“Heeft u twee kaartjes voor vijfenzestig plus voor Three billboards in Ebbing, Missouri?” vroeg ik.
“Goh, vijfenzestig plus,” zei hij. “Is dat nou erg verschillend van tweeënvijftig.”
“Nee, het is vrijwel hetzelfde, behalve dat je een hoop klachten hebt en vooral op de plaatsen waar je het niet wilt.”
Hij glimlachte. “Ik ken u wel,” zei hij. “U heeft toch prostaatkanker.”
Ik knikte en lachte terug.
Later in het toilet, wachtend tot de oudemannendruppels zich verzamelden tot een onzekere plas, drong pas tot me door, dat andere mannen zo’n ontmoeting misschien vervelend zouden hebben gevonden. Dat ze opgewonden zouden roepen dat er mensen achter hen in de rij voor de kassa stonden die dat konden horen en dat op die manier – geformuleerd in het moderne jargon van nationale disputen over privacy – hun diagnose op straat lag. Mij heeft het nooit veel kunnen schelen waar die lag. Als het al op straat te vinden zou zijn, dan was ik daar zelf verantwoordelijk voor. Ik ben schrijver en heb geen zin om mijn tijd en talent te verspillen aan dingen die me niet ter harte gaan. Waaraan dan wel? Dat ik misschien een deel van de levens van mijn drie kleindochters mis zal lopen. Lijkt me vreselijk en het aan elkaar verzekeren dat wie dood is alles weet en zien kan, brengt me geen vreugde. Echte plakkerige kussen van een mond waar nog aardbeienijs aan kleeft, daar gaat het om. En ook dat ik de mensen die me lief hebben verdriet zal doen want rouw en liefdesverdriet zijn de pijnlijkste momenten in ons leven. En juist ik zal ze zo’n intense pijn bezorgen, de dolk in het hart steken.
Door er zo oprecht mogelijk over te schrijven zijn de slapeloze nachten, de pisvlekken, het hurken bij hoge nood achter een boom of met samengeknepen billen door het Vondelparken schuifelen om op tijd een veilig toilet te bereiken, in de publieke ruimte – op straat dus – gekomen. Ook de invloed van die prostaatkanker op de relatie met mijn geliefde heb ik wel eens in mijn blogs behandeld. Het is namelijk onvoorstelbaar dat mensen die probeerden de zelfde richting uit te kijken, na het doodvonnis door de dokter door kunnen leven alsof er niets gebeurd is. De een kijkt achteruit en brengt voor hij verdwijnt orde in zijn autobiografie, de ander kijkt met angst vooruit naar wat erover blijft als je alleen bent. De gebruikelijke methode om tijdelijke moeilijkheden het hoofd te bieden bestaat niet meer. Je kunt je niet wapenen en troosten met de gedachte dat straks, als alles voorbij zal zijn, het licht in je leven terug zal komen, want er is geen straks meer voor je samen. Is er nog wel een voorjaar? Komt er nog een vakantie?
Ik heb de realiteit in mijn leven geaccepteerd en heb erover geschreven in een poging om van de dood nog enigszins iets moois te maken. Met een dikke kwast veel geel en rood erover heen en dan een laagje nostalgie, terugkijken naar wat zo mooi is geweest. Door erover te schrijven hoopte ik mannen die zich schaamden over wat hun gezwel met zich meebracht, hoe het hun gevoel van eigenwaarde aantastte, te laten weten dat ze niet alleen zijn.
Ik heb er maar twee keer spijt van gehad. Een keer toen ik in een populair radioprogramma waar ik mocht komen vertellen over de publicatie van mijn verzamelde blogs. De interviewer las zonder liefde voor wat ik over de poep, de pis, de impotentie had opgeschreven en vroeg me waarom ik dat zo nodig aan andere mensen wilde laten lezen. “Maar het is juist een mooi boek,” protesteerde ik, “want ik wil laten zien dat het daarom niet gaat. Er is liefde, er zijn kleindochters, er zijn mooie boeken en hemelse muziek. Daarover staat veel meer in ‘Als de tijd voor altijd stil zou staan’.” Hij was onvermurwbaar: hij had er in elk geval geen behoefte aan. Het was een schaafwond die ik opliep aan teveel vertrouwen.
