Ik heb hem weer gehad. De verpleegkundige heeft het in mijn buik gespoten. Drie maanden lang gaat het medicijn via het door de prik ingebrachte staafje de productie van mijn testosteron onmogelijk maken. Wie in hemelsnaam wil er nu testosteron, dat hormoon dat in de wandelgangen genoemd wordt als oorzaak van oorlog en verkrachting?

Tja, testosteron is nu precies dat spul waar mannen mannen door worden. Het zorgt voor alle mannentrekjes, van de eerste erectie tot het kaal worden. Het zijn de kanten waar ik me soms voor schaam en waar ik tegelijkertijd trots op ben. Het maakt me vitaal maar soms ordinair. Het geeft me zelfvertrouwen, maar af en toe kruip ik weg om te verbergen hoe ik mijn wonden lik. Het verschaft me het laatste woord waar iedereen zich aan ergert, maar andere keren laat het me uitblinken. Urenlang kan ik doorgaan dankzij mijn testosteron – mijn werk, op de fiets, hardlopend -, maar het houdt tegelijkertijd het vuur van mijn verlangen brandend. Soms kan ik zelf de geur van de macho in me ruiken, de man die wedijvert, zijn viriliteit onbeschaamd tentoonspreidt en als het moet asociaal wordt om op te komen voor zijn vermeende rechten. Maar ook, als mijn angst om te vallen van het voetstuk dat ik voor mezelf heb neergezet is verdwenen, word ik door het hormoon de man die zich van zijn beste kant toont, samen wil werken en bereid is de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor onuitvoerbare taken.

Ik weet niet of ik er deze keer voorgoed afscheid van moet nemen. In 2003 was ik een heel jaar zonder het mannelijk hormoon en na verloop van tijd herkende ik mezelf niet meer. Een huilebalk met zelfmedelijden zonder borsthaar. Ik schaamde me voor mijn geliefde als ik dacht welke vreemde golem ze in huis had gekregen. Probeer met zo´n man die van de ene op de andere dag autist is geworden maar eens op een gezellige manier te leven. Het tastte mijn zelfvertrouwen aan. ´s Nachts vroeg ik me vaak af wanneer het in hemelsnaam afgelopen zou zijn. Nadat ik de prik niet meer kreeg en mijn hormonen terugkwamen had ik nog lange tijd grote moeite om mezelf weer terug te vinden en mijn oude overmoed als een beschermende jas weer om me heen te voelen.

Die eerste keer in 2003 had ik overigens twee medicijnen tegelijkertijd gekregen waardoor de bijwerkingen extra hevig waren. Mijn allereerste uroloog gaf toen ik weer een keer op controle was bij mijn vertrek en passant toe dat het een vergissing was geweest. Daar moet je het mee doen. Er is nooit iemand in zo´n ziekenhuis die dan bezorgd vraagt hoe ze een jaar kwaliteitsverlies in je leven goed kunnen maken. Wilt u op onze kosten twee weken op vakantie? Heeft u toevallig een nieuwe camera nodig? Zullen we 50 procent van het geld dat er aan uw behandeling is uitgegeven aan u overmaken? Of heeft u liever dat we het voor u aan een goed doel schenken? Nee hoor, niets van dat al.

Vorig jaar moest ik er opnieuw aan geloven. Ik reageerde niet langer op de andere medicijnen. De prik moest er weer in want de kankercellen gingen op strooptocht door mijn lichaam en nestelden zich in ribben, wervels, heup en andere botten waar ze zich blijkbaar thuis voelden. Die tweede keer – vorig jaar – had ik er minder last van, hoewel het ook niet echt reden voor een feestje was. De liefde kwam onder druk te staan, maar mijn vrouw en ik hadden veel geleerd en we begrepen welke fouten we niet weer wilden maken. Toch sprak ik met mijn uroloog af met de buikprik te stoppen zodra de PSA weer laag zou zijn. Dit vanuit de gedachte dat hij niet de hoogte van het PSA in mijn bloed behandelt maar mij, een man van vlees en lust. Na drie maanden al bleek dat het medicijn z´n werk deed. De testosteron was nul en mijn PSA laag. Toch was de PSA nog niet laag genoeg. Dat kwam pas nog eens drie maanden later. Ik kon weer Ivan worden, de man die ik me herinnerde.

Het herstel ging echter niet zo vlug. Toen ik mijn bloed drie maanden later opnieuw liet controleren was de PSA nog steeds laag, maar de testosteron stelde ook nog niets voor. Eén komma vijf. Dat wil een echte man niet. Die wil iets in de dubbele cijfers. Ik voelde me wel steeds meer het mannetje en dacht weer dat ik de hele wereld aankon. Vorige week was het opnieuw tijd voor de controle en was mijn testosteron flink hoog. Reden om blij te zijn dus. Ik durfde het weer op te nemen tegen elke andere kerel. Jammer genoeg was mijn PSA ook door het dak gegaan. Het zijn gewoon broers en ze maken deel uit van een eeneiige tweeling, waar de een is duikt de ander ook steeds op. Het lukt me nooit het paradijs te bereiken, daar waar mijn PSA laag is en mijn testosteron hoog. Ik heb echter kanker en het is of kiezen of delen. Het gaat daarbij tussen de mannelijkheid en de dood. Als ik daartussen dan moet kiezen dan liever het leven, lafaard die ik ben.