Soms heb ik heimwee naar de ongeremde energie, naar de tijd dat ik ’s morgens lag te wachten tot het licht genoeg was om uit bed te komen, mijn kilometers door het bos te rennen, denkend over alles wat ik die dag allemaal zou doen, de liefde bedrijven, op het toetsenbord woorden tevoorschijn toveren, de wereld veranderen en als de nacht alles in bezit had genomen in een diepe slaap te vallen met een glimlach rond mijn lippen omdat er morgen weer een dag zou zijn.
Dat is lang geleden en ik weet niet wat of wie ik er de schuld van moet geven dat ik die ervaring nog maar zelden heb. Is het de kanker, de behandeling van mijn kanker of dat ik steeds ouder ben geworden en de energie weg glipt op plekken waar het lek niet meer kan worden gedicht? De knieën geschaafd door het onbesuisde leven, de heupgewrichten versleten doordat ik ze nooit spaarde voor de kilometers die nog moesten komen, de onbezorgdheid gesmolten nu ik weet wat er gebeurt als je de bestemming in het zicht krijgt.
Altijd ben ik ervan overtuigd geweest dat er maar één richting is waarin het leven zich moet bewegen. Vooruit. Het verleden was er om de weg te vinden die naar de toekomst voert, maar ik weet inmiddels wat er nog gaat komen en om eerlijk te zijn wil ik daar nog niet naartoe. Wat ik op aarde leerde wil ik ook nog hier gebruiken, want na de laatste kus is er niets meer waarbij mijn kennis nog van nut zal zijn. Alleen het ‘nu’ is nog over en dat is eigenlijk niet genoeg. Ik probeer mijn hakken in het zand te zetten om het nog wat te rekken, maar dat zand is ook niet meer wat het vroeger was toen ik er nog droomkastelen van bouwde.
Mijn leven begon met mensen die over mijn wieg hingen of in de diepte van de kinderwagen tuurden en grimassen naar me maakten. De brutalen porden ook nog zacht in mijn buik of streelden mijn wang. Met zeventig jaar afstand weet ik dat het liefde was waar ze een vorm aan probeerden te geven. Na een paar weken had ik ontdekt dat als ik hun mimiek imiteerde ze gelukkig werden. Dat ben ik mijn leven lang blijven doen. Glimlachen is de beste manier om je ziel te beschermen en bovendien erg besmettelijk. Het is het delen van het levensvuur, waar we ons allemaal aan willen warmen en dat we nodig hebben als het winterweer van ziekte en verdwijnende vrienden ons overvalt.
Al jong leerde ik meer dan een naïeve glimlach op mijn gelaat te toveren. Mijn eerste authentieke herinnering is van toen ik drie jaar oud was en op aandringen van mijn moeder met mijn driewieler van een heuvel reed. Ik hoefde niet te trappen, het ging vanzelf en mijn fietsje ging steeds sneller. Ik leek te vliegen. “Kom maar,” zei ze. “Je hoeft niet bang te zijn. Ik vang je hier beneden op.” Maar mijn greep op het stuur verslapte, ik reed mijn voertuig in een heel andere richting en viel in de berm van het pad dat me juist naar veiligheid had moeten brengen. De rest van mijn leven heb ik geworsteld met het dilemma of ik voldoende moed kon verzamelen om me over te geven aan het moeiteloze en volledige verlangen naar het vuur in me of naar het gezonde wantrouwen luisteren dat helpt bij het voorkomen van de pijn als je de bocht uitvliegt. De vaardigheid van het sturen is het moeilijkste wat er is, vooral als je niet goed kunt kiezen, alles wil, bang bent dat je niet genoeg hebt geleefd en niets wil missen.
