Omdat het thema van de boekenweek ´Gouden tijden en zwarte bladzijden´ is moet ik daar vanzelf steeds aan denken. Het is als met de uitkomsten van onderzoeken die ik lees: 55 procent van bevolking is niet tevreden met zijn leven. Je gaat automatisch nadenken of jezelf wel tevreden bent, terwijl het voordien zelfs niet bij je opgekomen is dat je wel eens onvreden zou kunnen zijn. Daarom denk ik sinds de uitnodiging voor het boekenbal bij ons is binnengekomen na over wat voor mij de gouden tijden zijn.
Mijn leven begon pas toen ik 22 was. Wat eraan vooraf ging was het voorwoord bij een dik boek, een uitleg over hoe ik werd wie ik moest zijn om met het grote leven te kunnen beginnen. Voor ik de jaren des onderscheids bereikt had, gingen er tijden voorbij waarin ik niet eens doorhad dat ik leefde. De ene gebeurtenis volgde de andere op, maar het werd alleen maar uitgelokt door het feit dat mijn moeder een tweeling kreeg, dat mijn vader handelsreiziger was, dat de leraren op mijn school mij niet voor vol aanzagen omdat ik het ware geloof niet had, door die ene meester die zag wat ik kon en me aanmoedigde, door mijn medeleerlingen die met me wedijverden en vooral door mijn hormonen. Wie was ik in hemelsnaam zelf? Ik beleefde het niet echt omdat ik er niet bij was met mijn hoofd. Pas later heb ik geprobeerd om alles wat er toen gebeurde te begrijpen, maar ik kon alleen nog maar betekenis geven aan wat onbetekenend had geleken.
Op de dag dat ik Marion ontmoette veranderde het. Om te beginnen begon een langdurig proces waarin ik probeerde om indruk op haar te maken en het betekende dat ik erachter moest zien te komen wat dat kon zijn. Nu, 42 jaar later, mag ik wel bekennen dat ik het nog steeds niet precies weet omdat ze altijd verrast wil worden en waar ik gisteren goede sier mee maakte werkt vandaag al lang niet meer. Bovendien is zij iemand die al op haar achttiende – toen ik haar ontmoette – bewust leefde en zich altijd afvraagt waarom dingen gebeuren zoals ze gebeuren. Ik moest rekenschap afleggen voor wie ik was en wat ik deed, ook al was het mezelf meestal niet duidelijk. Bovendien is zij iemand van het detail. Als ik vertelde dat ik Kees in de trein was tegengekomen, die uit de doeken deed hoe het met zijn kinderen ging, vraagt ze hoe we daarop kwamen. “Dat weet ik niet meer,” zeg ik omdat ik graag snel met de hoofdlijnen verder wil, maar zij dringt aan: “Wat zei jij dan waardoor hij over zijn kinderen begon te praten?” Het was een soort training in alertheid; ik moest leren oog te krijgen voor de kleine schakels die tot grote dingen leiden.
Het belangrijkste was echter dat het was alsof iemand het licht aan had gedaan. De zon scheen elke dag. Sommige mensen noemen dat liefde.
Ik kan geen jaar noemen dat meer glans had dan het daaraan vooraf gaande en als ik al iets moet zeggen over de beste jaren, dan is het altijd mijn steevaste overtuiging dat die nog moesten komen. Het bestaan raasde verder en we hadden nauwelijks tijd om stil te staan bij de successen, de waardering, de hoogtepunten, de prijzen, de onderscheidingen. We beseften niet dat wat we meemaakten bijzonder was. Met iets wat je bijna arrogantie kunt noemen aanvaardden we dat het ons leven was, dat het nu eenmaal zo gaat en dat we er misschien wel recht op hadden omdat ons karma goed was.
Er waren ook genoeg tegenslagen en we kregen onze portie pijn en verdriet heus wel te verduren. Hevige ruzies en tranen bleven ons niet bespaard, maar als het voorbij was werd het opgeborgen in een kast in de onderste kelder van mijn geheugen, simpelweg om dat de bovenste planken al uitpuilden van het geluk.
Zwarte bladzijde, zoals in ´het was een zwarte bladzijde in de geschiedenis van, of in het leven van…´? Ik kan het echt niet koppelen aan iets in mijn leven. Zelfs niet aan de vroege winterochtend waarop de uroloog zei dat ik prostaatkanker had, nu tien jaar geleden. Ook het feit dat na een paar jaar onzichtbaarheid van het gezwel, het toch weer opdook en er uitzaaiingen bleken te zijn, heeft niets veranderd.
Wandelen met Marion is ingewikkeld. Het duurt even voor je de routeplanner van Marion leert begrijpen. Ineens steekt ze over, maar waarom? Plotseling gaat ze naar rechts en de reden is duister. Haar routeplanner is niet topografisch en evenmin wordt hij gestuurd door hoe je zo snel mogelijk je route afloopt. Op een dag – ik herinner me dat het lang geleden in Florence was – probeerde ik haar ervan te overtuigen dat we niet in de richting van de Duomo liepen en zo nooit de Deuren naar het Paradijs zouden zien en ze riep uit “die kerk kan me even niets schelen, hier in deze straat schijnt de zon”.
Die kanker interesseert me ook geen zier en ik laat mijn leven graag bepalen door waar de zon staat.
Mooi verhaal, of mooi verwoord Ivan, het is maar hoe je wilt leven. Ik zal dit weekboek verhaal nog wel eens door lezen, misschien ook wel 10 keer.
Ja ook ik deel de mening dat een mensenleven gouden tijden en zwarte bladzijde’s heeft. Zelf bepaal je natuurlijk waar je de nadruk op wilt leggen.Niet iedeeen is daar goed in maar het zijn keuze’s die een mens maakt.
Maar wat en waar ik mij helemaal in kan thuis voel is de laatste zin in dit weekboekverkaal “Die kanker interesseert me ook geen zier en ik laat mijn leven graag bepalen door waar de zon staat.”
Dank je voor deze versie van je weekboek.