Er zijn veel dingen die je niet wil weten. Bijvoorbeeld dat de Japanner Motoori Norinaga de eerste was die het woord mono no aware gebruikte, een term waarmee de schoonheid van het tijdelijke in het leven wordt aangeduid. Wij hebben daar geen woord voor, hoe in het voorjaar de bomen heel even bloesem dragen waardoor we blij worden, maar we weten tegelijkertijd dat het snel voorbij zal zijn.

Ik wil ook niet weten dat het proces waarbij de kankercellen zich voeden ten koste van de gezonde cellen een naam heeft, het Warburgeffect. Je moet wel heel ijdel zijn om je naam te willen verbinden aan zo’n verschijnsel. Voor mij zou de term ‘roofceleffect’ voldoen. Je snapt het meteen. Je ziet zo’n cel als een verwend kind in de crèche voor je, blèrend dat hij niet genoeg heeft maar ondertussen heeft hij wel het meeste snoep van alle kinderen in zijn te dikke buik gepropt.

Ook zou ik liever niet weten dat via een speciale petscan het aankoekproces van toxische amyloïden in onze hersenen gevolgd kan worden. Dat is de stof die op onze zenuwen klontert en ons uiteindelijk de ziekte van Alzheimer bezorgt. Het is de stof die al onze woorden opslokt, een voor een, tot we uiteindelijk niet meer in staat zijn om de woorden te voegen bij de dingen, en ontmenselijkt eindigen. Wat rest is het zwijgen.

Er is nog zoveel dat ik nog heel even zou willen onthouden. Het gevoel dat ik had toen ik voor de eerste keer alleen op vakantie ging en ervan overtuigd was dat op dat moment mijn leven begon. Hoe ze over het schoolplein liep. Het hert in haar ogen. Hoe ze zich schuchter steeds meer bloot gaf tot ik dacht alles van de wereld te begrijpen. De overmoed die ze in me wekte. En ook dat ik Marion beloofd had antikalk mee te brengen want die is op. Dat ik tegen haar gezegd had haar te waarschuwen als het elf uur is omdat er dan een interviewer voor haar komt. Allebei ben ik vergeten en ook weet ik de naam niet meer van de lachende persoon met wie ik sta te praten en waar ik hem van ken.

“Ach, dat heeft iedereen die wat ouder wordt wel eens,” troost ze mij, maar Marion is mijn getuige, maakt me elke dag mee en ziet haarscherp dat het minder wordt. Soms betrap ik haar erop dat ze ook iets vergeten is en dan lachen we samen, want onze geheugens vullen elkaar aan. Als het zwarte en het witte deel van het yin-yang teken. Zij de emoties en ik de uitleg. Als we bij mijn schoonmoeder zijn geweest, die nu zeven jaar weduwe is en bij wie de Alzheimer haar kortetermijngeheugen total loss heeft gereden, valt er een schaduw. Ze verontschuldigt zich onophoudelijk met de woorden “Ja, ik kan er niets aan doen want ik ben mijn maatje kwijt. Die hielp me altijd bij het onthouden.” Ach, Marion wat moet er van ons worden als een van ons alleen komt te staan?

Ik ben wie ik ben omdat iemand mij maar een woord hoefde te voeren en een voor een trok ik dan alle woorden en de verhalen die ik daarmee gedurende mijn leven verteld had naar boven. Het lukt nog wel, maar soms zit er een mottengaatje in het netwerk van tekens en betekenissen. De medicijnen die ik gebruiken moet om te zorgen dat mijn kanker niet overschakelt op het Warburgeffect doen me helaas sneller verouderen en zullen mijn grijze cellen uitroken. Ik vrees dat het een wedstrijd zal worden tussen het vergeten en het roofceleffect. Waar moet ik blijer mee zijn?

Ik mag nog best wat taal kwijt raken, maar sta me me in godsnaam toe de woorden waar ik zo van houd nog even te bewaren. De woorden van de liefde, van de weemoed en ook mono no aware vind ik wel een dierbaar woord. Het tijdelijke omhelzen, van het leven genieten zo lang het er is en als het geheugen niet meer weet dat ik Ivan ben, dan is de bloesem gevallen en komt hij volgend jaar niet terug.