Mijn vriend kan de doorbraakpijnen van de prostaatkankeruitzaaiingen in zijn botten niet meer aan. Tot genieten van het leven is hij niet langer in staat en hoewel hij het vreselijk vindt dat hij zijn gezin achter moet laten is hij ervan overtuigd dat meer van zulke martelende weken geen goede toevoeging aan zijn leven vormen. Hij heeft alles met zijn huisarts doorgenomen. Hij kent de procedure. De arts die moet beoordelen of alles zorgvuldig gebeurt is al bij hem op bezoek geweest en heeft hem gevraagd “Wat verstaat u onder ondraaglijk lijden?”
“U hoeft het maar één dag zelf mee te maken en dan weet u het precies, heb ik hem gezegd,” vertelt mijn vriend mij.
Wij kennen elkaar vanaf de eerste dag van de eerste klas op de School met de Bijbel aan de Dollardstraat. Naarmate ik klassen hoger kwam kon ik me steeds moeilijker voorstellen dat volwassen mensen in alle onzin geloofden die ons daar geleerd werd. Op een dag zou ons worden verteld dat net zoals Sinterklaas ook het geloof in een hemel waar we na onze dood – als we tenminste goed leven – terechtkomen een verzinsel van volwassenen is om ons op het rechte pad te houden.
De vader van mijn vriend was ouderling van de kerkgemeenschap en geloofde echt in het hellevuur en een hemel vol engelen, terwijl de mijne nooit naar de kerk ging. Wij jongens spraken samen echter nooit over zulke dingen. Eerst waren onze hersenen te jong om de zware woorden te omvatten en later werden de beloften en bedreigingen van de strenge kerk ingehaald door de Rolling Stones die Sympathie for the Devil zongen, waarop je zo lekker kon dansen.
Mijn vriend had zodra hij het ouderlijk huis verliet – zoals een slang zijn huid – de grauwe beginselen van de Synode van Dordrecht van 1619 achter zich gelaten en zocht een minder grijs leven.
“Toch hoop ik dat er een hiernamaals is,” zegt mijn beste vriend als ik afscheid van hem kom nemen en hij spreekt het woord ‘hiernamaals’ routineus uit, iets dat oefening in zijn jonge jaren verraadt. “Het zou zo jammer zijn als er echt helemaal niets meer is.”
“Laat me je iets vertellen,” stel ik voor als een dominee die op het juiste moment de juiste tekst uit het heilige boek te voorschijn weet te toveren. “Marion heeft een gesprekje met onze zevenjarige kleindochter Katelijne op Facebook vastgelegd en dat ga ik nu voorlezen. We waren in het dierenpark en spraken over mijn schoonmoeder.”
“Wat zielig dat ze alles vergeet. Ze vraagt me steeds weer hoe oud ik ben.”
“Ze is al oud,” had Marion gezegd, maar daar was Katelijne het niet mee eens.
“Oma Jacquie is een hele jonge overoma,” had ze geantwoord.
“Vind je 88 jong?”
“De kinderen op mijn school vinden dat jong voor een overoma en ze vinden het een wonder dat ze nog leeft. Meestal zijn overoma’s al dood.”
“Wat heb je liever, dat ik nog leef of dat ik al dood ben op mijn 88ste?” wil Marion van haar weten.
“Allebei is goed,” vindt Katelijne. “Want als je dood bent ga je naar een andere wereld waar je alles kan zien en waar het heel leuk is en daar ben je met allemaal naakte mensen en zelf ben je ook naakt.”
Mijn vriend kijkt me aan en lacht. “Zo is het precies,” grinnikt hij. “Alleen dat je daar naakt bent, dat wist ik nog niet. Ik weet niet of ik met dit lichaam me daar graag vertoon.”
Hij kijkt me in mijn ogen.
“Wolffers,” zegt mijn vriend. “Doodgaan is waardeloos. Ik houd van mijn vrouw en doe haar zoveel verdriet en ook mijn kinderen…”
Hij komt met moeite op één arm overeind voor een laatste omarming en voelt dan mijn armen.
“Wat heb je nog lekkere dikke spierbalen,” zegt hij verbaasd en probeert erin te knijpen.
