Mannen. Wat was je, wat werd je en wat is er van je overgebleven? Ik zou een gedicht willen schrijven over geslachtsdelen en –kenmerken. Het begint een penis en wat hormonen.

Laat ik mijn lied beginnen met die eerste, het meest kenmerkende aan mannen. Er bestaan 17 grote onderzoeken waarin gekeken is naar de normale lengte van de penis. Als je alle gegevens uit die onderzoeken bij elkaar legt heb je informatie over 15.500 mannen tot je beschikking. De analyse daarvan vertelt ons dat wie slappe van tussen de 6,5  en tien centimeter lang heeft, binnen de normaalcurve van de onderzoekers valt. In stijve toestand is de normale penis tussen tien en 16 centimeter. Maar wat is normaal? Napoleon was klein geschapen. Zijn DNA en penis zijn wonderlijk genoeg bewaard gebleven. Die laatste was nog geen vier centimeter lang en volgens Josephine de Beauharnais was de wereldveroveraar bovendien erg haastig in het bedrijven van de liefde zodat ze hem openlijk bedroog, maar toch veroverde hij heel Europa. Ik wil maar zeggen: Napoleon was geen gewone man.

Natuurlijk geef ik geen details prijs over mezelf, maar ik ben tevreden dat ik ondanks de hormonale behandeling die de krimp inzet nog genoeg over heb om te wedijveren met Napoleon in zijn topjaren. Alles wordt minder als je ouder wordt, maar de buikprik die ik om de drie maanden krijg zet daar de turbo op.

Moest ik me vroeger elke dag scheren, nu hoef ik door de aanval op mijn testosteronproductie aanzienlijk minder vaak mijn Gilettemesje te voorschijn te halen. Dat leidt ertoe dat de regelmaat in deze handeling verdwijnt, ik het meestal vergeet en me uiteindelijk veel te laat scheer, als de grijze stoppeltjes al op mijn wangen zitten. Marion wijst me erop dat ik er als een clochard uitzie en ik haast me naar de badkamer. Ze heeft gelijk. Zeker als ik omdat ik geen tijd heb om naar de kapper te gaan ook nog te lang haar heb en in de winterjas loop waarvan ik vorig jaar zei dat ik hem toch eens zou moeten laten stomen.

Baardgroei en penisomvang kan ik van buiten nog wel volgen, maar met grote bezorgdheid denk ik na over de processen in mijn lichaam die zich aan het oog onttrekken. Hoe zit het met de spieratrofie, de afbraak van het paleis dat ik opbouwde door gedurende tientallen jaren dagelijks hard te lopen? Is de pijn die ik elke dag in mijn vroeger keiharde bovenbenen voel een teken van het knagen aan de dikke bundels spierweefsel? Heb ik daarom als ik ver loop, onmiddellijk spierpijn en moet ik mijn voettocht door het bos op wilskracht afmaken? En hoe is het met mijn botten gesteld? De bijsluiter van gosereline, de stof die in de prik zit, vermeldt uitdrukkelijk osteoporose als bijwerking. Zal ik binnenkort geplaagd worden door wervelbreuken, waardoor ik ineen zak en steeds kleiner word? De seniormomentjes – stom woord, maar ik heb ze steeds vaker last van een haperend geheugen – hinderen me enorm. Af en toe weet ik een naam niet meer en loop lange tijd te piekeren met wie ik het afgelopen halve uur heb gesproken. Ik weet wel wie hij is en wat hij doet, maar zijn naam, die wist ik altijd, lag eigenlijk altijd automatisch voor in mijn hoofd klaar voor als ik hem nodig had. Nu niet meer. Jaren lang heb ik mijn medicijnenboek goed bij kunnen houden omdat ik vrijwel alle namen van de medicijnen die in mijn boek voorkwamen paraat had, waardoor ik heel gemakkelijk alles bij elkaar kon houden. Het verdwijnt, mede door die prik. En zal ik eens mijn bloed laten prikken om te zien hoe het met mijn suiker is? Het zou zo maar kunnen, dat ik dan hoor dat ik een beginnende diabetes type 2 heb omdat dat ook met de destructie van de aanmaak van testosteron samenhangt.

Het is een Totaalkrieg gericht tegen de man die ik was en ik vrees iemand geworden te zijn, die ik nog geen tien jaar geleden een beetje zielig gevonden zou hebben. Maar dat was in de periode van mijn leven dat ik nog meedogenloos over anderen oordeelde. Een vieze oude ongeschoren man, die mank loopt en altijd een beetje naar urine ruikt omdat de vernielingen die de behandeling van zijn prostaatkanker in de urinewegen hebben aangericht hem gevoeliger voor infecties hebben gemaakt. Ik ruik het zelf als er weer eentje opspeelt. Nou dat betekent wel iets, want zelf ben je je de stank die je met je mee draagt meestal niet bewust. Je went eraan. Maar helaas, ook als je het zelf niet merkt moet het er toch zijn want Marion waarschuwt me af en toe. “Verschonen Ivan!”

Onlangs zat ik in de bioscoop. De plekken naast me waren nog niet bezet en net nadat de film was begonnen, schuifelden een jonge man en zijn vriendin voorzichtig naar de voor hen bestemde plaatsen. “Het ruikt hier naar een wc,” fluisterde zijn vriendin tot hem. Kan de man die je wordt aan het einde van je leven nog wel onder mensen komen? Zal ik haar vriend waarschuwen?

Het maakt niet uit hoe groot hij is, klein worden we vanzelf en we zitten op de eerste rang om het te bekijken. Gelaten zonder een traan te laten worden we getuigen van onze eigen geschiedenis. Ik was een jongen, werd een krijger die dacht dat hij de hele wereld aankon, was een wereldheerser en nu aanvaard ik wat er over is. Wat woorden, wat foto´s, de elfenkus van mijn kleindochters en de troost van mijn lief.