Met smachtende blik kijken mijn kleindochters in de camera van hun iPhone en zingen “Is it too late now to say sorry?” De uitstoot van gelukshormoon – oxytocine – is natuurlijk maximaal bij echte ontmoetingen, spontane kreten van blijdschap en dikke kussen op de wangen, maar in de periodes dat we Katelijne en Helena niet zien moeten we het doen met kijken naar de opnamen op Musically, de app voor kinderen die lipsync meezingen met liedjes die meestal over de liefde gaan.  Soms is het leven net iets te zwaar en kijken we even naar het licht van de mimende meisjes. Het doet me denken aan de tijd dat ik niet meer wist wat ik verder moest en dan alles terzijde legde om een album van Kuifje te lezen, me terugtrok in een wereld waarin alles helder is. Het liefst las ik Kaja eruit voor, maar op een dag was de magie van Kuifje, Bobby, kapitein Hadock, Professor Zonnenbloem, Bianca Castafiore en de gebroeders Jansen verdwenen. Alle albums zitten in een grote kist, die nooit meer opengaat omdat ik dacht dat ik het wel alleen kon.

Helena snapt de woorden wel, maar vermoedelijk beseft Katelijne niet wat ze zingt, zeker niet als de tweede zin van het refrein aan de beurt is: “Cause I’m missing more than just your body.” Maar nu ik haar vele malen bekeken heb als ze de gebaartjes van spijt maakt, word ik al maar weemoediger, en het was nu juist bedoeld om me vrolijker te stemmen. Ik stel me voor dat ze wat ouder is en dan iets gedaan heeft waardoor ze in de steek gelaten is en liefdesverdriet heeft. Mijn hart krimpt ineen.

Gelukkig zie ik ze vandaag en misschien moet ik aan mijn kleindochters uitleggen dat het nooit te laat is en dat je voor één moment van onachtzaamheid je soms honderd keer moet verontschuldigen maar dat je kracht schuilt in dat elke keer weer oprecht te doen. Ze zullen me waarschijnlijk verbaasd aankijken en ik weet heel goed dat opa’s levenslessen hen niet zullen helpen. Je leert het vanzelf. Het grootste geschenk in het leven is dat je in alles de schoonheid herkent, maar er is een prijs voor: je portie hartzeer in je leven gaat daarmee samen omdat je de lelijkheid ook onder ogen moet zien. Hartzeer, er is geen ergere pijn dan juist die.

Te laat? Natuurlijk moet ik tegen Katelijne en Helena blijven zeggen dat het nooit te laat is, maar naarmate ik vaker geconfronteerd wordt met het naderend einde, weet ik dondersgoed waar het moment is, waarna het niet meer kan. Niemand wil sterven met een hart vol onuitgesproken misverstanden, maar ook niemand weet precies bij wie hij zich nog moet verontschuldigen.

Er bestaat geen handboek ‘Hoe met waardigheid te sterven’ en we moeten het zelf uitzoeken. Wat moet je nog zeggen, aan wie, hoe? Heel soms denk ik eraan, maar ik weet werkelijk niet wat ik dan moet doen, hoe je erbij moet kijken, bedroefd of juist vrolijk om het voor de anderen niet zo loodzwaar te maken. Dan wil ik woorden bedenken die eruit zullen komen als ik me voor de laatste keer tot mijn geliefde richt, tot mijn zoon, tot mijn kleindochters en dan raak ik in paniek. Daar ben ik nog lang niet aan toe. De laatste woorden van de groten in de geschiedenis waren zelfs nooit bijzonder.

We aten in een Italiaans restaurant in een klein boerendorp, met zijn vieren. Twee met kanker en twee die nog niet weten waaraan ze zullen sterven. Zij, schuin tegenover me, leek dichter bij de grens tussen nooit te laat en net te laat te zijn dan ikzelf. Haar oncoloog had al over de palliatieve behandeling gesproken, terwijl die van mij nog praat over de volgende therapie waar ik aan toen ben. Geloof me, dat is meer dan een kwestie van woordkeuze. Ze zei: “Ik heb geen zin meer in mensen die droevig worden omdat het slecht met me gaat, want ze trekken me met zich mee omlaag in hun depressies. Ik wil alleen nog eerlijke gesprekken met diepgang.”

Zelf houd ik ook niet zo van prietpraat, maar dat is om heel egoïstische redenen. Schrijven doe je grotendeels in je hoofd en als je zwijgt ben je meestal bezig met een stil proces van zoeken naar woorden en herkauwen van zinnen tot ze op smaak zijn en als iemand met je begint te praten komt er angst op dat je alles vergeten zult zijn als je straks achter een toetsenbord zit. Ik vrees dat zo verschillende meesterwerken weggevlogen zijn, maar weet ook wat ik ervoor heb teruggekregen. Slechts twintig procent van wat we communiceren in onze omgang met anderen gaat om informatie-uitwisseling, de rest van de tijd zijn we elkaar aan het peilen, ons met elkaar aan het verzoenen, de onvolkomenheden van de ander te vergeven en met pogingen om met lichte woorden dicht bij elkaar te komen om een beetje warmte te delen. Dat kan allemaal ook terwijl we prietpraat delen en daarbij vloeien we helemaal vol met gelukshormoon.

Sinds ik weet dat ik kanker heb probeer ik in elk gesprek wel zoveel mogelijk eerlijk mezelf te zijn, voor zo ver dat gaat met alle ingestudeerde praatjes, anekdotes en grapjes waarachter ik me een groot deel van mijn leven verborgen heb gehouden en waarmee ik geworden ben wat je ziet.

Zonder dat ik het wilde heb ik een somber blog geschreven. Laat ik eerst even wat musically snuiven en naar “Is it too late now to say sorry?” van de meisjes kijken en daarna op weg gaan naar hun school voor superomhelzingen en family-hugs.