“Als de zinloze dood bestaat, kun je dan ook over een zinvolle dood spreken?” vroeg iemand me. Dat is eigenlijk geen vraag, want de dood is niet meer dan een woord dat we gebruiken om het einde van een leven mee te markeren. Van mij mag het zonder bijvoeglijk naamwoord. Bijvoeglijke naamwoorden zijn pogingen van mensen de realiteit van de zelfstandige naamwoorden te ondermijnen, veranderen, verzachten, veroordelen. Als er deze week honderd kinderen in Aleppo zijn omgekomen slaak ik een emotionele hartenkreet door het woord zinloos voor hun dood te plakken en wat ik ermee wil uitdrukken is dat het niet nodig was geweest als de mensen die op plekken zitten waar ze daar invloed op kunnen uitoefenen iets hadden gedaan om het te voorkomen.

Omdat ons biologische mechanisme volledig gebaseerd is op overleven verzet alles in ons zich tegen de dood. Stel je voor dat de evolutie ons met de wens te sterven had begiftigd… dan waren we al heel lang geleden uitgestorven. Dat is ook de essentie van de evolutie. Kennis daarover verschaft inzicht waarom we leven en waarom we doen wat we doen. Elk levend organisme heeft in zijn genen geschreven staan dat het moet overleven en zich voortplanten. In graffitibeknoptheid: we zijn op aarde om te eten en te neuken. En als er tijd over is ga je je maar vervelen. Dus lezen we een goed boek, luisteren naar muziek en bekijken andermans drama op een scherm of in het theater. O ja, en we rennen, fietsen en dansen, dansen, dansen. Tot ons lichaam op is, het hart het opgeeft, de gezwellen de gezonde organen verdringen en de zenuwen zo overbelast zijn dat ze beginnen te haperen en we niets meer willen.

Met die boodschap maak je jezelf niet populair bij degenen die tegen de dood willen strijden, maar wat valt er in hemelsnaam te vechten? Leven en dood staan helemaal niet tegenover elkaar. Ze staan na elkaar. Eerst komt het leven, daarna de dood. En wie leeft doet er goed aan zich op de kwaliteit van zijn leven te concentreren en niet op de dood.

De dood is niet automatisch de vijand. Ooit bestond de medische term ‘de goed dood’. Die werd gebruikt als mensen na hun tachtigste een beetje begonnen te sukkelen, dan een longontstekinkje kregen en daar rustig in de nacht aan overleden.  Klaar. Tegenwoordig hoor ik mensen zeggen als iemand van die leeftijd overlijdt dat hij te vroeg is heengegaan. Hij had nog zoveel te bieden. Nou als je dat vindt dan had je voor de begrafenis beter op moeten letten. Hij of zij heeft gedurende zijn leven zat gezegd en zoveel dingen voorgedaan, maar toen had je er onvoldoende aandacht voor. De dood komt gewoon op tijd maar jij bent te laat.

In het tijdschrift Nature staat een artikel van medewerkers van het Albert Einstein College of Medicine in New York. Gebruik makend van de gegevens in de Human Mortality Database komen ze tot de conclusie dat de gemiddelde leeftijd in de vorige eeuw snel hoger werd doordat de leefomstandigheden verbeterden, maar die toename is enigszins afgevlakt en er komt heus een einde aan. Boven de 100 is al bijzonder oud. De Française Jeanne Calment werd 122 jaar en vijf maanden en dat is nooit overtroffen. Ze stierf in 1997. Momenteel is de oudst levende mens 115. Maak je geen illusies. We gaan dood.

Ik vind het lastig te leven in een cultuur die dat ontkent, die doet of er nog van alles mogelijk is en het leven tegen beter weten in te rekken. We begrijpen onvoldoende de sprookjesvertellers die hun verhaal altijd afsloten met ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. Mensen die sprookjes vertellen hebben het nooit over de eeuwigheid, vooral over geluk. Dat komt op de eerste plaats en als het er is dan het geluk zo lang mogelijk. Ik ben daarom allergisch voor de wetenschappers die ervan overtuigd zijn dat we 130 jaar oud kunnen worden. Het verbijstert me als ik Andrea Maier, hoogleraar Gerontologie hoor beweren dat ouderdom een ziekte is en dat we op den duur behandelingen zullen ontwikkelen die daar iets aan kunnen doen. Nee, oud worden is geen ziekte, maar door alles wat we meemaken zijn we uiteindelijk gebutst en uitgeput, we vereenzamen en beleven steeds minder vreugde aan de dagen die ons resten. Wie begrijpt je nog als je de dood aanvaardt en die chemo laat zitten? De zorg meestal niet, want die is blijven steken is haar heldhaftige pogingen het leven tot elke prijs te redden en heeft moeite zich aan te passen aan de nieuwe vragen. De vragen van mensen die te oud worden, te ziek worden, te dement worden, te veel pijn hebben. Het is het menselijk tekort en er zijn helaas veel mensen die niet tegen hun verlies kunnen. Altijd hebben ze gedacht dat ze de dood kunnen verslaan, al moeten ze ervoor over hoge bergen fietsen of er een dubbele marathon voor lopen.

Ik heb nu 14 jaar kanker, ben 68 en had niet verwacht dat ooit te worden. Hoeveel keer heb ik mijn perspectief al bij moeten stellen? Mensen vragen me wel eens hoe ik dat doe. Weet ik veel. Ik leef en probeer dat leven zinvol te laten zijn, en misschien is mijn dood dan ook wel zinvol.