Op weg naar het ziekenhuis fiets ik om via de Dreef waar mijn kleuterschool stond, maar waar nu een fitnesscentrum is gevestigd. Vlak voor ik in september naar die kleuterschool ging waren we verhuisd naar wat in die tijd als een wonder van moderne architectuur werd beschouwd. Klein New York, zeven vierkante gebouwen van vijf verdiepingen die uitkeken over even zoveel straten vernoemd naar bomen die er niet stonden. Ik rijd door de Beukstraat en nader ‘onze flat’.
Ik was in mei 1952 vier jaar geworden en twee maanden daarvoor had ik in een keer een broertje en een zusje gekregen. Mijn moeder hoorde dat zelf pas toen de vroedvrouw zich afvroeg waar de nageboorte bleef en er in plaats daarvan nog een gezond kind ter wereld kwam. Haar leven lang voelde ze intens mee met vrouwen die tweelingen kregen en waarschuwde ze: “Het zijn handenbindertjes hoor, je komt nergens meer toe.”
Ze bracht me die eerste dag naar school. Ik stel me voor dat ze mijn hand stevig vasthield op weg naar de vreemde enge buitenwereld, waar ik in mijn eentje met mij onbekende kinderen moest spelen, maar om eerlijk te zijn weet ik het niet precies. Ik moest goed opletten zei ze, want de volgende dag moest ik het in mijn eentje doen.
Oversteken vanaf de flat, eerst naar links en dan naar rechts kijken en daarna weer naar links. Zou ik al geweten hebben wat mijn rechterhand was? De hand waarmee je schrijft. Ik kon nog niet schrijven. Ze zal wel gezegd hebben “Goed opletten hoor dat er niets aankomt.” Dan door de Beukstraat naar de hoek ongeveer 300 meter verderop. Goed op de stoep blijven natuurlijk. Daar moest ik dan naar rechts. Vanaf dat moment kon ik de flat niet meer zien. Ik moest langs de Dreef lopen – ik mocht niet bij het water komen uiteraard – tot de school waar ik zes dagen per week naartoe moest. Bij elkaar was het vijf, hooguit tien minuten lopen, maar dat besef had ik nog niet ontwikkeld. Het was heel ver en de tocht ernaar toe duurde vreselijk lang.
Of ik de dag dat ik alleen naar school moest gaan bang en nerveus was herinner ik me niet. Mijn moeder had me beloofd dat ze achter het raam zou staan en wachten tot ik aan het eind van de straat was. Bezorgd keek ik steeds om of ze er nog wel was. Als ik het zelf niet meer mocht weten, dan heeft zij het me wel duizend keer verteld. “Je was zo lief en dapper,” zei ze. “Je keek steeds om. Zo’n kleine jongen. Dan zwaaide je naar me en dan zwaaide ik terug. Soms wilde ik je waarschuwen dat je niet ergens tegen op moest lopen.”
Mijn moeder wist me later ook te vertellen dat alle flatbewoners naar me zwaaiden. Ik weet dat niet meer. Ik keek alleen maar naar het raam links onder, waar mijn moeder stond. Het idee dat er een heel gebouw was met mensen die dachten dat ik naar hen wuifde leek me vreemd. Is ze ooit wel eens bij het raam weggegaan voor dat ik bij de hoek was omdat een van de tweeling aan het huilen was en ze snel daar naartoe moest? Ik weet het niet en wil ook graag geloven dat dat niet het geval is.
Ik herinner me wel dat vier jaar later mijn moeder mijn broer en zus elke dag naar de kleuterschool bracht. Het verbaasde me, maar ik vond het niet erg, want ik had de buitenwereld ontdekt. Die werd steeds groter en bracht me steeds verder van mijn moeder vandaan. Dan schreef ik haar ansichtkaarten uit Vietnam of Oeganda met daarop de tekst “Er is geen dag dat ik niet aan je denk lieve mama” of gewoon “Ik houd van je.”
Als ik later in het ziekenhuis ben, lijkt het of het met mijn moeder wel meevalt. Wie weet plakt ze aan haar 95 jaar nog een half jaartje vast. Ze hield zo van zon, bloemen en het voorjaar. Nog een keer een rondje zomer misschien? Ik sta aan haar bed en lach naar haar. Ze kijkt, kijkt en vraagt dan “wie is die man?” “Mama, ik ben je oudste zoon Ivan.” Je zoon mag je vergeten, de zon niet.
