Marion rijdt. Ik hoef alleen maar het landschap van Oostenrijk te bewonderen en naar de autoradio te luisteren. Haar blik blijft intussen gericht op de weg.

“Is het mooi?” vraagt ze.

“Ja.”

Alles lijkt mooi, want we zijn een paar dagen ‘weg’. Steeds vaker willen we even uit ons dagelijks leven ontsnappen om rust te krijgen, niet opgesloten te zijn in de val van de alledaagsheid. We verlangen terug naar de verrassing die ooit vanzelfsprekend was, toen we onnozel waren en niet wisten dat er ooit iets anders komt dan toekomst.

Hoe vaak we de radiostations ook wisselen, we horen altijd de zelfde muziek en het nieuws stemt ons droevig. Mannen met geweren die sneller schieten dan het geluid, vermiste en misbruikte vrouwen, boze burgers die elkaar uitdagen en bereid zijn tot het uiterste te gaan omdat ze zich niet herinneren hoe je terugkeert naar het schoolplein waar verzoening wet was, oplopende aantallen slachtoffers die op het verkeerde moment op de verkeerde plaats waren, machthebbers die de woorden verdraaien en machtelozen die weten dat ze liegen maar ze toch willen geloven, stormen die steeds heviger de huizen waar we veilig dachten te zijn proberen weg te blazen. Waar je je ook bevindt, elk half uur komt de buitenwereld langs om in enkele zinnen de stand van zaken op planeet aarde te beschrijven en vervolgens gaan we weer verder met vrolijke muziek over de liefde.

Wijsheid, we hebben veel wijsheid nodig, maar er is nog geen verdienmodel voor. Pas als dat er is zullen we het omhelzen. Misschien zal het binnenkort veranderen, want onderzoekers van de San Diego School of Medicine hebben een schaal ontwikkeld om wijsheid van mensen te kunnen vaststellen. De San Diego Wisdom Scale. Wijze mensen worden gezond oud en dat is gunstig want zulke mensen hebben weinig zorg nodig en kosten niet veel, zijn al gelukkig als ze de hond uitlaten of als de kat bij ze op schoot kruipt. Ondernemende therapeuten die niet eens de eigen veters kunnen strikken zullen zich aandienen om mensen uit de knoop te halen zodat ze met gratie de dood in de ogen durven kijken. Een wijs mens weet dat de dood niet belangrijk is. Als de chemo niet meer werkt kunnen we nog een workshop filosofie van de dood volgen.

De reis duurt lang. We zwijgen, zingen soms een liedje waarvan we de tekst snel leren omdat het nog vaker langskomt dan het nieuws. Het gaat over jongens en meisjes die doen of ze van de straat zijn, naar liefde zoeken en uiteindelijk hun hardheid opgeven en hun hart openen voor het geluk. Sprookjes om in te geloven zodat we de sluipschutters niet hoeven zien. Gelukkig leven is uitsluitend mogelijk als we zin kunnen geven aan de willekeur. Het dementeren van de moeder, de dood van je zus en de zekerheid dat we zelf de dans niet zullen ontspringen. Wat voor verhaal zullen we verzinnen om het onvermijdelijke zinvol te maken?

Als we de auto verlaten, beklimmen we de bergen tot er alleen nog maar ijle lucht en vergezicht is, we nergens meer aan kunnen denken en alleen de transpiratie en de pijn in versleten gewrichten ons herinnert aan onze menselijkheid. Boosheid en droefheid zijn verdwenen.

“Zwaar,” hijg ik terwijl we een smalle stenen trap beklimmen die ons voert naar de ruïne van een klooster.

Zegt ze iets terug? Ik verlang naar haar stemgeluid en verbreek de heilzame stilte met zinloze pogingen wijs te lijken.

“We hebben nog flink wat uithoudingsvermogen in huis, maar zijn we in staat om elke dag weer te proberen gelukkig te zijn?”

Ineens zijn we boven, zijn de bomen verdwenen en blijft slechts het uitzicht.

“Mooi.”