Walter White heeft longkanker. Maak daar maar eens een onderhoudende televisieserie zonder daarbij de gebruikelijke clichés te gebruiken. Hoe moet je een programma aantrekkelijk maken als de hoofdpersoon een dodelijke ziekte heeft, iemand die je niet wilt zijn over een situatie die je niet mee wilt maken? Als je daar toch een programma van weet te maken waarbij de kijkers vijf seizoenen lang op het puntje van hun stoel zitten en met die gekke White meeleven, dan kom je van heel goede huize.

Ik was niet in staat te stoppen met kijken, want ´Breaking Bad´ gaat over het wezenlijke van kanker. Kanker verstoort je leven en zet het bestaan van partner en kinderen op de kop. De familie wordt meegesleurd in de pogingen van de man met kanker om te overleven.

Omdat de verzekering van Walter de behandelingen die hij ondergaat niet vergoedt besluit hij zijn kennis zo effectief mogelijk in te zetten. Hij is scheikundeleraar op een middelbare school en begint met een van school gestuurde leerling die speed verkocht het spul te produceren. Aanvankelijk uitsluitend om de middelen voor zijn behandelingen te verdienen, maar al snel komt hij erachter dat er veel meer bij komt kijken. Hij moet meer produceren dan hij verwacht had en bovendien wil hij zijn gezin ook nog goed verzorgd achterlaten. Geleidelijk verzeilt hij in het misdadige circuit. Het lijkt misschien door alles wat Walter en zijn gezin meemaken of het om drugs gaat en hoe gewelddadig een dergelijk bestaan is, maar het is anders.

Kanker is de dood, die Walter weet dat zal komen. Wat hem rest is nog zo veel mogelijk te leven en dat is in zijn geval in toenemende mate de productie van methamfetamine en alles wat daarbij hoort. Hij neemt de uitdagingen die bij dat leven horen aan en ontdekt dat hij goed is in het vinden van oplossingen voor de problemen waarmee hij te maken krijgt. De experimentele behandeling die hij ondergaat slaat ook tot verbazing van de oncoloog aan en ondanks de hopeloze prognose blijft het goed met hem gaan. Walter blijft in leven. De saaie wiskundeleraar leeft voor het eerst van zijn bestaan echt en zijn gezin heeft weinig te kiezen: meegaan of weglopen. Vooral zijn vrouw Skyler lijdt eronder en probeert  de nieuwe Walter White te ontvluchten, zeker als ze eenmaal ontdekt hoe hij aan zijn geld komt. Uiteindelijk zal zij het grootste slachtoffer van de kanker van White blijken te zijn. Ze houdt er en autowasbedrijf aan over, maar is alles van het leven daarvoor voorgoed kwijt, inclusief haar zus en zwager. Ze heeft alleen de baby nog, die als een symbool van de hoop vanaf de geboorte jaren lang in een babymandje zit, flesjes nodig heeft en schone luiers krijgt. “Ik doe dit voor jou en de kinderen,” beweert Walter keer op keer.

Pas aan het einde van de film geeft hij het aan Skyler toe. “Ik zei dat ik het voor jullie deed, voor jou en de kinderen, maar dat is niet waar. Ik deed het alleen voor mezelf en ik genoot ervan.” Zo is het: Walter wil leven en dat is wat de meeste onrust in huis brengt. Dat sterven is een detail, vervelend maar na een tijdje rouwen zal het voor de bijrolspelers voorbij zijn. Dat plotselinge heftige leven, dat creëert de chaos. Wie kanker heeft moet eraan geloven. Er zijn twee opties: of je wordt beter, maar dan heb je officieel geen kanker meer, of je gaat dood. Maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat je ineens als een wilde idioot gaat leven en dingen doen die je nooit eerder hebt gedaan.

Gelukkig ben ik niet aan productie van verboden middelen of aan een liefdadigheidsproject in Bhutan begonnen om te leven. Ik schrijf wel meer dan ooit omdat ik via woorden adem. Bovendien heb ik het geluk dat ik mijn familie op een of andere manier erbij heb mogen betrekken. In Disneyland in de wachtrij voor de populaire bezoekers vraagt Helena mijn kleindochter uitgebreid naar de pathofysiologie van kanker. Ze is voorbij de fase waarin ze vroeg of ik het wel echt heb. Nu wil ze weten waarom die cellen zo zijn gaan groeien. Ja de gesprekken met haar zijn ook onderdelen van mijn nieuwe leven geworden. Ik moet lachen om haar levensijver, het beleefde enthousiasme voor alles dat erbij hoort.

Trots toon ik haar bij de visboer, waar we kibbeling kopen. “Logeer je bij opa?” vraagt hij en hij toont een foto op zijn telefoon. Zijn zoontje. “Is hij niets voor jou?” vraagt hij. “Hoe oud is hij?” wil ze weten. “Zeven.” “Maar ik ben acht,” legt ze uit. “Kijk maar uit met die visboeren,” zegt een andere klant. “Als je negen bent sta je elke dag in de kraam vis te verkopen.”

Als we vertrekken zegt de visboer tegen mijn kleindochter “Ik wens je nog veel plezier bij het logeren bij opa.”

Ze zoekt even naar woorden en zegt dan: “Ik wens u nog veel plezier met de vis.”

Ik kan zoiets niet meer missen, want het is mijn nieuwe leven en het hoort bij het doorstaan van alles wat met de kanker te maken heeft. Het is me zelfs nog meer waard dan het avonden lang kijken naar Walter White, die uiteindelijk niet aan de kanker overlijdt.