Aan het einde van de film ´Still Alice´ als dr. Alice Howland, hoogleraar in de Linguïstiek, de eindfase van de ziekte van Alzheimer heeft bereikt is ze alle woorden die ze ooit in haar leven leerde kennen kwijt. Behalve haar dochter is iedereen bij haar weggelopen, zelfs haar liefhebbende man. Ooit gaf ze les over woorden en communicatie. Nu zit ze met een strak gezicht voor zich uit te kijken, wachtend op het einde, en stoot onverstaanbare klanken uit.

De nacht nadat ik de film zag sliep ik slecht. Alice Howland bleef door mijn hoofd spoken. Of ik nu wegzakte in sluimer of weer wakker werd, ze zat daar in haar stoel bij het raam, keek star voor zich uit en vertoefde in het inferno van een wereld zonder taal.

Ik heb nooit iets geleerd waar je werkelijk iets aan hebt. Als de kraan het niet doet, heb ik hulp nodig. De elektriciteit moet niet uitvallen, want ik ben hulpeloos. Ik werd wel arts, maar de keren dat ik een wond moest hechten ging ik hyperventileren, was opgelucht als ik klaar was en ik liet het graag aan anderen over. Het enige waar ik goed in ben is woorden uit de taalschat onder in mijn hoofd opdiepen en die op het juiste moment op de best mogelijke manier gebruiken.

Alice is vijftig als de klachten beginnen. Het zijn verschijnselen die iedereen die ouder wordt herkent: een vergeten naam, niet op het juiste woord komen. Op het puntje van je tong ligt het klaar, maar het springt er niet af. Hoe meer je je best doet, des te moeilijker het wordt de woorden terug te vinden. Geleidelijk aan leer je dat je moet ontspannen, want dan komt de herinnering vanzelf terug, alleen helaas niet op het moment dat je die nodig had, maar je troost jezelf met de gedachte dat het in elk geval toch gelukt is. Iemand met Alzheimer is de woorden echter voorgoed kwijt en de wereld rondom hem wordt steeds vreemder, beangstigender ook.

Er is een groot verschil tussen die ouderdomsmomenten en echte dementie, maar voor iedereen die veel woorden te verliezen heeft is het idee dat je verstandelijke capaciteiten zullen verdwijnen een schrikbeeld. Geringe momenten van afwezigheid van wat je zoekt zorgen al voor paniek. Niet voor die ene keer, maar door het besef dat het erger zal worden. De gouden regel in het leven als je jong bent is “Het is vanzelf gekomen, het zal vanzelf ook wel weer weggaan”. De wetmatigheid die de oudere leeftijd je leert is dat het zelden vanzelf verbetert en dat de neergaande curves gebruikelijk zijn.

De nacht nadat ik de film had gezien leek eeuwig te duren en dat maakte het erger, want Alice ligt in de film ook te piekeren, draaien en keren en ziet op de wekker hoe langzaam de tijd voorbij gaat. Hoort de geestelijke achteruitgang bij het pakket verschijnselen van mijn kankerbehandeling?

Het is nog koud, maar al licht als ik uit bed stap en op mijn tenen de gezamenlijke slaapkamer verlaat om naar mijn computer te gaan. Bij google typ ik “neural side-effects goserelin” in. Alles neem ik door, maar gelukkig, het medicijn dat ik gebruik om mijn prostaatkanker te beteugelen en alles achteruit lijkt te doen gaan, heeft geen invloed op mijn zenuwstelsel. Ik zal er niet al mijn woorden door verliezen. Het ergste dat me kan overkomen is dat er plotseling een bot breekt of dat het ook in de lever blijkt te zitten.

Ik heb de woorden nog en kan nog altijd verhaaltjes over leven, voorjaar, verlangen en de dood die geduldig wacht in elkaar vlechten. Bovendien herinner ik me ineens – zeer tot mijn opluchting – dat Alice in het filmverhaal uiteindelijk toch nog één woord over heeft. Als haar dochter Lydia een passage uit het toneelstuk Angels in America voorleest en vraagt “Waar gaat dit over?” antwoordt Alice grommend met het  enige woord dat haar nog rest: liefde.

Het maakt me blij, niet alleen omdat het om het mooiste woord gaat dat er bestaat, maar ook om het inzicht dat degenen die het uitspreken nog mensen zijn. Aan het begin van alles is een groot zwart niets, een wereld zonder woorden – de oude Grieken noemden het de Chaos -, maar dan worden we tot leven gewekt door de liefde en die zal ons jaren lang aansporen contact te maken met anderen. We wedijveren met behulp van de vogelgeluidjes van onze taal, bouwen er de kaartenhuizen van onze passies mee en schrijven gedichten om onze liefde te tonen. Als de liefde uiteindelijk voorbij is en alle woorden opgebruikt volgt de dood en is het voorbij.