De zomervakantie is weer voorbij. Ik herinner me de combinatie van verlangen om weer naar school te gaan en mijn vrienden terug te zien en de nostalgie omdat de avonden korter werden en het weer een jaar zou duren voor er weer een zomer kwam. Daar komt nu bij dat ik me soms afvraag of er nog wel een zomer voor mij komt. Op vrijdag moest ik voor het eerst Helena weer van school halen. Ze is deze zomer naar een ander stad verhuisd en daardoor is alles nieuw voor me. Ik weet bijvoorbeeld nog niet waar ik bescheiden bij de school kan staan, maar waar zij me toch onmiddellijk ziet en dan naar me zwaait. Haar ogen vonden me op die vorige school onmiddellijk door mijn vaste plek. Ik stond nu echter helemaal verkeerd, zag Helena wel onmiddellijk toen ze de deur uit kwam en deed twee maal een poging om haar aandacht te trekken, maar zij zag mij niet. Pas toen ze bij het hek kwam herkende ze me.
Bij de auto zei ze: “Raar, er is hier geen toko waar we even langs kunnen rijden om lempers te kopen.”
Alles was een beetje vreemd en ik besefte dat we een hele reeks nieuwe rituelen moeten opbouwen. Deze keer was het geen ramp. De hockeytraining was nog niet begonnen en ik kon haar onmiddellijk mee naar huis nemen. De volgende keer zal het anders zijn en moeten we drie uur tijd samen doorbrengen.
We kunnen dan niet even naar Zandvoort rijden om daar een late lunch te nemen, naar de zee te kijken, een strandwandeling te maken, samen te tekenen en vooral veel te praten. In die vaste vrijdagstructuur werden we kleindochter en opa. Dat was weer een onderdeel van de klok die in mijn leven een rol speelde. In 2002 werd de kanker ontdekt en in september 2005 werd Helena geboren. Ik vroeg me toen onmiddellijk af of ik het nog mee zou maken getuige te zijn van hoe ze het op de middelbare school deed en of ik haar bij haar huiswerk zou kunnen helpen. Marion en ik waren in Rome op de dag voor ze geboren werd en ik moest snel naar Nederland vliegen omdat ik beloofd had op de oudste twee kinderen van Elle te passen terwijl zij en Kaja naar het ziekenhuis gingen. In de taxi naar het vliegveld ging het door me heen dat ze op haar zestiende misschien met Marion en mij mee zou mogen naar de Italiaanse hoofdstad zodat we haar alles kunnen laten zien. Zestien jaar was toen zo ver weg, maar we zijn er negen jaar dichterbij gekomen.
Vanaf het moment dat je hoort dat je kanker hebt komen vanzelf allerlei rare en nutteloze gedachtes, variërend van zal ik het nog meemaken dat het station in Amsterdam helemaal af is tot vervreemding als ik hoor dat er bijeenkomsten zijn om vast te stellen waar de wereldkampioenschappen voetballen in 2020 plaats zullen vinden. Het opgroeien van mijn oudste kleindochter is als een minder abstract horloge. De wijzer gaat vanzelf van de een naar de twee en dan naar de drie en ik vertel Helena over oorlogen, kerst en Pasen, over mijn vader die de wereld rondvoer, mijn opa die zijn naam van David in Ivan veranderde omdat hij de nazi´s vreesde, over mijn oom die de oorlogslinies twee keer overstak om bij zijn geliefde te zijn en ook over mijn kanker, want ik heb niets spannender te bieden. Ze luisterde en stelde vragen die me verder hielpen en de wijzer over mijn wijzerplaat voortduwden, zonder dat ze dat besefte.
Gaan we elke vrijdag naar een mooi theehuis om thee met koekjes te bestellen? Wat gaan we die vele uren samen doen? Of zal ze me zeggen dat ze bij haar vriendin gaat spelen en op de fiets naar het hockeyveld gaat waar ze me dan wel zal zien?
Op weg naar huis maken we samen een onzingedicht zoals we dat zo vaak gedaan hebben. Nonsens die rijmt. Om de beurt maken we een zin.
“Ik ben hier midden in een niemandsland,
Een niemandsland, een niemandsland.
Er is hier helemaal niets aan de hand.
Steek wel erg vaak mijn kop in ´t zand
Mijn linkerhand zit in een noodverband.
Mijn huis stond gisteren nog in de brand
Je leest het vast wel in de ochtendkrant.
De beste krant van Niemandsland.”
