Het is saai om over kanker te schrijven. Als een grauwe goederentrein met een eindeloze rij wagonnetjes trekken de letters het onderwerp voort naar een bestemming waar je niet wilt wezen. Retourtjes worden niet verkocht. Ik voel dat extra nadat ik een paar weken vakantie heb gehad en geen moment hoefde na te denken over de onuitgenodigde processen in mijn lijf. Zal ik de gewoonte om wekelijks een blog te produceren weer oppakken, de realiteit onder ogen zien door hem te vangen in een net van woorden die zin geven aan het zinloze einde van een leven? Op een dag is het klaar. Wat wil je daar dan nog over zeggen? Voorbij. Alles gaat voorbij. Laten we liever meezingen met de autoradio.

We rijden in een te grote auto met slechts een christelijke country and western zender beschikbaar over brede wegen naar Princeton en vandaar naar Baltimore, waar Martin, Marion’s broer, en zijn vrouw wonen. Het is de stad van The Wire de serie over een stervende stad, ondermijnd door krotten en crack, waarvan de gezonde delen nog net op tijd gered zijn door stadsvernieuwing. Vitale resten met restaurants vol met mensen die denken dat het leven eeuwig duurt maar een paar straten verderop worden jongens van zestien doodgeschoten in de oorlog om een straathoek. De routeplanner in de auto is nog net niet zo slim om je zo te sturen dat je de riskante wijken kunt vermijden en daarom rijden we daar wat harder dan is toegestaan. Tijdens onze ritten, wandelingen en ontmoetingen in de stad en daar buiten bestaat mijn kanker niet meer.

En later als we een paar dagen naar Montauk gaan, wordt het leven nog lichter. Al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft het uiterste puntje van Long Island me geïntrigeerd. Het komt door het boek van Max Frisch, die nostalgisch het ouder worden beschrijft aan de hand van verhalen over de vrouwen in zijn leven, waaronder Ingeborg Bachmann, de Oostenrijkse filosofe en dichter. Frisch beschrijft liefdes die zo heftig zijn dat ze wel gedoemd zijn te mislukken waarna de geliefden gepijnigd achterblijven. Het bezoek van Max Frisch aan Montauk duurde even lang als ons bezoek aan de badplaats – die overigens ook de locatie is van de filmserie The Affair – en vormt de kapstok voor het boek. Met een jonge vrouw van de Amerikaanse uitgeverij van zijn boeken beleeft hij een korte vlammende affaire, maar het wegglippende verleden vormt eigenlijk het hoofdthema van zijn boek.

Montauk is uitgestorven als we het bezoeken. We herkennen de Lobster Roll waar een groot deel van The Affair is opgenomen, maar het is gesloten. Net als de meeste hotels. Er zijn platen op de ramen geslagen om ze tegen stormen en inbraak te beschermen. De meeste restaurants hebben een paar maanden vakantie. Het strand is leeg. De wind blaast het witte zand naar het puntje van het schiereiland waar de vuurtoren staat alsof alles moet worden schoongemaakt, helemaal klaar voor 2019. Het licht van de zon is bleek en verandert alles in een zwart wit foto. Een badplaats buiten het seizoen, de herfst van het leven. We praten over het verleden, proberen te begrijpen wat er allemaal zo snel in onze eigen levens is gebeurd, willen graag nieuwe plannen maken, maar zijn voorzichtig geworden om ons weer helemaal ergens in te werpen. Nog een boek? Waarover in hemelsnaam?

En nu weer thuis zit ik met de vulpen in de aanslag om in mijn dagboek te schrijven, maar er is niets meer te vertellen en daarom laat ik het een week liggen. Dan lees ik onder aan mijn agenda een citaat van Franz Kafka: ‘A non-writing writer is a monster courting insanity.’ Ik kan me niet voorstellen dat hij het in het Engels schreef en het zal wel een vertaling uit het Duits zijn, maar ik weet wat me te doen staat. Ik moet weer schrijven want er is geen keus. Ook al is het over kanker, want wie weet kan ik zelfs daar nog een vrolijke boel van maken. Ouder worden en dood gaan zijn onvermijdelijk en kanker is de kefhond die staat te blaffen om ons te laten weten dat het iedereen kan overkomen. Er zijn twee dingen om uit te kiezen. Of je laat het allemaal gebeuren en je inpakken in het ‘kanker-zal-je-doden-lied’ of je gaat schrijven over de schoonheid van het leven die zich overal verstopt en opgemerkt wordt door zij die het willen zien.

Kras, kras, kras. Mijn pen gaat verder met mijn leven, maakt zwarte vlekken op mijn vingers.