Direct na de diagnose staan angst en ongerustheid op de voorgrond. In die periode worden de meest ingrijpende beslissingen op het gebied van behandeling genomen. Maar als de kruitdamp opgetrokken is blijken de meeste problemen met prostaatkanker te vinden op het gebied van seksualiteit en stemming. Ik verzin het niet zelf. Het is de uitkomst van een onderzoek. Onduidelijk is het of de depressies nu door de medicijnen die meestal gebruikt worden komen of omdat door het uitspreken van het K-woord het leven nooit meer vrij van smog is. De zon is vaak niet meer goed te zien en wordt het een dagelijkse uitdaging hem in het firmament te spotten. Je hoeft maar even te verslappen, niet op te letten, wat zelfmedelijden te hebben en dan spring de zware modderige stemming te voorschijn, hult je in de drab die je altijd hebt proberen te negeren.
Het boek waarin ik over al die dingen heb geschreven – Als de tijd voor altijd stil zou staan – kon ik dinsdagmiddag om kwart over vijf ineens bij de uitgever ophalen. Gehaast reden Marion en ik op onze hoge damesfietsen – de hare wit, de mijne lichtblauw – door de stad om eer iedereen het gebouw verlaten zou hebben, het in handen te hebben want de volgende dag moest ik naar Berlijn vetrekken om er een lezing te geven. Snel als een professionele coureur sneed ik als een scherp mes door het drukke namiddagverkeer. Ik kanker? Hoepel toch op. Niemand rijdt op zijn 66ste met de doodsverachting van een jongen van vijfentwintig zo tussen de scooters en auto’s door de rode lichten heen. En later, met het doosje boeken in mijn hand, voelde ik me helemaal zo sterk en gezond als een leeuw, gezond als een vis.
Terwijl ik de dag erna wacht tot ik moet boarden beantwoord ik via de telefoon vragen voor een radio-interview over langdurige liefde. Wat is het geheim van Marion en mij dat we al 43 jaar bij elkaar zijn? Is er wel een geheim? Het is immers toch niet zo gek dat je altijd wilt zijn bij de persoon die je het leukst vindt en dat als je iets meemaakt je het altijd het liefst aan haar vertelt. En als je ruzie hebt en wegkwijn uit angst haar pijn te doen of nog erger te verliezen, ben je radeloos en wil je dat het zo snel mogelijk opgelost zal zijn zodat het weer is als voorheen. Altijd ‘wij’ blijven zeggen en niet ‘ik’ geef ik nog als advies aan de verslaggever mee en ik beweer dat het goede huwelijk niet zoetelijk en laf is, maar een levenshouding, net als geluk. Je krijgt het niet, je maakt het. En dan zijn er nog een handvol hormonen die je helpen zodat je er niet steeds over na hoeft te denken.Jammer dat ik ze door de behandeling van mijn kanker niet meer tot mijn beschikking heb, maar dan blijkt toch hoe de kameraadschap je bij elkaar houdt, hoe je samen om de zelfde films huilt, je allebei het zelfde commentaar bij gelezen boeken hebt. Daardoor blijft mijn stemming ook opperbest en blijft het zwarte kankerspook uit mijn buurt.
De interviewer zegt na het gesprek dat hij zelf drie maanden eerder getrouwd is, maar ik vergeet hem het belangrijkste advies te geven. Maak goede afspraken over auto rijden en de route die je daarbij kiest, want daarover maken geliefden de meeste ruzies. Gewoon proberen je mond te houden en niet steeds zeggen “kijk uit voor die fietser”of “hier naar links”.
Het regent als ik in Berlijn ben en omdat ik me voorgenomen had om in mijn vrije uren wat te gaan lopen om foto’s te maken van de muren waarop Duitsers en migranten hun ongenoegen en wensen hebben geschreven trotseer ik het onaangename weer. Als ik besluit de ondergrondse te nemen om een saai stuk van de stad over te slaan is er iemand net voor de trein gesprongen en die moet worden weggehaald. Je hoeft geen kanker te krijgen om dood te gaan.
En dat nog wel op de dag van de zelfmoordpreventie. Er is niets dat me uitnodigt er een foto van te maken. Alles is even grauw. Ik loop de routes die ik vele malen samen met Marion heb gelopen, waar we bleven kijken naar details die voor anderen onbeduidend lijken, maar die nu nietszeggend zijn. Ik ben een druppel op mijn eigen regenjas en glijd ervan af op de grond alsof ik voor de stad overbodig ben.
In mijn eentje eet ik in een restaurant waar we vaak hebben gezeten, terwijl ik op mijn telefoon naar twitter-nieuwtjes kijk en zie de mensen met paraplu’s die ze schuin boven en voor zich houden langs komen. Het weer wordt steeds guurder. Over de verlaten Unter der Linden loop ik doelloos terwijl mijn ogen zoeken naar wat ik de vorige keer nog zo interessant had gevonden. Uit een nis komt de accordeonmuziek van een Russische muzikant die het thema ut de ‘Godfather’ speelt. De straten glimmen en ik voel me hoofdrolspeler in een film noir. Ineens sta ik tegenover een spreuk op de wand. “Furchte nichts. Geniesse. Zur Reue ist spater Zeit genug.” Het is uit het Engels vertaald en is van Auden, komt uit The Rakes’ Progress.
Wake-up call. Dat beweer ik zelf toch altijd? Mijn boek staat er vol mee. Geen tijd voor zelfmedelijden. Ik ga morgen naar Oranienburg, het kasteel van de straatkunst waar de gekleurde stemmen zich verdringen om aandacht en ik zal ze fotograferen om ze aan Marion te laten zien.
Geachte heer dokter Wolffers.
Ik had ooit uw boek over medicijnen. Nu geloof ik het wel omdat ik inmiddels 77 jaar ben. 2 jaar geleden was mijn PSA 18. 12 Biopten waren goed zei de uroloog. Vorige maand was het weer 10. Nu knijp ik hem weer.
Zal wel weer biopten worden en dan maar wachten… Dat wachtend is zo erg. Ik leef met u mee.
Misschien u ook een beetje met mij? Alle goeds met u en de hartelijke groet aan uw vrouw Marion Bloem.
Rinus