Ik kreeg een licht schuldgevoel nadat ik vorige week over het screenen op prostaatkanker had geschreven door de reacties van mannen bij wie prostaatkanker was vastgesteld en die me voorhielden dat het maar goed is dat de PSA-test bestaat. Het is niet mijn bedoeling dat mijn weekblog mensen met kanker kwetst of verontrust. Schrijven om iemand pijn te doen laat ik graag aan anderen over.

Ik schreef ook niet over individuele gevallen, maar over de vraag of het algemene gebruik van de PSA-test voor screening van mannen op aanwezigheid van prostaatkanker wel een goed idee is. Volgens Richard Ablin, de man die het eiwit PSA ooit ontdekte en de test ontwikkelde om vast te stellen hoeveel mannen daarvan in hun bloed hebben, is zijn ontdekking misbruikt door Big Medicine. Hij schreef daar met behulp van een journalist het boek ´The Great Prostate Hoax´ over.

Wat moet ik nu doen om mijn vele collega kankerlijers gerust te stellen? Hippocrates schreef: “Onderzoek leidt tot steeds meer kennis, een mening zorgt voor onwetendheid.” Daarom baseer ik me in dit geval niet op mijn eigen mening en ervaring met de PSA-test, maar ik houd me aan de onderzoeken waarin effect, voor- en nadelen van PSA-screening gemeten zijn. Daaruit blijkt telkens dat voor elk sterfgeval dat door vroeg ontdekte prostaatkanker voorkomen wordt er minstens ook iemand is die ten onrechte behandeld zal worden. Ik gebruik hier het woord ´minstens´, want er zijn ook onderzoeken die veel ongunstiger cijfers laten zien. Dat verschil tussen die onderzoeken hangt samen met hoe wijdverbreid het screenen op PSA is. Hoe meer er getest wordt op een algemene bevolking, hoe meer mensen ten onrechte behandeld zullen worden maar de kans om meer sterfgevallen te voorkomen neemt lang niet zo sterk toe. De visser hangt zijn hengel in de oceaan en niet in een aquarium, waar meer vissen zitten die een verhoogde kans op prostaatkanker hebben. Laten we het echter op één sterfgeval minder tegen één ten onrechte behandelde man houden, want die cijfers komen uit Nederlands onderzoek.

Hoe weeg je een sterfgeval dat voorkomen wordt (iemand leeft in plaats van nog vijf jaar nu nog tien of vijftien jaar) af tegen een man die ten onrechte behandeld wordt en twintig jaar lang met plasproblemen, moeilijkheden bij het ophouden van ontlasting en impotentie moet leven? Wat heb je bij de een gegeven en bij de ander weggenomen? Zou je niet jaren van leven met kwaliteit moeten vergelijken in plaats van sterftecijfers. Misschien is de dood helemaal zo erg niet vergeleken met een verprutst leven, een relatie die kapot is gegaan, vooruitzichten die verdwenen. Ik kan het antwoord op de vraag niet geven, maar dat moet wel gegeven worden door de mensen die gebruik van de PSA-test voor vroege ontdekking van prostaatkanker propageren.

De mensen die op mijn stuk van vorige week reageerden waren mensen die klachten hadden en naar een arts gingen en die arts wist dat op geleide van die klachten hij ook een PSA moest vaststellen. Bij mijzelf was dat ook zo: ik had plasproblemen en als ik klaarkwam produceerde ik helemaal geen zaad. Er was iets aan de hand en dat werd uiteindelijk vastgesteld. Nu, na twaalf jaar weet ik door het geleidelijk aan ontstaan van steeds meer kleine uitzaaiingen dat het om een kwaadaardige vorm van prostaatkanker gaat. Een dergelijke aanpak (je hebt klachten en gaat naar een arts) is iets heel anders als screening op prostaatkanker, want dan ga je zo maar bij gezonde mannen kijken, want enkelen van hen zouden wel eens prostaatkanker kunnen hebben. Of zoals iemand die me schreef opmerkt: ik adviseer alle mannen die ik ken zich regelmatig te laten onderzoeken op hun PSA. Wat doe je je vrienden aan? Op die manier zorg je ervoor dat veel te veel mannen behandeld worden terwijl het helemaal niet nodig was. Er is nog al snel iets met de PSA en prostaten van oude mannen herbergen ook maar al te vaak ontregelde cellen zonder dat het gevolgen heeft, maar die dan bij een biopsie de diagnose lijken te bevestigen. Wat moet een arts beginnen als dat is vastgesteld? Wat moet hij aan een man vertellen? Je zit op de kankertrein en komt er niet zo maar weer vanaf. Je leven zal definitief veranderen.

Richard Ablin zegt dat het onaanvaardbaar is om met een laboratoriumtest die geschikt is om bij iemand met vastgestelde prostaatkanker te volgen hoe het proces verloopt zo maar te gebruiken om alle mannen van boven de 40 te gaan screenen. Het eerste gebod voor artsen is niet voor niets Primum non nocere, berokken de patiënt geen schade. Doe niet meer dan nodig is, verkoop geen valse zekerheden in ruil voor klachten die niet nodig zijn, probeer goed na te denken over de balans tussen voor- en nadelen eer je iets onderneemt dat je niet meer terug kunt draaien.

Pyrrhus, koning van Epirus, voer in 280 voor Christus naar Zuid Italië om oorlog te voeren tegen de Romeinen die de Griekse steden daar probeerden te veroveren. Hij had 25.000 infanteriesoldaten, 3000 cavaleristen en 20 oorlogsolifanten bij zich. Eerst versloeg hij bij Heraclea het Romeinse leger en later gebeurde dat bij Asculum opnieuw. Hij leek te winnen, maar bij die veldslagen sneuvelden zoveel van zijn soldaten, dat toen een generaal hem wilde feliciteren met zijn overwinning, Pyrrhus zei: “Als we nog zo´n veldslag winnen, gaan we ten onder.”  De schijnbare winst door testen met PSA wie er allemaal prostaatkanker hebben is een Pyrrusoverwinning.