Mensen met een doel in hun leven worden ouder, zelfs als de tijd ontbreekt om het te bereiken. Wie mooie landschappen ziet, naar geweldige muziek luister of een schitterend schilderij bewondert, zou volgens onderzoek zijn immuniteit versterken. Als je een goed sociaal netwerk om je heen hebt overleef je menigeen. Alles wijst erop dat wie onderdeel van de gemeenschap van mensen en mensendingen blijft ietsepietsje langzamer dood gaat en mocht het – omdat de geleerden het toch niet zo goed uitgerekend hebben – niet zo zijn, dan is wat er rest aangenamer dan bij iemand die niets meer de moeite waard vindt.

Het is alleen zo jammer dat juist bij het ouder worden die dingen steeds moeilijker worden. Zo lang we de energie hebben erop uit te trekken, lukt het wel, maar als het wintert, je kinderen je door de drukte vergeten zijn, je geheugen je vaker in het verleden afzet dan op een plekje waardoor je beseft wat er vandaag aan de hand is, wordt het moeilijk de Rocky Mountains te bewonderen of door Bhutan te reizen. Als je telkens naar de WC moet, het niet meer goed alleen kan, de vloer rondom de pot drijfnat maakt, net altijd wat te laat bent waardoor je ruikt naar een publiek toilet, dan neemt niemand je mee naar een museum of een schouwburg. En als je niet weet welke afstandsbediening je moet gebruiken om de muziek in huis te laten weerklinken, maar niet meer dan de stem op voicemail van je kinderen hoort wanneer je ze wilt vragen op welke knopjes je moet drukken, blijft het stil in huis. Niet eens meer de Vier Letzte Lieder, waarvan je wilt dat ze gespeeld worden op je begrafenis. En hoe kom je nog aan nieuwe vrienden als je niet kan vatten waar de oude zijn gebleven? Het is het beste om maar vroeg naar bed gaan, dan is de dag gelukkig weer snel voorbij.

Als ik mijn moeder om vijf uur ´s middags in het verpleeghuis bezoek ligt ze met haar ogen open met haar keurige mantelpakje aan in bed met de dekens tot haar kin. Ik weet niet waarop ze wacht. Moet ik haar zeggen “het is misschien nog te vroeg mama, er kan altijd toch onverwacht iemand op bezoek komen”.

Mijn schoonmoeder wordt elke dag wakker met rugpijn en besluit te vaak niet naar de groep te gaan die drie maal per week bijeen komt en ervoor zorgt dat de zenuwen niet afsterven die je laten meeleven, lachen, huilen, zodat je deel van een gemeenschap blijft.

Wat kun je nog doen om vandaag een doel, een landschap een nieuwe vriend in je leven te krijgen?

Het antwoord voor mensen die nog begrijpen hoe een iPad of computer werkt is Facebook en ik heb ontdekt dat je er echt nieuwe vrienden maakt. Het begint met kleine stapjes. Je vindt een opmerking van iemand leuk, of je toont een schilderij dat je mooi vindt en wacht op commentaar vanuit die grote wereld van mensen die je nog niet kent. Af en toe schrijf je met bibberende vingers – maar wie merkt dat nog – een zin als je foto´s en namen gaat herkennen. Na een tijdje ken je mensen door wat ze met je delen, hoe ze zich laten zien. Je laat de onverschilligen voor wat ze zijn en voelt je wat meer aangetrokken tot de kwetsbaren.

Zij werd deel van de groep mensen die aan het Facebookproject rond het gedicht Vrijheid van Marion meededen. Wat is er mooier dan het delen van vrijheid? Elkaar de ruimte gunnen om het leven te leiden dat we voor ogen hebben, te zijn waarvan we dromen. Uiteindelijk kom je de Facebookvrienden ook in levende lijve tegen. Zo ontmoette ik Janita voor het eerst in Den Haag, waar op 5 mei 2010 verschillende mensen in hun eigen taal het gedicht voordroegen. Daarna keerden we weer terug naar de FB-pagina´s waar mensen elkaar digitaal een warme duim omhoog geven. Je ziet die vrienden, net zo terloops als mensen die bij jou in de straat wonen en die je bij het langs lopen toeknikken, maar toch met iets meer betrokkenheid, omdat je weet dat zij van Braque en Monet houdt en naar Otis Reading luistert. Af en toe gaf Janita commentaar op mijn kankerblogs. Ik reageerde dan weer op haar woorden, zodat we een echt gesprek leken te hebben.

Op 9 december jongstleden bezocht ze mijn lezing in Soest, waar ik sprak over ´Als de Tijd voor altijd stil zou staan´, het boek waarin mijn kankerblogs verzameld zijn. Ze had al via Facebook laten weten dat ze zou komen. We wisselden slechts een paar zinnen, omdat ik druk was met het signeren van boeken. Ze zei dat ze zoveel aan het boek had, maar ik had niet de tegenwoordigheid van geest haar te vragen waarom. Die avond vertelde ik nog – was het voor of na de pauze? – dat we geen andere keuze hebben dan van het leven te genieten en dat het vervelend is als je eerder het feestje moet verlaten dan de anderen, maar dat voor iedereen op een dag het licht uit gaat. Wat is het gemakkelijk dat op te schrijven als het nog niet echt één minuut voor twaalf is.

Hoe heb ik niet kunnen merken dat de laatste tijd Janita´s reacties wegbleven? Hoe is het mogelijk dat ik niet aanvoelde wat ze meemaakte? Wat is het gemakkelijk om al twaalf jaar prostaatkanker te hebben en gewend te raken aan woorden zoals kanker, einde of dood, maar hoe zwaar moet het zijn om op je zesenveertigste met zo´n onverwachte binnendringer in je longen te worden geconfronteerd. Ik voel me belachelijk naast een vrouw die nog zo jong toch accepteert dat haar leven niet meer jaren kent dan erin passen en vervolgens waardig het licht uitdoet.