“Weet je wat,” stel ik voor. “Ik kom gewoon snel nog een keer afscheid nemen.”
Aangrijpend levensverhaal over de strijd tegen de dood. Verzetten, opgeven, accepteren, jezelf overgeven of toch nog even herpakken? En dat steeds weer van allerlei perspectieven bezien. Goed om te delen, maar ook confronterend, bemoedigend, verrijkend, ontroerend.
In dit geval is afscheid nemen geen sterven, maar nog even een warm levensmoment.
Wat jullie samen be-leefden…de mooie herinneringen…daar gaat het toch om? Niet iedereen kan zich gelukkig prijzen met een bijna levenslange vriendschap! Afgelopen-uit is het ooit voor ons allemaal. Sterkte gewenst!
” De garantie op een 100-jarig leven,
is ook mij goddomme niet gegeven.
Val dood, Dood! Met je engelen , je botte rust!
Dit wil ik: leven, lachen, liefde, lust! ”
© Mathilde
Ik moet ervan huilen, zo mooi.
Dat naakt rondlopen, lijkt me heerlijk. Bezit is gedoe.
Afscheid nemen kan je niet vaak genoeg doen. Sterkte Ivan en familie en trouwe vriend.
In het uur van mijn dood wens ik me zo’n vriend als jij Ivan. We zijn beiden van 1948.
Prachtig moment tussen twee vrienden. Zo hoort het te gaan, maar het is maar weinigen gegeven het te kunnen.
Mijn man is ook in zijn lastste fase aangekomen, inderdaad ook geen spierballen meer, alleen botjes! Velen blijven weg of vallen stil. De enkelen die blijven komen om grapjes te maken of je hand vasthouden zijn je echte vrienden voor het leven tot in de dood! Sterkte voor alle zieken in deze fase, maar niet minder voor hun partners en geliefden!
Dank Ivan!
Ivan ken je het “heintjedavidseffect”…. je laatste zin van dit aangrijpende verhaal; ik kom snel nog een keer afscheid nemen.
Dit moet je blijven doen…. steeds weer… het afscheid nemen verdwijnt steeds verder naar de achtergrond en jullie kunnen de aandacht verleggen van het verleden samen, naar het heden samen….
Mooi Ivan. Afscheid nemen is voor mij het ergste wat bestaat aan het einde van een ziekteproces. Maar dood gaan zonder afscheid is voor je naasten zo moeilijk. Het blijft wankel….
Dank je wel.
hatseflats. Afscheid met spierballen.
Jullie zijn grote jongens geworden, en gaan om met de dood als grote jongens. En dat is goed.
Naakt of gekleed – ik wens je vriend een zachte dood en al wat hij daarna hoopt te vinden.
Lieve Ivan Is dit stukje waar jij over schrijft Abel ook hij is ernstig ziek,twee vrienden mooi dat je de tijd nam
maar wel erg ontroerend heel veel sterkte Ivan.!
Dank, Ivan, zo mooi en ontroerend weer.
Ik moet er persoonlijk niet aan denken om in de eeuwen der eeuwen amen een beetje doelloos naakt rond te lopen….en mijn buren in hun blote kont tegen te komen.
Zoveel mensen als er zijn…zoveel ideeën over een hiernamaals. Misschien leuk om daar eens een boek over te maken of misschien bestaat het al? Mijn idee is dat mocht er iets zijn, een gewone sterveling zoals U en ik zich daar geen enkele voorstelling van kan maken. Ik moet er bijvoorbeeld ook niet aan denken dat André Hazes of Jantje Smit daar uit de luidsprekers knallen 😉 Hier beneden in de supermarkt is al erg genoeg.
wat verwoord je alles toch op een mooie en ontroerende manier Ivan
Ik hoop werkelijk dat er na dit leven een hiernamaals is, er is meer tussen hemel en aarde, het aardse leven is zo kort,zonde als dan alles eindigt
ik geloof het niet een ziel sterft nooit, wat zou het fijn zijn elkaar straks weer te ontmoeten, met al je geliefden,daar hoop ik op, ik zou dan graag al mijn geliefde dieren weer ontmoeten
Heel veel sterkte voor jou en je vriend, hoop oprecht dat jullie elkaar na dit leven weer zullen ontmoeten
Mooi