Tien jaar geleden toen ik in de krant las dat de verbouwing van de achterzijde van het Central Station in Amsterdam in 2016 gereed zou zijn was ik ervan overtuigd dat ik dat nooit mee zou maken, maar zie, het zal niet lang meer duren voordat de burgemeester het officieel opent. Het idee dat als je kanker hebt het leven eindig is klopt niet. Het leven is een rivier die je mee meevoert en ik heb weinig te vertellen over hoe snel die stroomt en hoe lang het duurt. Ik ben nu aangespoeld op de kust van een nieuw jaar, waar weer een nieuwe reis op me wacht. Elke dag moet ik daarvoor opstaan en me klaar maken voor de tocht, ook al voert die niet verder dan het einde van het inktlint dat ik door de dagen heen slinger om alles vast te leggen wat van belang is. Voor mij natuurlijk, niet voor de anderen. Als ik moe ben dan keer ik terug naar mijn bed om te rusten.
Elke gebeurtenis, elke gedachte, elke droom, elke emotie verdwijnt achter ons terwijl we uit het raam van de trein kijken. Ons geheugen beslist wat het zal bewaren met als uitgangspunt dat het vasthoudt wat in het vervolg van onze levensreis nog van nut kan zijn. Prioriteiten moet het stellen. Dus komt er razendsnel van alles boven als mijn hoofd termen als PSA’s of scans binnen krijgt.
Over een paar jaar – mits ik natuurlijk nog in leven ben – zal ik het vanzelfsprekend vinden dat ik iets nog weet, boos zijn dat de namen van mensen en plaatsen waar ik van gehouden heb me niet meer te binnen schieten, maar geheel onwetend zijn van het feit dat het meeste volledig vergeten is omdat het geheugen plaats moest maken voor nieuwe uitdagingen. Slechts als een ander het bij ons aanraakt zullen we weer weten. Daarom kun je nooit alleen leven, want je raakt jezelf kwijt.
Misschien dat mensen die op de pen, de camera of desnoods de icloud vertrouwen alles denken vast te kunnen houden, maar de postkoets, de trein, het vliegtuig waarin ik zit raast voort. Ik ben nog niet op mijn eindbestemming. Die is ook onbekend. Ik wrijf de beslagen ramen schoon om naar buiten te kijken en te weten waar ik me bevind. Een prachtig landschap, dat me naar voren laat kijken en niet meer terug.
Hoe heten die steden ook al weer die een paar weken geleden nog op de wegwijzers stonden toen ik langs de trans Sumatra highway reisde? Op dat moment betekenden ze iets voor me. We waren op weg er naar toe om iemand te spreken, een foto te maken, er te lunchen of om er te overnachten, maar de klanken zijn uit mijn hoofd verdwenen.
Ik heb ze opgeschreven en houd ze op die manier vast. Nog even. Ik ga er dit jaar over schrijven, mijn foto’s oppoetsen en alles tonen. In 2016 heb ik een hoop te doen.