“Ik háááát katten,” zegt Helena, maar ze wil wel een hond omdat die doet wat je zegt. Ze zit op paardrijden en heeft me verteld dat ze vegetariër wil worden. Of dat met haar dierenliefde te maken heeft weet ik niet, maar evenmin kan ik claimen dat het iets te maken heeft met het feit dat ze zo vaak met mij luncht en ziet dat ik altijd een vegetarische maaltijd bestel.
Sinds ik tien jaar geleden hoorde dat ik kanker heb ben ik vegetarisch gaan eten. Wilde ik zo een vroegtijdige dood aan prostaatkanker voorkomen? Nee, maar ik dacht wel “Er zijn aanwijzingen dat dierlijke producten een mogelijk verband hebben met het ontstaan van kanker en alle beetjes helpen”. Daar kwam bij dat ik al varkensvlees vermeed en liever vis at.
Een verzekering tegen dood gaan bestaat niet. Iemand vroeg me of ik met mijn eigen leefstijl een voorbeeld voor anderen probeer te zijn. Nee absoluut niet en ik geloof ook niet dat je als je vlees eet een grotere kans hebt om kanker te krijgen dan wanneer je vegetariër bent. Wel lijkt het hoogstwaarschijnlijk dat je de kans op kanker vergroot als je veel te veel dierlijke voedingsproducten consumeert. En dan nog zijn er zo veel andere factoren die eveneens invloed hebben dat er geen simplistische waarheden over te verkondigen zijn. Nee, ik wil geen voorbeeld zijn – het idee benauwt me – en ik betwijfel of ik als kankerlijer ook maar enige voordeel te bieden heb aan mijn geliefden. Een zekere overlast veroorzaak je wel.
Dat dacht ik tot ik online een artikel in een Taiwanese krant tegen kwam. In de stad Taichung in Centraal Taiwan kan men gokken op de datum dat mensen overlijden. Het zijn geen casino´s die je daarvoor binnenloopt, maar het gaat om 60 seniorenclubs, die zich officieel inzetten voor het welzijn van de aangesloten leden. Ze zitten allemaal in één straat in Taichung. Die wordt door de plaatselijke bevolking ´doodgokstraat´ genoemd. Er gaat zo´n 30 miljoen euro om in deze gokpraktijken en als het mee zit kun je in één keer 3 miljoen Euro verdienen. De organisatoren van deze gokjes hebben mensen in dienst die op zoek zijn naar potentiële gokkers, maar ook naar mooie kandidaten om op te wedden. Vanaf het moment dat het gokken begint tikt de tijd. Overlijdt oudtante met een hersenbloeding binnen een maand, dan keert de organisatie drie maal de inleg aan de gokkers uit, maar als tante na een maand nog leeft krijgt de gokorganisatie al het geld. In het krantenbericht wordt ene mevrouw Xu geciteerd die op vier oudjes een gokje gewaagd heeft. Je kan zo maar geluk hebben.
Voor de mensen die dood gaan – of liever gezegd voor hun familie – heeft het ook voordelen, want zij zijn meestal de personen die met hun oude moedertje met gezwellen aankomen bij de gokkantoren en als je dan ´wint´ is 10 procent van de uit te keren som voor jou. De gokkers kunnen trouwens voordat ze besluiten een bedrag in te leggen even bij de stervende op bezoek om te zien hoe erg die er aan toe is.
Er is nu ineens ophef over omdat het vooral arme mensen aantrekt, die op die manier wat bij willen verdienen. Als opa die aan de zuurstoffles zit een beetje op de juiste dag overlijdt ontvangt de familie meer dan het bedrag dat je voor de begrafenis nodig hebt. Het verstandigste is het dan om zo rond de 29ste van de maand de zuurstoffles dicht te draaien. De hele familie is opa dankbaar, maar in de krant vraagt men zich af of het wel kan. Haar schoonzoon dringt er bij oma die darmkanker heeft op aan dat ze zich niet moet laten behandelen. Stel je voor dat ze weer beter wordt en nog drie jaar leeft. Daar heeft de familie natuurlijk weinig aan. Door de onrust die is ontstaan door de artikelen in kranten moet de politie de clubs opsporen, maar dat blijkt niet erg gemakkelijk. De seniorenclubs zien er van buiten af respectabel uit. De gokkers vertellen er niets over. En de familieleden van opa en oma zien er geen kwaad in en beschouwen het als een sociale verzekering. ´Winnen´ betekent dat de begrafenis kan worden betaald en er kan ook nog een nieuwe bromfiets worden aangeschaft of schoolboeken voor de kleinkinderen.
In Taiwan kennen ze geen euthanasie en zoiets zal daar dan wel tegen de spelregels zijn. Je moet de dus wel zware weg gaan met doorliggen, poepluiers en snakken naar het einde. Als ik mijn kleindochters zou kunnen helpen bij iets dat erg duur en belangrijk voor ze is, zou ik me ook wel bij zo´n seniorenclub op willen geven. Maar ja, dan zal je zien dat ik door dat vegetarisch eten ook nog te lang blijf leven en ik geheel nutteloos geworden toch nog drie maanden leef. Nee er bestaat geen plan dat slimmer is dan de dood.
Je moet er daarom maar pragmatisch mee omgaan. Zoals Helena zegt: “Ik ben nu vegetariër, maar als je moeder zegt dat je vlees moet eten dan moet je.” Ze haalt haar schouders erbij op en spreidt hulpeloos haar handen. “Dus dan ben je soms wel en dan weer niet vegetariër.”