Deze week heb ik geen goed nieuws. Het gaat niet goed met me en dat komt omdat ik niet meer in Sinterklaas kan geloven.
Elk land kent zijn eigen feest om tegen het einde van het jaar de balans op te maken. Hebben we het in het afgelopen jaar goed gedaan of juist slecht? Vieren we het feest van de in een stal geboren baby van migranten die in een vreemd land naar gastvrijheid zoeken en wiens geboorte hoop brengt? Of verzoenen we ons rond een eettafel waarop een kalkoen staat die we met iedereen willen delen? Of demonstreren we een maand lang hoe we ons gedrag controleren om als we dat aan de gemeenschap getoond hebben ons over te geven aan een groot suikerfeest?
Het sinterklaasfestijn is de meest Nederlandse variant van het jaarlijks de balans opmaken en draait om de vraag of we lief tegen elkaar zijn geweest of juist stout. Een jaar lang heeft de oude goedheiligman ons gedrag als een boekhouder van de menselijke zonden bijgehouden en nu zullen we zien of we voor straf in de zak mee naar Spanje moeten, met de roe krijgen of overladen worden met zoetwaren en een keuze uit de geschenkengids van Bart Smit uit Volendam. Via vrolijke kinderliedjes smeken we drie weken lang of we iets in onze schoen krijgen in ruil voor een winterwortel voor het rijdier van de man met de rode tabberd. Omdat iedereen in de winter wel naar Spanje wil is dat geen echte straf meer en de corrigerende tik is afgeschaft. Wat rest is een gedicht waarin je door de mensen die je het meest nabij zijn bespot of geprezen wordt. Op die manier ontvangen we de kritiek die ons helpt ons gedrag te verbeteren. Alleen mensen die nooit iets fout doen zijn onverbeterlijk en maken altijd de zelfde vergissingen.
Om kinderen te leren hoe we het feest vieren wordt hen van alles wijsgemaakt – zelfs dat de knechten van de Sint via de schoorsteen het huis binnen sluipen om er geschenken te brengen die maar net door de deur passen – en voeren we een nationaal toneelstuk op. Op die manier leren kinderen niet alleen over zak en roe, marsepein en taaitaai, maar ook over het mensbeeld dat bepalend is voor de beoordeling van ons gedrag. Rond hun zevende jaar werpen ze het geloof in de heilige uit Turkije af, maar voegen zich enthousiast bij het geheime genootschap van mensen die willen dat alle kinderen goed zijn voor elkaar. In dat laatste geloof ik dus niet meer zo erg. Sinterklaas redt het niet meer in zijn eentje. Hij heeft veel hulp nodig.
Hoe kun je via de voorstelling die je opvoert als de wijze maar vergeetachtige grijsaard na een jaar afwezigheid weer in Nederland arriveert, je kinderen hardnekkig willen blijven opvoeden met een mensbeeld waarbij de huidskleur een stereotype wordt dat door een groot deel van de Nederlandse bevolking onaangenaam en denigrerend wordt gevonden? Hoe kun je op scholen als Piet er met pepernoten gooit een boodschap willen brengen over verschil tussen mensen, dat in de vorige eeuw nog een gruwelijke werkelijkheid was, maar nu afgewezen wordt? Hoe wil je het wereldwijde besef dat ras niet bestaat en dat verschil in kleur dus geen basis vormt voor het verlenen van verschillende rechten, blind blijven voor de gevolgen van de manier waarop we het kinderfeest vieren? Dat het geen sporen nalaat in de kinderziel? We zingen zelfs “want al ben ik zwart als roet, ‘k meen het toch goed”, iets dat kinderen die niet wit zijn leert dat ze zich voor hun kleur moeten verontschuldigen. Hoe kun je de nationale intocht van de Sint die door de publieke omroep – die van ons allen is – in elke huiskamer wordt gebracht, verwarren met die van Dokkum en na jaren langzame ontwikkeling naar een nieuwe Pietvoorstelling terugvallen op weer zo’n ‘zwart als roet’ versie? Hoe is het mogelijk dat praatprogramma’s die deze heiligmancrisis aan de orde stellen, heimelijk de witte vrouw verheerlijken die pal staat voor het recht het feest te vieren zoals in de jaren vijftig van de vorige eeuw? En hoe kunnen politici zich beperken tot de opmerking ‘doe normaal’ tot mensen die de integratie van mensen van allerlei kleuren in dat kinderfeest willen verstoren?
