Volksziekte nummer een? Dat is niet ons falend lichaam als we ouder worden of de gezwellen die in ons lichaam een onderdak gezocht hebben, maar de vergissing over wie we denken te zijn.

Je bent wie je bent door de omgeving waarin je opgroeit, de taal waarmee je op de basisschool de dingen leerde benoemen, de toekomstverwachtingen die je tijdens het middelbaar onderwijs meekreeg. Dat bepaalt de plaats waar je thuis bent, waar je dromen zich hebben genesteld en waar je dus hoort, want daar is de plek waar je met die achtergrond jezelf op je gemak mag voelen. Je bent niet wie je bent door je genen, door het land van je ouders, door het bloed dat door je lichaam stroomt. Dat zijn de gedachtes van de blut und boden regels die een tijd lang weg waren, maar door politici weer van stal zijn gehaald om de angsten van hun kiezers te beteugelen en kanaliseren. De laatste vijftien jaar wordt in het stemhokje steeds vaker een beroep gedaan op die kant van onze identiteit.

Als de genetische code, de kleur van je bloed en niet de taal en je jeugdherinneringen meetellen of je weg moet of mag blijven, hebben we een probleem. Als de route die kinderen gevolgd hebben in hun korte leven een spoorboekje is voor ambtenaren voor een oordeel over gaan of blijven, waar ze nooit vanaf mogen wijken, omdat anders de dijken doorbreken waar zijn we zelf dan beland?

Als Lili en Howick weg moeten, dan mogen we ons nog wel tien keer bedenken voor we een DNA test bij My Heritage laten doen, iets dat snel een nationale hobby in Nederland aan het worden is. De uitkomst is vrijwel altijd dat we niet blijken te zijn, wie we dacht dat we waren, maar we leren er niets door. Ik zie de advertenties waarbij een mevrouw gierend van de lach zegt dat uit de test is gebleken dat ze dertig procent Italiaans bloed heeft. Dat had ze nooit gedacht. Maar wat als je genen verraden dat je wortels ergens in het midden oosten liggen? Kijk maar uit, want voor je er erg in hebt moet je ‘terug’. Dan wordt het misschien toch een tegenvaller dat je uit Workum of Rijssen  moet vertrekken om verder te moeten met je leven in een stad die niet meer bestaat, een bestaan waar je met het Nederlandse basisonderwijs over de slag bij Heiligerlee en de komst van Sinterklaas niet goed op bent voorbereid.

Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat wij, door en door vermengde mensen, die het concept ras volledig hebben afgeschaft en die cultuur definiëren als de strategie om zin te geven aan nieuwe omstandigheden in ons leven om beter te kunnen overleven, tegenwoordig nog maar twee dimensies van de achtergrond van mensen gebruiken om ze in te delen? In het ene deel van de wereld deelt men in op religie en in het andere deel op natiestaat. Daarmee lijk je de hele wereld te kunnen controleren, of het nu in Indonesië is, in de Verenigde Staten of Nederland.

We kijken naar de foto’s van Lili en Howick en vinden het zielig dat ze naar Armenië moeten gaan, dat een rechter besloten heeft dat ze niet in Nederland thuis horen. Nog sneuer zijn wij echter die deze achterlijke dimensie voor het indelen van menselijke wezens met hun vele kanten – ik gebruik met opzet het bijvoeglijke naamwoord achterlijk omdat het gehanteerd wordt door mensen die de afslag naar de toekomst lijken te hebben gemist – gebruiken om mensen ongelukkig te maken en daarbij onszelf veiliger te voelen.

Als ik ’s morgens wakker word heb ik even tijd nodig om op gang te komen, maar als ik daarin geslaagd ben overvalt me meestal een optimistische stemming. Mijn leven lang heb ik de nieuwe ochtend begroet als een goede vriend en was ik blij dat ik hem weer zag. Ik leefde in een wereld waar nog alles mogelijk was en waar kanker wel een begrenzing van de duur van het leven betekende, maar de pret verder niet kon drukken. Er zijn echter steeds meer dagen dat ik me afvraag of dat optimisme gerechtvaardigd is. Het besef dat kinderen die hier geboren zijn, hier het onderwijs gevolgd hebben, naar the voice of Holland hebben gekeken het land uit worden gezet vanwege regels die bedoeld zijn om goed duidelijk te maken aan vluchtelingen dat er met Nederland niet gesold kan worden, veroorzaakt meer storing op de achtergrondmuziek van onze beschaving dan slechte bloeduitslagen. Het is een akelige ruis die slecht weer aankondigt.