter kanker kreeg.. Kon en kan ik dat niet aan! Zo machteloos. De pijn die ik voel bij mijn zoon en zijn zoons.. Hoe dan?? En toch.. Ik ben moeder en oma en ik zal er voor hen zijn. Dank voor het delen van jouw weg!
Alweer zo’n prachtig verhaal.
Een en al levensvreugde.
Ik steek er echt iets van op.
Hoop dat je nog heel lang zo door gaat.
Prachtig. Dank u!!
Ivan, je blijft mij ontroeren. Je grote liefde voor het leven en je kleinkinderen! Geniet het leven, je hebt nog een hele poos!
Mooi, wat heerlijk hoe je geniet van jullie klein kinderen, fijn om te lezen een mooi begin van de maandag. Wat betreft jouw strijd met je lichaam, je doet het goed, meer kun je niet doen
Zo knap van je dat je me binnen 5 minuten hardop doet lachen bij dat ‘Ivan Wolffers worden/gevecht met veters, schoenen en ondergoed’ en vervolgens onverbiddelijk doet meeleven in je verdriet en als in een ware rollercoaster is er dan meteen ook weer die oersterke troost van je liefde voor en van je kleindochters…
Altijd weer een mooi verhaal,bedankt Ivan.
Nogal directe vraag en hoeft daarom hier ook niet beantwoord te worden. Maar ik vraag het me af: Is Helena net zo nieuwsgierig naar het verhaal van opa als dat ze is naar het verhaal van Jennifer Aniston? waardoor het verhaal in de echte wereld ook goed kan aflopen…