“Volgende week moet ik even naar Amsterdam om mijn bloed te laten prikken,” had ik haar gezegd.
“Dan ga ik die dag ook, want ik moet nog met iemand een afspraak maken,” antwoordde ze. “Gaan we samen.”
Eens in de drie maanden moet mijn PSA worden vastgesteld. Heus, ik leef niet op die cijfertjes, maar ze geven een betrouwbare indruk van de activiteit van mijn kankercellen en daarmee van de effectiviteit van de behandeling die ik volg. Ik reageerde de laatste tijd niet goed meer op de combinatie van medicijnen waarmee ik al jaren tevreden was. Daarom werd drie maanden geleden een klein wit pilletje vervangen door een iets groter wit pilletje. “Het is een ander medicijn in diezelfde familie middelen, dat nog wel eens aanslaat in situaties zoals de jouwe,” had mijn uroloog gezegd en nu moest mijn bloeduitslag vertellen of dat ook echt het geval was.
Het was deze keer daarom extra spannend.
In het begin moest ik wennen aan dat wat grotere pilletje. Ik had het gevoel dat ik er nog aan moest worden voorgesteld en daarbij kwam ook nog dat het een naam had waar ik moeite mee had. Ik was bovendien in de loop der jaren intens bevriend geraakt met de kleine witte pilletjes die ik elke ochtend trouw geslikt had en me goed geholpen hadden. Ik kreeg een prettig gevoel als ik de naam waarmee ze aangeduid worden hoorde. Boos omdat ze de kanker niet meer goed onder controle hadden kon ik daarom niet op ze worden. Om eerlijk te zijn ligt het laatste nooit leeggemaakte doosje nog steeds in mijn ijskast, omdat het me moeilijk valt ze weg te doen.
Ik had niet zo veel met de nieuwe pillen, maar wist dat ik geen keus had. Daarom werkte ik ze de afgelopen negentig dagen ’s morgens zodra ik opgestaan was braaf naar binnen met een stevige slok espresso. Die kleine pillen van vroeger, daar dacht ik zelfs nooit over na als ik ze slikte. Die dikke nieuwe pillen braken echter wel eens en als je ze niet goed achter in je keel gooide, werden ze bij de eerste slok koffie niet weggespoeld. Ze vroegen elke ochtend om extra aandacht. Van die dramaqueens. “Zal je zien, dat die PSA straks drie keer zo hoog is geworden,” zei ik soms tegen haar.
Op de dag dat we samen naar Amsterdam zouden gaan, draalde ze. Dit moest nog mee en dat moest nog even snel gedaan worden. Onderweg ontdekte ze dat ze haar telefoon vergeten had. Ze keerde de auto en we reden terug naar huis om hem op te halen. Toen we opnieuw op weg gingen begon het al te schemeren.
“Vergeet dat bloed prikken maar,” zei ik geërgerd en besloot om de dag erna als ik bij de supermarkt boodschappen ging doen snel door zou rijden naar Amsterdam om daar even mijn bloed af te laten nemen.
“Waarom moet je zo nodig alweer bloedprikken?” antwoordde zij.
De volgende dag bleek ze tot mijn verrassing ineens weer iets in Amsterdam te moeten doen en bracht ze me naar het ziekenhuis. Wat ze precies in Amsterdam moest werd me die dag niet duidelijk. ’s Avonds gingen we naar de bioscoop om de film Youth te zien. Over oud worden, de naderende dood, het leven voor de liefde, voor de schoonheid en voor de kunst. Over dat je dat als je jong bent het allemaal niet begrijpt, zelfs niet wat schoonheid is. Net zo min als je snapt hoe een huwelijk dat al 45 jaar duurt functioneert. Hoe je de ander niet met je eigen spanningen probeert lastig te vallen, maar dat ze er toch zijn, of je het nu wilt of niet. Hoe de een dat onzichtbaar op probeert te lossen maar je elkaar zo goed kent dat je toch alles van elkaar ziet. Hoe je ontroerd raakt omdat ze je wil beschermen tegen de teleurstelling van een vervelende bloeduitslag. Hoe je dat allebei beseft en weet dat je het niet hardop hoeft te vertellen. Want net als in een goed boek of een perfecte film worden de zaken waar het eigenlijk om gaat nooit gezegd. Daarom heet het een goed huwelijk als je het allemaal begrijpt maar weigert het een banale naam te geven.
Een dag later prikken had tot gevolg dat er een weekend tussen de bloedafname en de uitslag zat, maar mijn uroloog stuurde me op zondagavond toch nog even een mail.
“Marion,” riep ik en wilde snel naar haar toe lopen, vergetend dat ik geen veertigjarige atleet meer ben. Bijna struikelde ik, maar bleef gelukkig op de been zodat ik mijn nek niet brak en me bespaard bleef dat ik de eerste mens werd die door een verlaging van de PSA overleed. “Hij is gehalveerd.” We lachten samen toen ze zei dat ze echt een dag lang geloofd had dat als ze dat bloed prikken saboteerde we het eeuwige leven zouden hebben.