De tweede keer dat ik er spijt van had, was toen iemand me zei “Hé, leef je nog. Ik dacht dat je dood was”. Door zoveel over kanker te schrijven verdwijn je langzaam maar zeker uit de levens van de gezonde mensen. Je bent besmeurd met de kleur van kanker en ruikt naar dode lichaamscellen. De dood wordt je specialiteit, terwijl je er niet eens echt verstand van hebt. Er is maar één gelegenheid er iets over te leren en je kunt het niet eens navertellen. Ik weet over het leven. Laat ik daar zo lang ik kan mee bezighouden.
Echt, kanker is onbelangrijk en het leven beweegt zich altijd voort op een voorrangsweg. Daarom misschien keken de man van 52 in de bioscoop en ik bijna zeventig jaar elkaar na de voorstelling in de ogen. Hij onderbrak het controleren van de entreebewijzen een moment en een vrijwel onzichtbare glimlach verscheen op de gezichten van mensen die elkaar niet kenden. Elkaar even zien, dat weten, daarvan de vreugde voelen is voldoende om weer bij de overlevenden te behoren.
de presentator heeft het simpelweg niet begrepen. dat kan met van alles gebeuren. maar dat probleem ligt bij de presentator. of de buurman. of soms zelfs mensen van wie je dacht dat ze het zouden begrijpen. niet bij jou. ik zou me ook nooit, nooit verdedigen.
Wederom ademloos mooi beschreven, zo realistisch invoelend,
Great. Moge het nog heel lang gied gaan..xx
Dank alweer! Een mooi stuk dat ik meteen heb gedeeld met mijn kring van prostaat kanker vrienden en familie. Ik zelf deel toch liever niet al de details over de ongelukjes die ik heb ervaren. Vooral omdat zij me doen inzien dat zij toch niet zo belangrijk zijn als ik eenmaal langs mijn schaamte heen ben. Wel wil ik graag meer publieke toiletten hier in Missoula 🙂 Gelukkig zijn er genoeg steegjes met struiken en bomen waar ik me achter kan verschuilen.
Wat ben ik blij, dat ik al minstens veertig jaar ervaringen van je mag volgen. Dat begon voor mij met columns in de Volkskrant in de zeventiger jaren….zo was het toch?
Blijf nog lang mee doen. We kunnen niet zonder inspirerende en kritische mensen!
Weer een ontroerende colum ,ik kijk er iedere week weer naar uit .
Maar… hoe was de film?
(grijnzend gezichtje met veel witte tanden)
een 10
Je hebt met jouw openheid al vele taboes doorbroken en daarmee heb je mensen geholpen. Ik begrijp niet dat die presentator dat niet kon zien. Jij bent een voorbeeld voor ons allen.
Ik schreef het vandaag ook al als tweet: ‘Over dood, dan ook over leven. Niet het eens, niet het straks, maar het hier en nu. Een blog van een schrijver die mij wekelijks diep weet te raken.’
Ook van mij een warme glimlach Ivan
Er bestaan ook medemensen die voorzichtigheidshalve vragen of het besmettelijk is. Maw voorlichten t/m de straat is zo gek nog niet.
Ik was al een tijd niet zo actief op facebook. Dan vraag ik me steeds af, hoe gaat het met Ivan? Dus speciaal voor jou even gekeken. Mooi weer. Ik schrijf ook heel open, mensen stellen daar soms vragen bij, moet dat nou, zo intiem? Ja, ik wel. Wij wel.Ik zie niet in waarom niet? Liefs, Martine