De volgende dag belt ’s avonds de zaalarts om me te vertellen dat ze ook nog een hartinfarct heeft gekregen. De volgende dag zie ik haar in het ziekenhuisbed en vertrekt haar gezicht van de pijn. Slechts af en toe zegt ze nog een woord. “Mijn hart,” fluistert ze in mijn oor. Iedereen is blij met een woord of een glimlach en koestert het als een bijzonder geschenk. Daar moet je de rest van je leven mee door. Ik sta op en loop naar de gang om de dokter te spreken over de pijnbestrijding. Op dat moment hoor ik haar zeggen “Waar ga je naartoe Ivan?” en ik weet nu dat het de allerlaatste keer is dat mijn moeder mijn naam heeft gezegd.
Ontroerend Ivan, ben stil , wens je alle kracht en sterkte die je nodig hebt, mooi die laatste woorden……..
Mooi, sterkte
Wat een recht-door-je-hart-en-ziel verhaal Ivan…. Werkelijk prachtig en ook zo troostvol.
De blog’die je wist dat zou komen’. Ik ken weinig mensen die zo goed en treffend onder woorden kunnen brengen waar het echt om gaat, de blik van je moeder bleef je volgen en ze zag dat het goed was.
Ivan, wat zullen dit moeilijke, maar ook mooie en zoete dagen voor je zijn. Moeilijk, omdat je moeder naar huis is gegaan en je achter heeft gelaten. Je herinnert je plotseling weer veel, kleine, uiterst miniscule dingen. Maar het zijn gelukkig wel de herinneringen aan haar; die lieve vrouw waartegen jij ‘mama’ kon, mocht en wilde zeggen. Sterkte met het verlies, maar ik wens je ook veel troost uit de gedachten die je aan haar zult hebben. Er komt vast ook wel weer een wijze les, zoals alleen moeders die kunnen geven, naar boven. Een ding……………je blijft altijd haar kind……………
Lieve Ivan,
Gecondoleerd met het overlijden van je moeder! Sinds vorig jaar februari weet ik dat er ook na het overlijden van je moeder, geen dag voorbij gaat dat je niet even aan haar denkt! Ze zal altijd bij je zijn! Jij ben een deel van haar, zoals Kaja, een deel van jou is! Dat deel zal ke geen dag meer vergeten. Heel veel liefde en sterkte gewenst. Maar er met elkaar een onvergetelijk afscheid van voor een onvergetelijke vrouw! Jouw moeder!
Je weet ons altijd weer opnieuw te verrassen en te ontroeren, Ivan. Wat een aandoenlijk stuk weer.
Sterkte hoor, en ik hoop dat je moeder zachtjes ‘wegglijden’ kan… zonder pijn.
Mooi, dat ze je nog genoemd heeft.
Beetje laat heb ik begrepen dat ze niet meer op aarde is…
Ik wilde het zeker niet weten.
Mijn meeleven Ivan, en nogmaals van harte
sterkte, hoor…
Prachtig!
Ik moet hier zo van huilen !!!!!
“Mijn mama is een meisje
met vlinders om haar heen
Een melodie, een wijsje
en nooit is zij alleen
Een lieve lach,
een breed gebaar
En ieder houdt van haar”
(Bij het afscheid van mijn moeder, 2009)
Zij
Zij was aanzienlijk en te dik
Wat je noemt een zwaargewicht
Toch had ze alle dagen schik
Zag in het duister zelfs het licht
Korenblauwe bloemenvelden
Vlinders, voorjaar en de geur
van versgebakken boterkoek
Zij hield van ons
Dat was genoeg.
Veel sterkte!
Mooi. Sterkte
Mooi
Sterkte.
Sterkte! En weer dank voor je roerende verhaal.
Sterkte Ief en gekondoleerd.
Wat schrijf je toch mooi!!!
De kleuterschool heet “Roodkapje”.
Warme groet met vochtige ogen, Martin
heel veel sterkte gewenst!
Aangrijpend
Sterkte Ivan en familie . Wat fijn dat je zo van haar gehouden hebt.
Sterkte, met het verlies, altijd moeilijk. Maar dragelijk als je op een goede manier kunt afscheid nemen. Koester de mooie herinneringen en geef ze een plek.
Peter