Het vuur dat me altijd van binnen warmde, waar ik in de moeilijkste tijden een beroep op kon doen, brandt steeds lager. Zo lang ik lief kan hebben, troost vind, huid op huid voel, een warme hand in de mijne, de zoete geur van babypoep ruik is het er nog, maar ik vrees het moment waarop het dooft en ik besluit dat de kankercellen verder maar hun gang moeten gaan. In mijn hoofd spoken nog wat projecten rond die ik wil voltooien en er is nog van alles dat ik aan mijn kleindochters Helena, Katelijne en Yuki uit moet leggen. Kom op hakken, doe je werk.
Als je ouder aan het worden bent ,is de tijd die ons rest onduidelijk ,vandaar dat ik daar ook anders inzit nu .maar voor onze kleinkinderen en ook voor onszelf gaan we fijn door mooie colum
Erg fraai geschreven, dat waar geen woorden voor zijn, maar toch voelbaar wordt door de tekst.
Mooi beschreven. De pijnlijke realiteit van het leven is dat wij allen terminaal zijn. Wij realiseren ons dat onvoldoende. Ik ben nu in India, net in Varanasi geweest met de lijkverbrandingen. Hier heeft een leven een geheel andere waarde, en is de dood alom vertegenwoordigt. Daarom is er zoveel vuur en puurheid bij de mensen. Het is de natuurlijke levensloop, probeer er vrede mee te krijgen. Hier gaan de terminalen naar de Ganges, om de dood in de ogen te kijken. De as wordt in de Ganges gegooid, daarna is er verlichting. Misschien is de dood een staat van verlichting, of bewustzijn. Lees de reis van de ziel maar eens, van Willem Glaudemans, Heel veel sterkte met deze zware reis.
Heb nog nooit op iets gereageerd, op welke site dan maar ook. Hoop zelfs nu dat het lukt en ook aankomt. Als jonge vijftiger ,geconfronteerd met dezelfde ziekte die jou heeft getroffen ,lees ik je stukken met aandacht en zie veel overeenkomsten. Ook ik schrijf het van me af. dat voelt goed. Ik omarm het leven en houdt het stevig vast en niet van plan het los te laten. blijf je volgen
Voor mij ook veel herkenbaar. Mooi geschreven.
Ik ben blij dat je nog steeds in staat bent dit soort wonderschone teksten te schrijven, waarin je op zo’n onnavolgbaar mooie wijze inzicht geef in het proces waar je in zit. Dankjewel!
Vooral de pasage over de kleindochters
Wat prachtig geschreven.
Ik wens je tijd en energie.
Voor die projecten en kleindochters en zo…
Ook sterkte.
Heel mooi!
Misschien hoeven de hakken niet in het zand. Geen strijd tegen het onvermijdelijke, maar de sokken en de schoenen uit. Geen lange wandeling naar…. Waarheen eigenlijk? Ga zitten in het zand, ervaar het nu en het dichtbije. Dat wat je zoekt, is om je heen. De stem, de geur van babypoep, de kus, de warme hand, de laatste projecten.
Wees zuinig met je energie maar zet alle zintuigen open.
Als Mozes niet meer naar de berg kan, laat dan de berg naar Mozes komen. Zet je blote voeten in het zand en geniet met volle teugen.
Het glas is niet halfvol of halfleeg. De dorst is onverzadigbaar, de kraan is niet meer bereikbaar, het glas is groot. Het gaat een keer leeg.
Ik ken dat gevoel Ivan , Heb vorig jaar en dit jaar zoveel mee gemaakt dat ik echt aan het vechten ben om te overleven .
Ik kan niet meer zeggen “Het komt wel goed” , omdat ik daar nu mijn twijfels over heb . Dank je voor het verwoorden van mijn onmacht , kus xxx
Wat een bijzondere column. Helemaal omdat je zo puur, naakt laat zien wat er van binnen gebeurt. Ik ben ervan overtuigd dat het voor velen herkenbaar, maar moeilijk uitspreekbaar zal zijn.
Wij willen daar in Het Bezinningshuis ruimte voor bieden. De grote levensvragen.
Dank je wel.
Ik wens je veel warmte en liefde toe van die kleinkinders en overig vangnet in jouw sfeer.
Robin Zuidam