De eerste zin van mijn nieuwe boek ´Als de tijd voor altijd stil zou staan´ gaat als volgt: ´Wat betekent “Ik zal je nooit vergeten?”` vraagt Helena die tweeëneenhalf jaar oud is.´ Ik heb het haar nog niet kunnen uitleggen. Dat is erg moeilijk. Daar heb ik nog veel tijd voor nodig. Ik zal zorgen dat ik volgende week op de zelfde pek bij het hek sta.
In mijn beleving heb ik de diagnose kanker niet nodig om de onbenulligheden van berichten zoals het volgende wereldkampioenschat te beseffen.
Het is nu drie jaar geleden dat mijn zoon van 20 zichzelf beroofde van het leven, zo, out of the blue, geen miliseconden aan gedacht. Ik dacht dat er niets ergens zou zijn dan de diagnose kanker. Jaren ben ik er stiekem bang voor geweest, mijn moeder verloren met 52 jaar mijn oma al veel eerder. Nu ben ik niet meer bang om kanker te krijgen, zo gek kan het lopen in het leven.
Niemand wil kanker, het is in mijn ogen rotziekte nummer 1. Slopend, je tot het bot opvretend, heb het allemaal gezien. Gelukkig overleven er wel mensen, beter om daar aan te denken. Er zijn dingen in je leven die diepe wonden slaan, als je geluk hebt komt er een dun vliesje over en ben nu bezig aan een nieuw stuk. Ik ben nu blij als de zon opkomt. Als mijn hond me aankijkt met zijn vochtige bruine lieve ogen. Ik heb geen kleinkinderen maar als dat wel zo was dan hield ik ze wat steviger vast. Ik vond je stukje mooi en herkenbaar ook. Lieve groetjes van een bewonderaar(ster?) Annelies
Beste Ivan, ik heb met ontroering dit mooie verhaal gelezen. De band tussen kleindochter en Opa is heel bijzonder, ik wens dat je nog heel lang mag genieten van elkaar en als jouw tijd is gekomen…..weet je haar toch wel te vinden in de stille momenten die ze met jou gaat door brengen op aarde in gedachten. Bedankt dat je jouw gevoelens met jouw lezers en bewonderaars wilt delen. Ik leer heel veel van jouw wijsheid.
Liefs van Marijke.
Mooi Ivan!!!
En ik zit, terwijl ik dit lees, te huilen. Niet uit medelijden, maar omdat je jouw gedachten zo mooi kunt verwoorden en mij eraan herinnert dat ik bang ben om kanker te krijgen omdat ik het me nog niet kan permitteren om dood te gaan, door welke ziekte dan ook.
Ik heb n.l. een volwassen maar nog steeds vrijgezellen kind dat mij nog zo nodig heeft, dat er om kan huilen als zij er aan denkt dat ik er ooit niet meer zal zijn – zij zou zich geen raad weten… Ik ben dit kind steeds meer gaan waarderen, bewonderen, appreciëren, er steeds meer van gaan houden.
Eens had ik er twee, maar éen is meer dan 10 jaar geleden zomaar verdwenen uit ons leven; beetje bij beetje heb ik geleerd er niet meer aan te denken, me geen vragen meer te stellen, de verdwijning van een levend kind te verwerken, want ik moet overleven voor mijn andere kind dat mij zo nodig heeft. Daarom ben ik bang om kanker te krijgen.
Mijn ex-echtgenoot werd 93 jaar en stierf aan een hersenbloeding en niet aan de prostaatkanker waar hij jarenlang voor was behandeld.
Dank Ivan voor de gedeelde gedachten en ervaringen.
Vanaf het moment dat ik hoorde dat ik kanker heb met uitzaaingen en al -augustus 2004- zijn die triviale data in de toekomst belangrijk voor mij. Ik meen dat er binnen twee jaar verkiezingen zouden ziijn, maak ik die mee? Ja! Een gebouw waar ik nog nooit van had gehoord en waar men van verwachte dat het in 2011 klaar zou zijn, maak ik dat mee? Ja! Narcissen bollen die ik in oktober 2004 in de grond zette, zie ik ze bloeien? Ja! Maar ook een boompje in de tuin dat jaren nodig heeft om volgroeid te zijn. Ik heb er inmiddels al verschillende groot zien worden. De belangrijkste datum is mijn pensioendatum 11 augustus 2023. Helaas werkt de politiek niet erg mee want want door de verhoging van de pensioenleeftijd is dat 2025 geworden. Maar ik doe mijn best!