“Ik heb een koffertje met mooie kleren, Ik ga naar oma toe, ik ga daar logeren,” het mooiste liedje dat ik ken. Films kijken, koekjes bakken, midgetgolfbaan en later naar het pannenkoekenhuis. Ik blijk de enige te zijn die een pannenkoek eet want de meisjes hebben meer aandacht voor de surprises bij de oranje poffertjes die het restaurant aan hen geeft. Plastic prullaria waar je maximaal vijf minuten blij mee bent. Thuis gekomen bouwen ze in de serre van stoelen, kussens en dekens een groot en geheimzinnig meisjespaleis waar drie prinsessen in harmonie leven elk in haar eigen vertrekken. Naar bed willen ze niet omdat het goede leven voor hen eeuwig moet duren. De jongste wordt moe en gaat met haar oma mee naar de slaapkamer, maar pas na veel moeite weet ik Helena en haar vriendin over te halen naar boven te gaan. “Tanden poesten en pyjama aan, dan kom ik daarna nog iets voorlezen,” zeg ik.
Als ik in de logeerkamer kom zijn ze aan het spelen. Helena staat met haar ogen gesloten tegen de muur. Haar vriendin knipt met haar vingers afwisselend aan de rechterzijde en aan de linkerzijde van mijn kleindochters gezicht en slingert daar tussen door haar loshangende handen heen en weer. Met het voorleesboek onder de arm kijk ik naar het gezicht van Helena dat absolute overgave en verwachting uitdrukt. Waar blijft het magische effect. Op een gegeven moment zal ze volgens haar vriendinnetje het gevoel krijgen dat haar armen vanzelf omhoog gaan. Ze zullen zweven en haar naar grotere hoogte voeren.
Het gebeurt niet. Ik denk een lichte teleurstelling op haar gezicht te zien. Haar vriendin begint opnieuw met haar vingers te knippen en Helena´s armen heen en weer te slingeren. “Wat moet ik dan voelen?” vraagt mijnkleindochter. In hemelsnaam, laat het nu voor haar gebeuren, denk ik.
Mijn leven lang heb ik met alles in me gehoopt dat er wonderen zouden gebeuren, heb ik gedroomd over een rijk en onvoorstelbaar mooi leven en toen mijn dromen uit kwamen heb ik nieuwe gedroomd. Soms heb ik me vergist. Mijn eerste jointje. Ik wachtte en wachtte, maar er gebeurde niets. De yogales waar ik mijn uiterste best deed, maar nooit buiten mezelf trad, en toen ik ontdekte wat het effect van meditatie moest zijn dacht ik “O, is het dat alleen maar”.
Ik weet niet meer wanneer ik ontdekte dat je niet moet wachten tot het op je afkomt, maar dat het leven geleefd en beleefd wordt op alle andere momenten. Het gaat om het verhaal dat je over jezelf maakt, waarin je lacht en ook ongelukkig bent, waarin je de wereld verovert en weer verliest, het gaat om het verhaal dat je vleugels geeft. Het belangrijkste lichaamsdeel van de mens is de verbeelding waarmee we onze wereld zelf in kunnen richten. In vlieg, dus ik ben.
Soms met mijn ogen gesloten en vol vertrouwen, en dan weer met mijn ogen open en hongerig naar wat er gaat gebeuren, zo heb ik altijd proberen te leven. Naar bed wilde ik niet omdat het eeuwig moest duren, maar eeuwig bleek zo kort op de dag dat ik hoorde dat ik prostaatkanker had. Ik moest mijn oude dromen bijstellen en nieuwe creëren.
Mijn kleindochters hoefden geen voetbalwedstrijden te zien en ik verdeelde mijn aandacht tussen hen en de eindeloze reeksen trappen tegen de bal zodat de tegenstander die in elk geval maar niet in bezit zou krijgen. Voetbal is een soort lummelen geworden. Ik merkte dat ik naarmate de wedstrijd vorderde, ik onverschillig werd voor wat er zou gaan komen, hoopte dat desnoods Messi een doelpunt zou maken zodat ik niet nog een verlenging zou moeten zien, maar beter was het natuurlijk als er een doelpunt aan de andere kant viel. Ik wilde klaar zijn met de ondraaglijke spanning van het wachten op de einduitslag en herkende de sensatie waarbij het ergste beter is dan wachten op het beste omdat het je alleen maar weghoudt bij het leven. Telkens als ik weer hoorde dat er op de scan niets te zien was bekroop me het gevoel dat het misschien wel prettig zou zijn als een arts me vertelde dat er plekjes zichtbaar waren. Eindelijk die rotzak, waarvan ik wist dat hij ergens in mijn lichaam aanwezig was in de ogen te kunnen kijken, te weten wie mij dromen bedreigt. Ik heb hem inmiddels al een paar keer gezien en kan weer rustig dromen over wat ik allemaal nog zal doen in de eeuwigheid die me nog rest.
Ik wacht niet tot de meisjes klaar zijn met hun spel en begin voor te lezen uit Oom Fjodor. Ze horen me niet en gaan door met hun spel. Na een paar zinnen stop ik en kijk weer naar de gelukkige meisjesgezichten. “Doen jullie zo het licht uit en gaan jullie dan lief slapen?”
Een half uur later staan ze weer beneden, want nadat het bedlampje uit was gedaan gaapte een zwarte duisternis ze aan en het vriendinnetje kreeg heimwee naar haar ouders. We telefoneren en een uur later staat haar vader voor de deur om haar, haar logeerbeer en het koffertje met mooie kleren mee naar huis te nemen. Helena kijkt sip en vertelt me dat het de tweede keer in haar achtjarige leven is dat een vriendinnetje heimwee krijgt en het feest voordtijdig voorbij is.
De volgende ochtend weet ik niet waar ze is, ga haar zoeken en vind haar uiteindelijk in het vertrek van haar prinsessenzus in het meisjespaleis. Stilletjes ligt ze op het van kussens gemaakt bed en bedenkt verhalen over hoe de koning, hun vader sterft, ze allebei koningin worden en nooit ruzie hebben. De verbeelding redt ons. Ze heeft niemand nodig, want ze heeft vleugels en ze weet hoe ze kan vliegen.
wat een prachtig verhaal, gelezen zojuist op zondagochtend terwijl de kerkklok luidt. Mijn man en ik en onze dochter van net 16 zitten in dezelfde situatie als u. Ik zal hem dit verhaal laten lezen. Ik wens u veel sterkte en hoop dat jullie samen ook kunnen genieten van deze mooie zomerzondagochtend in juli.