Ik ben de afgelopen week het geloof in het Nederlandse verzoeningsfeest dat eindigt met geschenken en een suikervergiftiging kwijtgeraakt. Het sluit mensen buiten en dat is precies wat er steeds meer aan onze samenleving mankeert. Ik geloof pas weer in de mogelijkheid dat we zo’n feest samen met iedereen kunnen vieren als we als kinderen een verkleedpartijtje houden en Humberto Tan Sinterklaas mag spelen. Of dat Gerda Havertong met witte baard en mijter in het Sinterklaasjournaal vraagt “Zijn hier nog stoute kinderen?” en we allemaal met de hand op het hart zo hard we kunnen “Neeeee” schreeuwen en Mo roept “Kom nu maar op met die pepernoten.” Daarna gooien we met overgave het snoepgoed naar elkaar, want we zijn stuk voor stuk helpers van de Sint en we willen er allemaal een mooi feest van maken.
Daar wil ik in geloven. Van wat ik nu zie, word ik ziek.
Helemaal mee eens
De inval van de zwarte pieten waren voor mij de druppel
Ik werk op een school en zou het feest het liefste afschaffen en de midwintervieringen beginnen met te vertellen hoe de feesten rondom kerst verschillend in de wereld gevierd worden en toch vaak een zelfde achtergrond hebben
Alle feesten hebben namelijk een mooie boodschap en het zou dan voor iedereen een stuk rustiger en mooier worden
We gaan er met zijn allen een mooi Feest van maken op 5december ,dat zijn we verplicht aan onze (klein)kinderen ,mooie colum Ivan ,we moeten ons niet ziek laten maken
Een gezonde mindset kan een zieke niet zomaar beter maken, maar helpt soms enorm om het proces te versnellen. Ik wens je beterschap en een prachtig sinterklaasfeest met of zonder pieten, maar met kinderen, kleinkinderen, vrienden en familie!
Zet een traditie in die voortdurend met z’n tijd mee gaat en nog generatieslang mensen insluit i.p.v. uitsluit. Dan wordt het voor iedereen een feest om naar uit te zien. Dan draait het niet (zozeer) om de cadeautje maar om positieve aandacht voor elkaar. Daar kun je niet teveel van hebben.
“Zwarte Sinterklaas” levert bij mijn indische schoonfamilie een heel andere associatie op. Die naam is verbonden met 5 December 1957, de dag die de uittocht inluidde van de laatste indische Nederlanders uit Indonesie.Een gedwongen en overhaast vertrek. Overigens reed de Sint in Jakarta (“ons” oude Batavia) rond op een motorfiets, gesecondeerd door twee pieten op de fiets. Over aanpassingen gesproken! Eerlijk gezegd denk ik dat de witte pietendiscusianten geen afscheid kunnen nemen van hun kindertijd. Laat dat los. Probeer niet allerlei rare,geforceerde aanpassingen. Maar verzin een heel nieuw feest: kinderen zullen Sinterklaas snel vergeten zijn.(Hoeveel Jordanezen betreuren nu nog dat het populaire palingtrekken in de negentiende eeuw verboden werd?)
Ik bewonder Iwan dat hij dit soort columns in zijn omstandigheden weet te schrijven. Eigenlijk “off topic”, zou je zeggen, maar het geeft je als lotgenoot wel steun en zorgt ervoor dat je de moed erin houdt.
Dank Ivan Wolffers voor deze heldere reflectie op de situatie, zo direct uit het het hart en zo scherp de absurditeit weergevend. Dank
Ivan, De prostaatkankerstichting wil op haar website expliciet naar jouw weeklog verwijzen. Daarbij zouden ze graag een foto van je willen bijvoegen. Daarvoor hebben ze dan wel een digitale foto van je nodig. Ale je dat goed vind zou je dan een digitale foto naar mijn mailadres willen sturen?
Bij voorbaat dank, Harm Kuipers
Misschien wel één van de mooiste refelecties die ik heb gelezen over de, wat mij betreft, onontkoombare verandering van het Sinterklaasfeest. Ook ik ben afgehaakt sinds de discussie zo grimmig en ‘plat’ is geworden , en er ook dit jaar geen duidelijke verandering is aangebracht in het visuele verhaal bij het nationale verslag van de intocht van Sinterklaas en zijn helpers.