Op zijn achtste werd onze zoon angstig wakker uit zijn eerste slaap en vroeg ons of we altijd wilden blijven zoals we waren. Hijzelf wilde nog groter worden tot hij ongeveer zo oud was als wij. Daarna mocht er nooit meer iets veranderen. Ik herinner me niet wat we tegen hem zeiden of dat we hem alleen maar in onze armen namen en tegen ons aan drukten.  Mijn twee kleindochters zingen luid “Wij zijn twee zussen, jij en ik. We blijven altijd bij elkaar, al worden we samen honderd jaar.”

Konden we maar altijd leven en bleef het leven maar zoals het is als we jong zijn en vol hoop over wat er nog gaat komen.

Onderzoek laat zien dat mensen die als ze geen kanker hebben dapper beweren dat ze geen gedoe aan hun lijf willen en af zullen zien van behandelingen die ten koste gaan van de kwaliteit van leven, daar als ze kanker krijgen drastisch op terug komen. Als het zo ver is kiezen ze meestal voor wat extra tijd.

Niets menselijks is mij vreemd. Zelf heb ik altijd precies uitgelegd wat voor medicijnen er zijn en dat je voordelen en nadelen moet beoordelen en dan weloverwogen een keus maken. Toen ik prostaatkanker bleek te hebben en ik te laat was voor een operatie accepteerde ik zonder al te lang na te denken de hormonale behandeling. Ik was nog niet klaar met het leven en zou wel zien waar de behandeling me zou brengen. Wat is trouwens kwaliteit van leven? Had ik daar dan wel eens serieus over nagedacht? Nee.

Elke ochtend werd ik wakker en dan volgde er een dag waarin fantastische dingen gebeurden, maar ook vervelende, soms heel vervelende. Kwaliteit van mijn leven? Mag er geen vlekje op zitten?

Alle woorden in de lijst van de bijwerkingen kende ik al geruime tijd voordat ik de buikprik kreeg. Libidoverlies, impotentie, osteoporose, spierverlies en nog veel meer. Ik kende ze maar ik begreep ze niet. Geleidelijk ontdekte ik wat voor impact ze op mijn leven hebben. Rennen met pijn, mank lopen, de veranderingen in intimiteit, stemmingen, het opnieuw leren hoe je met elkaar omgaat in de liefde. Kennis heb je vooraf, maar ervaring pas na afloop. Ik wil leven. Graag nog wat jaren erbij. Waarvoor? Omdat het leven nog leuk is en het vlekje er wel bij kan; misschien zelfs nog een vlekje.

Met Helena kan ik op de vrijdagen als we een paar uur met elkaar doorbrengen er goed over praten. Niet dat ik er ooit over begin, maar zij vraagt me de oren van het hoofd. Dus zo hebben we het gehad over de vraag of Duits wel of niet een mooie taal is, over Anne Frank en anderhalf jaar lang opgesloten zitten met oude mensen in een achterhuis, over mijn oom die hoorde dat er een razzia zou zijn, snel zijn spullen thuis haalde en op de trap naar beneden de Gestapo tegenkwam en de tegenwoordigheid van geest had om te zeggen “Hij van boven is niet thuis, ik heb er ook al voor niets aangeklopt” en door liep naar beneden.

“Ik vind de tweede wereldoorlog veel leuker dan de eerste,” verzucht ze.

Vorige week vrijdag – twee weken na het paasweekend – zei ze: “Opa wil je het paasverhaal vertellen.”

“Maar dat heb je toch wel bij het paasontbijt op school gehoord?”

“Ja maar ik vind het leuker als jij het vertelt.”

En dus begin ik bij het laatste avondmaal, het verraad, de verloochening, het je handen wassen in onschuld, het lijden, de dood en kom uiteindelijk uit bij het verdwijnen van het stoffelijk overschot.

“Zijn vrienden en volgelingen dachten dat hij weer leefde en uit zijn graf opgestaan was,” zeg ik.

“Geloof jij dat?” vraagt ze.

“Niet dat het echt gebeurde nee,” antwoord ik. “Als je dood bent, ben je dood. Wel dat de ideeën die een mens heeft en verspreidt hem overleven. Het is ook allemaal opgeschreven en mensen lezen het nu nog. Dat blijft ondanks de dood. Daar geloof ik wel in, maar altijd blijven leven zodat ik je hele leven op vrijdag bij de school wacht om mee naar hockeytraining en zwemles te gaan, dat is onmogelijk.”

“Ik wil het liever wel een beetje geloven,” zegt Helena.